
De Groene Amsterdammer van 5 juni is een thema-nummer over de huidige generatie twintigers en de crisis. De artikelen zijn geschreven door studenten van de Postacademische Dagblad Opleiding Journalistiek (PDOJ) aan de Erasmus Universiteit, eveneens twintigers. In het kader van deze special vond er dinsdag 11 juni een debat plaats in academisch-cultureel centrum Spui25 in Amsterdam.
Rond tien voor vijf stroomt Spui25 langzaam vol met journalisten, studenten, afgestudeerden en een tiental ouderen. De bezoekers die al een plekje hebben veroverd, bladeren driftig in de Generatie Alles-special van De Groene ter voorbereiding op het debat. Om vijf uur opent hoofdredacteur Xandra Schutte het debat met de vraag: ‘Is er sprake van een nieuwe verloren generatie?’
Zestienhonderd sollicitanten waarvan zestig kandidaten een volwaardig assessment ondergaan om al dan niet aangenomen te worden als garderobemedewerker bij het Rijksmuseum. Studenten die anderhalve ton lenen om opgeleid te worden tot piloot en vervolgens in een Q-park parkeergarage werken. Je maandelijkse rente van duizend euro niet kunnen afbetalen, laat staan je lening.
Het zijn een aantal schrijnende voorbeelden zoals we die lazen in De Groene van afgelopen week, maar zeldzaam zijn ze niet. De auteurs van de special gingen op zoek naar de woede onder de twintigers van vandaag de dag, maar die is er bijna niet. Waarom zijn wij niet boos? Waar blijft de tegencultuur?
Daar hebben we genoeg excuses voor. ‘We zijn te individualistisch’, zegt Birte Schohaus, auteur van De wereld aan je voeten - en andere illusies uit het leven van twintigers. Nee, we zijn te optimistisch, stelt iemand anders. Thijs Launspach, auteur van Quarterlife, verwoordde het mooi in het begin van het debat: ‘Bovengemiddeld is het nieuwe gemiddelde’. Volgens hem denkt iedereen van onze generatie dat ze tot de top tien procent kunnen komen, de tien procent die het wel haalt en zijn droombaan vindt. Zelfs als we een onzeker freelancebestaan leiden, geloven we ooit CEO van Shell te kunnen worden.
Maar dat is een illusie, stelt Launspach, ‘op den duur raken we teleurgesteld in onszelf’. Niet voor niets is het aantal burn-outs onder twintigers drastisch toegenomen.
Waar komen de hoge verwachtingen die we van onszelf hebben vandaan? Wij zijn de generatie die alles kan en alles wil. The sky’s the limit. We hebben zoveel kansen om richting te geven aan ons leven, als we dan nog niet eindigen waar we willen, hebben we dat alleen aan onszelf te danken. ‘Er is niemand om boos op te zijn behalve jezelf’, concludeert Jurre van den Berg, één van de auteurs van de special. Wat heeft het dan voor zin om de barricade op te gaan?
Of misschien richten we liever niet de schijnwerpers op onze problemen omdat we ons ervoor schamen. Willen we gewoon niet toegeven dat we, zoals één van de aanwezigen bij het debat het keihard benoemde, ‘mislukt’ zijn? Launspach: ‘Twintigers zijn bang om als zwak gezien te worden, bovendien is je leven een marketingelement voor jezelf geworden. Facebook is bij uitstek de plek om te laten zien hoe goed het met je gaat.’
Op maandag 3 juni bogen twintig twintigers zich ook al over hetzelfde thema in debatcentrum De Rode Hoed in Amsterdam, tijdens een avond met de titel: ‘De eeuwige stagiair’. Volgens panelleden zouden we juist wél gebruik moeten maken van sociale media als Facebook om aan een baan te komen. Eén van de aanwezigen die haar baan via Twitter regelde, twitterde simpelweg ‘hoi, ik ben afgestudeerd, is er een baan ergens?’. Binnen no time werd ze geretweet omdat ze, zo zegt ze zelf, de ‘gunfactor’ had. Als we onze schaamte opzij zetten en onze problemen en frustraties met elkaar delen, zou dat ons nog wel eens kunnen helpen.
Waarom hebben we niet meer de behoefte om ons te verzamelen op de Dam en onze frustraties eruit te schreeuwen? ‘Dat heeft toch geen zin’, verzucht een student in Spui25 na een lange stilte. Onze generatie heeft geen vertrouwen meer in klassiek idealisme, we moeten pragmatisch zijn. We zijn wel boos, maar uiten dat niet collectief. Onze idealen zijn op de achtergrond komen te staan. Eigenlijk moeten we gewoon weer eens lekker ouderwets boos worden.