
Op een bijeenkomst met schrijvers vroeg Willy Brandt eens wie hem bij gelegenheid met toespraken kon helpen. ‘Ik, de schrik van veel burgers’, zei Günter Grass later, ‘was de enige die zijn vinger opstak.’ Het was het begin van een vriendschap tussen twee Nobelprijswinnaars, verbonden door hun inzet voor een socialer en democratischer Duitsland.
Het zijn twee zwaargewichten. Günter Grass, de geëngageerde schrijver die in duizenden bladzijden – Die Blechtrommel, Katz und Maus, Ein weites Feld – een eigenzinnig beeld van de Bondsrepubliek schiep. En Willy Brandt, de bondskanselier die met één beeld – zijn Kniefall voor het monument van het joodse getto in Warschau – een ander Duitsland liet zien.
Hun briefwisseling – tegen de driehonderd brieven van 1964 tot 1990, met een achtergrondessay, een register en talrijke afbeeldingen – geeft inzicht in het cultuurpolitieke debat in Duitsland in de jaren zestig en zeventig. Het gaat over West-Duitsland, de ddr, Amerika, Vietnam, Griekenland, studentenprotesten, het milieu, atoomenergie, Europa. Maar wat vooral indruk op me heeft gemaakt is de inzet van de twee mannen voor hun land, de inzet voor een beter, beschaafder en democratischer Duitsland.
‘De stem bij het ontbijt geschoond en met zachte eieren gezalfd, zodat ze, wanneer het begon, zelfs de laatste rij stoelen kuste’, schrijft Grass aan Brandt. Hij trekt het land door met de sozialdemokratische Wählerinitiative, een club sympathisanten van de spd, en probeert kiezers te overtuigen: Willy wählen! Duitsland is na de conservatieve Adenauer, de liberale Erhard en de afstandelijke christen-democraat Kiesinger klaar voor een moderne sociaal-democraat, betoogt hij. Het lukt. In 1969 slaagt Brandt er na twee vergeefse pogingen in de eerste sociaal-democratische bondskanselier te worden.
Grass werpt zich op als Brandts morele geweten. Brandt schrijft Grass over politieke strubbelingen in en buiten zijn partij, vraagt om hulp bij toespraken, en om begrip. ‘Je zorgen zijn gerechtvaardigd. Maar ik kan niet alles in een keer doen.’ Het debat in die jaren is gepolariseerd. Tegenstanders leveren smerige streken. Er verschijnen brochures die Brandt, die in 1933 naar Noorwegen vluchtte voor de nazi’s, verwijten het Duitse volk te hebben verraden – een verwijt dat in sommige formuleringen dicht bij de oude nazipropaganda van een gesloten Volksgemeinschaft komt. Ook zou Brandt vaak te diep in het glaasje kijken, en ja: de vrouwen. In het portaal van de woning van Grass, de vermeende ‘pornografische literaat’, wordt brand gesticht. Jongeren van de cdu bekogelen hem met eieren en tomaten. Hij, de schrijver die duidelijk maakt dat hij niks van de ddr moet hebben, wordt ervan beticht een communist te zijn. Ook daarover schrijven de beide mannen elkaar, wensen elkaar sterkte en kracht.
Natuurlijk verwacht je een uitgebreide beschouwing over alles wat in die tijd speelde: van de studentenprotesten tot de moeizame relatie met de ddr. Maar wat verrast, is hoe dicht Grass bij de persoon van Brandt stond. Grass waarschuwt, bekritiseert, valt aan, steunt, levert woorden en zinnen voor toespraken aan. Vaak nemen Brandt of zijn medewerkers in het Kanzleramt die over. Soms hele alinea’s. Grass raadt Brandt aan over natuurbescherming te speechen: noem de vervuiling van de eens prachtige Oostzee in het noorden, de Bodensee in het zuiden. En benader het thema niet als nationaal, maar als Europees politicus – want natuur kent geen grenzen. Brandt neemt al die suggesties over.
Het entreegeld dat Grass voor de bijeenkomsten ontvangt (ja, mensen betaalden toen entree om campagnebijeenkomsten te bezoeken) schenkt hij aan bibliotheken van de Bundeswehr, die nog voor een groot gedeelte uit militaire lectuur bestaan. Er moet meer schöne Literatur komen, vindt Grass. De Bundeswehr legt dat voornemen een paar jaar later in percentages vast. Collega Uwe Johnson bepaalt de keuze voor de 350 nieuwe titels. Juist in de Bundeswehr moet meer literatuur gelezen worden, betoogt Grass. Juist het leger moet democratische waarden kennen.

