Nieuws is een gerecht dat je warm moet opdienen. Maar dat betekent nog niet dat het altijd lekker is. Dat ik Maartje van Weegen bij de geboorte van een nieuw prinsesje zie, vind ik reuze schattig, want ze is dan een gezellige commode en haar Fischer Price-motoriek kleurt dan de babywolk-setting in de studio, waar Jan Bank en Herman Pleij dan geïnterviewd worden als adoptiegrootouders die maar net doen of ze heel blij zijn.

Op het andere net is meestal wel ergens sport, dus daar kijk ik naar, hoewel ik erg van Maartje hou. Maar de arrestatie van Saddam is toch iets anders. Dan zet iedereen het Derde-Wereldoorlog-mombakkes op, en ja hoor, daar komen ze weer: Rob de Wijk, Bertus Hendriks, de heer Colijn, Maarten van Rossem. En Maartje, of een van haar ooms, heeft hetzelfde vragenlijstje klaarliggen als bij het baby’tje.

— Een eerste reactie, graag.

— Wat denkt u dat de consequenties zullen zijn?

— Wat zal er nu gaan gebeuren?

— We gaan even over naar … want daar zit nu voor ons … Hallo …, kun je zeggen hoe er in … wordt gereageerd?

Natuurlijk, het zijn op zichzelf uitstekende journalistieke vragen — wie, wat, waar, wanneer en waarom, niets aan de hand — en toch merk je dat er niet één vraag echt beantwoord wordt. Dat de sleet erin zit, die indruk.

Het is alsof het eigenlijk om iets anders gaat, maar dat daar over niets wordt gevraagd.

Ik weet ondertussen wel hoe dat komt, en ik mag het Maartje niet aanrekenen, haar zeker niet, maar de oorzaak is vermoedelijk de dwang in Hilversum dat alles voor iedereen begrijpelijk moet zijn.

Maartje is namelijk de begrijpelijkheid zelve. Ik vermoed dat een voice-overtekst over Saddam, zijn geschiedenis, nog geen dertig regels is (driehonderd woorden) waardoor je per definitie een pap krijgt van feiten, suggesties en onnavolgbare jaartallen.

We hebben tien keer Saddam voorbij zien komen, want alles wordt ook nog eens herhaald, en wie kan het navertellen? Ik kan zo een rijtje vragen opnoemen over feiten waarop ik zat te wachten en waarvan ik weet dat de geleerden het weten, terwijl die er maar niet naar werden gevraagd.

Ik geef de tien vragen, anders gelooft u mij niet.

  1. Hoe is eigenlijk de geschiedenis van de Baath-partij? 2. Wat gebeurde er eigenlijk met Irak tijdens de Tweede Wereldoorlog en heeft dat consequenties gehad voor de huidige politieke situatie? 3. Er wordt veel gesproken over de oom van Saddam. In hoeverre was die belangrijk? 4. Waarom noemde Saddam zich destijds links? 5. Waarom stond destijds «links» achter Saddam? 6. Wat is de historische relatie tussen Israël en Saddam? 7. Welke invloed heeft dat precies gehad op de neoconservatieven in Amerika? 8.Waarom precies wilde Saddam het atoomwapen en wilde hij Khomeini als eerste aanvallen? 9. Klopt het trouwens dat het Duitse bedrijven waren die Saddam Hoessein hebben geholpen met het fabriceren van de massavernietigingswapens? 10. Zijn we het er ondertussen niet over eens dat Amerika aan Saddam had laten weten dat Koeweit de Amerikanen onverschillig liet?

Die vragen doemen op als je tv kijkt, maar waarom moeten die geleerden komen opdraven als elke leraar geschiedenis ze net zo kan beantwoorden?