Beste Pieter,

Dank voor je brief, Pieter, waarin je onder meer schrijft over de lelijkheid in de ruimtelijke ordening binnen de Amerikaanse cultuur, hetgeen helaas niet beperkt blijft tot de zwaarbewaakte grenzen van de Verenigde Staten, maar bijvoorbeeld ook Puerto Rico grondig schijnt te hebben beschadigd. Ik moest aan deze export van de wansmaak – wordt dit op de handelsbalans vermeld? - denken toen ik onlangs moest overstappen op Baker Street, metrostation van Sherlock Holmes, afkomstig uit een tijd dat detectives nog vertrouwden op mensenkennis, intuïtie en gezond verstand, in plaats van DNA-sporen op de wortel van een verdwaalde haar, zoals in CSI Miami, Los Angeles of welke andere Amerikaanse gangsta-rapperstad dan ook. Als het veeleisende, spottende en autoritaire personage van Sir Arthur Conan Doyle nu had geleefd, was hij trouwens al lang voor een arbeidstribunaal gesleept wegens het schenden van de mensenrechten van zijn assistent en sidekick, Dr Watson. Maar dat terzijde. Het gaat me om iets anders. De muren van Baker Street hangen vol met fraaie silhouetten van de pijprokende detective, maar recentelijk hebben de filistijnen van een of ander Anti Smoking Enforcement Team er de universele anti-rookstickers over heen gehangen. Nee, dat was geen tongue-in-cheek.

Het fanatisme op dit gebied is afkomstig uit de Nieuwe Wereld, en gaat onherroepelijk gepaard met humorloosheid, drammerigheid en vooral veel lelijkheid. De lelijkheid welke jij bent tegengekomen op dat gehavende basketbaleiland is hier niet onbekend. Alle winkelstraten lijken op elkaar, zelfs in Londen. Wist je dat er in het centrum van Londen amper een bruin café te vinden is, zoals in Amsterdam of Parijs? Er zijn kroegen en steeds meer steriele, veelal rookvrije cafés. Met dat laatste doel ik op de ketens van Starbucks, CaffeeNero en Pret a Manger. Okay, die laatste twee klinken Italiaans en Frans, maar het concept is Amerikaans. Ze verdringen de Engelse cultuur, net zoals de grijze, Amerikaanse eekhoorn langzaam de bruine Engelse soortgenoot uitroeit. Onlangs treurde The Daily Telegraph in een hoofdcommentaar over het verdwijnen van de Engelse ontbijtcultuur. De schrijver W. Somerset Maugham schreef ooit dat als je in Engeland goed wilt eten, je drie keer per dag moet ontbijten. Maar wat bieden de geglobaliseerde cafés? Muffins en koffie waarvan niet alleen het kartonnen bekertje, maar ook de inhoud recyclebaar is, of zoals de krant schreef: “The takeaway muffin and the cardboard cup of coffee are the flacid fodder of failure.”

Ik kom terug op Baker Street. Net zo lelijk als de filialen van McDonalds, Starbucks en KFC zijn de talloze bordjes met afbeeldingen en slechtlopende zinnen die je vertellen dat je dit niet mag en dat helemaal niet is toegestaan. Waar te beginnen? Neem Cable Street, een straat in Oost-Londen. Deze heeft waarschijnlijk ongeveer net zoveel verkeersborden als bomen in een stukje jungle van hetzelfde oppervlak. Dit schrijvende besef ik dat het een ongelukkige beeldspraak is. Bomen immers worden in de bebouwde kom bij bosjes gekapt. Waarom? Omdat vallende kastanjes auto’s kunnen beschadigen, mensen meer zonlicht willen hebben en omdat het gevaar bestaat dat kinderen, als ze elkaar even niet pesten of neersteken, de lichtgiftige naalden van een dennenboom in hun mond stoppen. Je denkt nu: Archie Van IJzendoorn zit daar weer te overdrijven in Londen, maar je kunt de krant, rapporten van Health & Safety-inspecteurs of notulen van gemeenteraadsvergaderingen erop naslaan. In een beetje park staan nog wel bomen trouwens, maar ook veel bordjes met mededelingen dat balspelletjes hier niet toegestaan zijn, borden die binnen afzienbare tijd zullen woorden vervangen door grotere borden met nauwkeuriger omschrijvingen wanneer is gebleken dat mensen overgaan op badminton. Of darts tegen bomen waar de bladeren en vruchten zijn goedgekeurd door de gezondheidsdeskundigen. Overal waar mensen komen, van stations tot supermarkten, staan grote oranje of gele driehoeken, die in mijn jeugd dienden als palen bij een voetbaltraining, op plaatsen waar er water is gemorst of een hond heeft geplast. Slipgevaar (geldt ook voor inbrekers, die een bedrijf kunnen aanklagen wanneer ze tijdens hun nachtdienst ten val komen.