Ook pleit Grass voor meer aandacht voor de uit oostelijke gebieden verdreven Duitsers. Het is een illusie dat de vroegere bewoners kunnen terugkeren, of dat deze gebieden vreedzaam teruggewonnen kunnen worden. Grass, zelf geboren in Dantzig, wil redden wat er te redden is: het culturele verleden van Oost-Pruisen, Silezië en Pommeren. Hij pleit voor een onderzoeksgroep van meerdere universiteiten om dit verleden in kaart te brengen: de geschiedenis van steden als Dantzig en Königsberg, de dialecten. De regering maakt er geld voor vrij.
In 2006, het jaar waarin hij onthulde als zeventienjarige lid geweest te zijn van de SS, viel Grass voor veel mensen als morele held van zijn voetstuk. Grass bekritiseert in zijn brieven de bondskanselier van de cdu, de formele en afstandelijke Kurt Georg Kiesinger, die lid was geweest van de nsdap. Ook al heeft een bondskanselier een heel andere positie dan een schrijver, je leest dit soort passages anders dan voor de onthulling over het eigen verleden van Grass.
Maar uit deze briefwisseling blijkt ook dat Grass, een morele scherpslijper, vaak het gelijk aan zijn zijde had. Zijn voorspellingen van de negatieve gevolgen van een grosse Koalition tussen cdu en spd komen uit. Brandt worstelt in de campagne. Het is lastig tegelijk coalitiepartner van de cdu en tegenstander in de verkiezingscampagne te zijn. Vooral voor een partij die daarvoor altijd oppositie heeft gevoerd. Ook het oordeel van Grass over de ddr slaat de spijker op z’n kop: ‘De staat is alles en de mens niks.’ West-Duitse schrijvers als Martin Walser flirten in de jaren zestig met het communisme, Grass moet dan al niks hebben van een ‘centraal gestuurde statelijke dwang-planeconomie, die tot de laatste broekknoop gaat’.
Als cultureel ambassadeur bezoekt Grass onder meer Amerika, Hongarije en Tsjecho-Slowakije. Hij is aanwezig bij de Kniefall van Brandt in Warschau: ‘Ik herinner mij de korte schrik, de waarneming: iets ongelooflijks gebeurt. Toen was er het klikken van de camera’s: de wereld nam notitie en mijn volgende gedachte verliep meteen in angstige banen. Hoe zal men in Duitsland het gebaar van de kanselier opvatten: valt niet te vrezen dat de meute van zijn politieke vijanden, in de eerste plaats de Springer-pers, zich op hem zal storten?’
De briefwisseling laat ook de worsteling van Brandt zien. Mehr Demokratie wagen, was het motto van Willy Brandt. In zijn buitenlands beleid wist hij de betrekkingen met de ddr en Polen te verbeteren, in eigen land onderwijs en bestuur te hervormen. Aan de kostbare investeringen die daarmee verbonden waren, kwam met de oliecrisis een eind. Brandt stapte op als bondskanselier toen bleek dat een naaste medewerker, Günter Guillaume, een ddr-spion was.
Je merkt vooral in de tweede helft van de briefwisseling de groeiende vermoeidheid bij Brandt. De vaak persoonlijke aantijgingen, de intriges, het verraad laten littekens na. Grass blijft bij alle kritiek zijn steun uitspreken, probeert Brandt te inspireren, maant hem zijn verantwoordelijkheid te nemen. Duitsland heeft je nodig, Willy, schrijft hij. ‘Schrijvers kunnen telegrammen opstellen, brieven schrijven, woorden maken. Maar de macht is in handen van politici.’
Voor Der Spiegel bewees de briefwisseling hoe ver Duitsland in de Verniedlichung van de politiek is voortgeschreden. Een intellectueel en een politicus die elkaar brieven schrijven, avonden doorpraten over de koers van het land, een visie hebben over waar het naartoe moet – kom daar maar eens om. Ja, de tijden zijn veranderd. Dat besef je als je deze briefwisseling leest. Tegelijk is ze meer dan alleen een historisch document. De briefwisseling is, om het lievelingswoord van Claudia Chauchat in Thomas Manns Zauberberg te gebruiken, menschlich. Ze laat de oprechte bevlogenheid van een intellectueel en een politicus zien die bleven vasthouden aan hun idealen en eraan bijdroegen dat Duitsland opener, moderner en democratischer werd.
Willy Brandt, Günter Grass. Der Briefwechsel
Steidl, 1230 blz., € 49,80
beeld: Duitsland, 1969. Günter Grass houdt een haan omhoog, de mascotte van een campagne om Willy Brandt en zijn SPD herkozen te krijgen.