De landbouw en veeteelt zijn de belangrijkste oorzaken van de Braziliaanse uitstoot van broeikasgassen. Dat komt door koeienwinden (vol methaangas), de veevoerindustrie en vooral door de ontbossing: het platbranden van stukken oerbos om ruimte te maken voor akkers en koeien.

Milieuspecialisten hebben redelijk positief gereageerd op de Braziliaanse agenda voor de milieutop. Het kan natuurlijk altijd beter, maar het land doet voor het eerst een serieuze belofte en zet zichzelf niet neer als een arm ontwikkelingsland dat nog niet mee zou hoeven te doen aan milieumaatregelen.

Volgens Carlos Rittl van het Observatorium voor het Klimaat, een netwerk van Braziliaanse milieuorganisaties, is de enige gemiste kans dat Brazilië niet een totale stop op ontbossing heeft afgekondigd: ‘Daarmee zouden we andere landen óók tot een grotere inzet kunnen dwingen.’

De Braziliaanse beloften zijn op zich ook nog wat vaag, Volgens de huidige wetgeving mag er legaal de komende jaren namelijk nog heel wat gekapt worden. ‘Bosherstel’ kan bovendien van alles betekenen, zoals de aanplant van uitheemse eucalyptusbomen: een monocultuur die niet bepaald aan een tropisch oerwoud doet denken.

Gelukkig zijn er ook mooie initiatieven, zoals het crowdfundingproject van SOS Mata Atlântica, ‘Dá um pé’, (‘geef een boompje’), met als eerste doel om twintigduizend bomen bij het Atlantisch oerbos te planten. Dat willen ze doen langs de ontboste rivier Rio Una, tussen de deelstaten São Paulo, Rio de Janeiro en Minas Gerais. Van dat Atlantisch oerbos staat nog maar 8,5 procent overeind.

‘Wij hebben een droom’, zeggen de initiatiefnemers: ‘Brazilië herbebossen. Want vandaag, na twee jaar watercrisis in alle grote steden, weten we allemaal dat als we geen bomen hebben, er geen regen komt. We kunnen dus niet langer afwachten tot de regering of bedrijven iets ondernemen. Wij moeten nu gaan planten.’

De bomen moeten er eerst nog wel komen. Met nog veertig dagen te gaan, is veertien procent van de beoogde fondsen binnengehaald.