Wat het loodzware ding precies waard is, is onduidelijk. In 2001 taxeerde een geoloog in São Paulo de steen op 925 miljoen dollar. In Los Angeles werd ze ingeschat op 372 miljoen dollar. In de strijd om het eigendom zijn er nog twee kanshebbers: een Amerikaanse investeerdersgroep en de Braziliaanse staat. Andere pretendenten zijn inmiddels door gebrek aan eigendomsbewijzen aan de kant gezet, zoals de Amerikaanse geoloog Kenneth Conetto.

Conetto zou samen met twee Brazilianen in 2001 de steen van een mijnwerker hebben gekocht. Het drietal wordt inmiddels door het Braziliaanse Openbaar Ministerie vervolgd vanwege smokkel, heling en valsheid in geschrifte. Volgens de Braziliaanse landsadvocaat werd de smaragd in 2005 per post als ‘asfalt’ met een waarde van honderd dollar naar de VS gestuurd. De steen zou daarop in New Orleans twee weken onder water hebben gelegen tijdens orkaan Katrina en werd teruggevonden door duikers.

In 2008 diende de smaragd als onderpand voor ene Kit Morrison uit Idaho. Twee investeerders, Larry Biegler en Jerry Ferrara, waren tussenpersonen in de deal die eigenlijk over diamanten ging. Morrison had 1,3 miljoen dollar neergeteld, waarmee de Braziliaanse handelaars betaald zouden zijn.

Biegler schakelde de politie in toen bleek dat de smaragd uit de kluis was gestolen, met hulp van zijn (inmiddels vroegere) partner Ferrara. De steen werd daarop in een loods in Las Vegas door de politie aangetroffen – bij Kit Morrison. Ferrara en Morrison maken inmiddels samen deel uit van de investeerdersgroep FM Holding, die de steen bij de rechter opeist. Wat hen betreft mag de steen best naar Brazilië ‘als het land maar betaalt’.

De Brazilianen willen de steen in het museum leggen, als symbool tegen de illegale mijnbouw en handel. ‘Ik heb de smaragd alleen nog maar op foto’s gezien’, zei de advocaat die Brazilië vertegenwoordigt in de VS tegen de krant Folha de São Paulo. ‘De sheriff laat niemand erbij en we hebben er zin in om voor Indiana Jones te spelen.’