Een van de weinige grappige fenomenen tijdens de Britse verkiezingscampagne is de Barbie Bus. Dat is de naam van de roze verkiezingsbus waarin vrouwelijke Labour-Kamerleden, onder leiding van vice-partijleider Harriet Harman en gelijkheidsspecialiste Gloria De Piero, van de ene supermarktparkeerplaats naar de andere rijden. De felle kleur heeft veel ophef veroorzaakt, onder meer bij feministen die vinden dat er juist een einde moet komen aan de kleurenapartheid, het roze voor meisjes en blauw voor jongens.

Wat Harman betreft is alle aandacht welkom. De bus staat, zo beweert de 64-jarige politica, voor ‘het luisteren naar vrouwen, beëindiging van salarisongelijkheid, 25 uur gratis kinderopvang en een eind van geweld tegen vrouwen’. Het streven naar gelijkheid is de rode lijn in haar politieke carrière. Ze voerde positieve discriminatie in en zorgde ervoor dat in bepaalde kiesdistricten alleen vrouwen op de shortlist stonden. Ze beweert dat het gelijkheidsideaal heeft geleden onder de coalitie van Conservatieven en sociaal-liberalen, een kritiek die niet helemaal terecht is. Vorig jaar is het homohuwelijk ingevoerd en vrouwelijke soldaten mogen in de toekomst aan het front dienen. Onder premier Cameron is ook de eerste minister aangetreden van Aziatische komaf, de Conservatief Sajid Javid, zoon van een arme Pakistaanse immigrant. Niet vanwege zijn huidskleur, maar vanwege zijn talent.

Onder een Labour-regering zal gedwongen gelijkheid, in de vorm van positieve discriminatie, weer hoog op de politieke agenda komen te staan. Zo zullen bedrijven hun salarissen openbaar moeten maken, zodat te zien valt of vrouwen minder betaald krijgen dan mannen. Bedrijven en overheidsorganisaties moeten meer minderheden in dienst nemen, terwijl er hardere straffen komen voor homofobe ‘haatmisdaden’. Niet iedereen is blij met deze ontwikkeling. Zo schreef commentator Charles Moore dat de obsessie met gelijkheid iedereen – op advocaten en activisten na – uiteindelijk erg ongelukkig maakt. ‘Niemand weet waar hij of zij (daar heb je het al!) staat, welke wet hij onverhoeds zou kunnen hebben overtreden, welke “ongepaste” opmerking hij gemaakt zou kunnen hebben. Zij die overal gelijkheid bij betrekken voor hun collectieve zaak zijn nooit tevreden met wat ze hebben bereikt, maar verkeren in een constante staat van woede over elke overgebleven onvolkomenheid.’