‘De minister dient immers overduidelijk niet het belang van de Nederlandse bevolking. Maar welk belang, welke agenda dient de minister dan wel? Het belang van de Europese Unie? Of beter gezegd: het Europese Imperium, dat ons land knecht en knevelt wellicht?’ Huh, wat? O, gewoon een vraagje in de Tweede Kamer vorige week.
Het nieuwe politieke seizoen is van start. Prinsjesdag komt eraan. Toch kan ik me moeilijk voorstellen dat u er heel erg naar uit heeft gekeken. In het Portugese Santa Cruz was de Haagse arena deze zomer in elk geval ver weg. Een uur rijden boven Lissabon, minder druk dan de stranden dichterbij. Wist u dat Santa Cruz dichters als Antero de Quental inspireerde? Ik ook niet. Er ligt inderdaad ook wel een mooie rots in zee, zo vlak voor de kust. En even verderop wist de hertog van Wellington… oké, die Haagse arena dus.
Het was ditmaal Kamerlid Pepijn van Houwelingen (FvD) die nu maar eens minister Sigrid Kaag (d66) van verborgen loyaliteiten betichtte. Het had evengoed Gideon van Meijeren (FvD) kunnen zijn, in het vorige seizoen – omt-voorzitter Van Dissel zou ‘corrupt’ zijn. De Kamer vooral in beeld als arena van wantrouwen en desinformatie; het noeste Kamerwerk in de schaduw. Deze aflevering hadden we al gezien toch?
Voorzitter Van Weyenberg (d66) greep in en dreigde Van Houwelingen het woord te ontnemen. Kaag reageerde scherp, juist ‘aan het begin van het politieke jaar’, omdat zijzelf en haar gezin beveiliging nodig hebben door alle verdachtmakingen. Die worden ‘aangejaagd door de partij van de heer Van Houwelingen’, aldus Kaag, ook op sociale media. Het Kamerlid praatte eroverheen. Bedreigingen zijn ‘vreselijk’. Om later een filmpje te tweeten over de ‘d66-voorzitter’ die een ‘d66-minister’ beschermt, allemaal om FvD ‘het woord te ontnemen om maar niet de inhoud te hoeven adresseren’. Op zondagavond stond de teller op 981 retweets en 2854 likes – de achterban raakt niet snel verveeld.
De ‘chic-hoge toon’ van de ‘hedendaagse propagandist’ noemde essayist Bas Heijne dat soort retoriek vorige week in de NRC. Hij deed wel meer rake observaties. Het eigen onderzoek van ‘kritische burgers’ in verzet leidt nooit tot onverwachte conclusies. Het ‘alternatieve’ verhaal wijst altijd weer naar ‘de overheid, de elite, de globalisten, Klaus Schwab’. En: ‘Het heeft geen zin die van zelfmedelijden doortrokken mythologie door te prikken (…). Die mythen zijn te verleidelijk, te krachtig. Alles moet hetzelfde blijven, of nog liever, weer worden zoals het vroeger was.’
Maar wat kan een democratie hier dan wél tegenover zetten? Zeker, zorgen voor minder ‘vruchtbare grond’, een meer betrokken en zichtbare overheid, zoals Heijne stelt. Je kunt inzetten op hervorming van de sociale media die zo’n tien jaar geleden kozen voor ‘hyper-virality’, waardoor verdachtmakingen en insinuaties sneller rondgaan. Aldus het betoog van de Amerikaanse sociaal-psycholoog Jonathan Haidt in twee essays in The Atlantic dit jaar. Haidt beveelt ook aan om in ieder geval onze democratische instituties te versterken.
Ik zou dan geneigd zijn vooral naar ons parlement te kijken. Onderzoek van De Groene liet recent zien dat ons parlement in de (online) wereld van desinformatie en ontwrichtende retoriek een belangrijke rol speelt. FvD ‘is onderdeel geworden van wat mediawetenschappers (…) de “propagandapijplijn” noemen’. ‘Van internetfora als 4chan, via Twitter en Facebook naar het parlement’, en uiteindelijk ‘op de publieke omroep via Ongehoord Nederland’. Het is ‘geen eenrichtingsverkeer; het verloopt eerder in cirkels’: FvD levert ‘ook weer het brandhout voor nieuwe online vuurtjes’.
Het parlement is echter niet zomaar een schakel in die keten van desinformatie en ontwrichting. Het is het ideale bruggenhoofd. Een prima bereik via tv en livestream, gratis beeldmateriaal voor eigen YouTube-filmpjes, een ‘vrij mandaat’ als Kamerlid, ministers die moeten antwoorden en bescherming tegen strafrechtelijke vervolging – en dus heel weinig mogelijkheden tot ingrijpen. Hoe grip te krijgen op dat bruggenhoofd, zónder het parlementaire debat te schaden, is een van dé vragen voor het komende parlementaire jaar.
Dat is geen gemakkelijke opgave. In The Guardian pleitte advocaat en auteur Sam Fowles in juli voor een ‘waarheidswet’. Onwaarheden spreken wordt strafbaar voor parlementariërs. Dat is wel heel onbehouwen. Een stuk verstandiger is het voorstel van de Nederlandse juristen Maurice Adams en Eva van Vugt om de gereedschapskist van de Kamervoorzitter uit te breiden, voor alleen de veel beperktere categorie van gevaarzettende uitlatingen. Bovendien houdt de Kamer het toezicht dan in eigen hand. De Kamervoorzitter produceerde zelf al een notitie over ‘omgangsvormen en gedrag’. Ook heeft de Kamer sinds kort een eigen College van onderzoek integriteit, met weer een net andere rol. Het College en de Kamer lijken echter nog zoekende. Afgelopen vrijdag bracht RTL het nieuws dat het College meent niet te kunnen optreden tegen de weigering van FvD’er Baudet om neveninkomsten op te geven. d66 wil nu naar de regels gaan kijken.
Aan voorstellen en initiatieven geen gebrek – heel succesvol zijn ze nog niet. Ondertussen heeft dit politieke seizoen nu al alles weg van een herhaling.