Waar komt die obsessie vandaan, om burgers de hele dag te waarschuwen, voor te lichten en om bordjes bij banenen te zetten dat ze het beste zijn zonder schil? Waarom worden de openbare ruimte in ‘vrije’ landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk verpest door duizenden bordjes met waarschuwingen en geboden? Zou het te maken hebben met een combinatie tussen ‘the rule of law’. In The English: a Portrait of a People schrijft Jeremy Paxman dat ‘I know my rights’ zo ongeveer de meest populaire uitspraak van de Engelsen is. Voor de minste geringste inbreuk op hun rechten stappen ze daarom naar de rechter, in wie ze meer vertrouwen hebben dan in een politicus of een priester. En dat aantal mensenrechten is enorm toegenomen. Burgers hebben tegenwoordig overal recht op. Een stembiljet, vakantie, vakantiegeld, leuk werk, gezonde lucht, zonlicht, een letselvrij bestaan, televisie in de gevangeniscel, kinderen, een woning, stille buren, satanische gebedsruimte op een marineschip, een adellijke titel, een zwemdiploma, nieuw hart, een ruime voldoende voor een geschiedenisproefwerk, een wasmachine, hoerenbezoek, noem maar op.

Iedereen die genoemde ingrediënten voor een gelukkig bestaan in de weg staat, loopt de kans om voor de rechter te worden gesleept door mensen die snel en gemakkelijk rijk willen worden. Vooral bedrijven en gemeenten hebben daar natuurlijk last van – daar valt immers geld te halen - waardoor ze er alles aan doen om zichzelf in te dekken middels al die onzinnige bordjes, hekwerken en felgekleurde doelpalen. Collega! Ik heb het nog niet eens gehad over het verdwijnen van verschijnselen die de kwaliteit het leven bevorderen, maar als onrechtvaardig, ongezond en ondemocratisch worden beschouwd. Neem de Londense dubbeldekbus. Eerst verdween het type met het open balkon, zogenaamd omdat het te onveilig was (in oktober 1962 was er geloof ik een dronkelap afgedonderd) en niet toegankelijk voor mensen in een rolstoel. Het zal me niets verbazen wanneer deze binnen afzienbare tijd geheel verdwijnt omdat gehandicapten niet op de bovenverdieping kunnen zitten, en dat is een schending van een mensenrecht, dus weg met de hele bus. En welke toekomst hebben de rokerige toneelstukken van Noel Coward of Samuel Beckett? De regering, net als in de Verenigde Staten bestaande uit geheelonthoudende killjoys, wil immers een totaal rookverbod in de theaterbezoekers, inclusief acteurs. Het idee bestaat dat Angelsaksische landen, in ieder geval het Verenigd Koninkrijk, pragmatisch zijn, bolwerken van de common sense. Ja, van Libertijnisme. Vergeet het maar. Dat alles is hier in ieder geval ver te zoeken, dankzij, o ironie, de mondige burger zelf.

Groetjes uit Londen,

Patrick