Robert Shiller, Nobelprijswinnaar in de economie, analyseerde financiële bubbels alsof het epidemieën zijn en liet zien dat een zeepbel niet gaat om aandelen, land of huizen, maar om wat er tussen onze oren zit en waar we met elkaar over praten. De maatschappij is een netwerk waarbinnen ideeën zich verspreiden en zo ons gedrag bepalen. De vuistregel: als zelfs op feestjes over huizenprijzen, loan-to-value en maandlasten gepraat wordt, weet je dat je in een bubbel zit.

Het goede nieuws is dat Shillers analogie niet alleen voor schadelijke ideeën geldt. Afgelopen maand kwam uit heel verschillende hoeken van het netwerk van politici en monetaire beleidsmakers een opmerkelijk eensgezinde boodschap: we moeten nu echt doen iets aan schuldafbouw en huizenbubbels. Er is daar een idee gemeengoed aan het worden.

Drie dagen nadat de coalitiepartners eerder de versnelde beperking van de hypotheekrenteaftrek hadden gelekt, zocht Klaas Knot de publiciteit om zijn zorgen uit te spreken over het grote aantal aflossingsvrije hypotheken in Nederland – ruim de helft van het totaal. Knot nam de gelegenheid te baat om uit te leggen dat aflossingsvrije hypotheken niet aflossingsvrij zijn: als ze na 25 of 30 jaar aflopen, moeten ze gewoon afgelost worden. Dat kun je meestal niet zomaar ineens van je pensioen. Dat de president van De Nederlandsche Bank dit moet rechtzetten geeft twee dingen aan: dat brede financiële geletterdheid nog steeds een mooie wens maar geen realiteit is, en dat marketing door retoriek uitstekend werkt. Die aflossingsvrije hypotheken zijn voor een flink deel afgesloten gedurende de vorige bubbel – nog maar tien, vijftien jaar geleden – en ze baren onze beleidsmakers zorgen nu we misschien alweer in de volgende zitten. De Rabobank verwacht voor 2017 in Nederland een huizenprijsgroei van 7,6 procent.

Interessant is intussen de timing. Knot sprak bij de gelegenheid van het verschijnen van het rapport Overzicht financiële stabiliteit. Maar ongetwijfeld heeft hij de coalitiepartners de afgelopen tijd bijgepraat, en we weten nu hoe men daar denkt over de Nederlandse hypotheekberg en huizenprijzen. Het kan geen toeval zijn dat politici en bankpresident binnen een paar dagen hetzelfde signaal afgaven.

Marketing door retoriek werkt uitstekend

Knot waarschuwt al jaren voor te hoge huishoudschuld, dus zijn woorden komen niet als een verrassing. Wat wel verrast is dat zijn evenknie bij de Chinese centrale bank, Zhou Xiaochuan, vorige week vrijwel hetzelfde zei over Chinese bedrijven: die hebben volgens hem te veel schuld. Centrale-bank- onafhankelijkheid bestaat niet in China, dus Xiaochuan had dit afgestemd met zijn baas, de Chinese president Xi Jinping, die, ook al vorige week, het negentiende partijcongres toesprak. Beijing-watchers denken dat Xi’s positie na vijf jaar in het hoogste ambt solide genoeg is om impopulaire maar noodzakelijke maatregelen te nemen. Boven aan dat lijstje staat het doorprikken van de kredietbubbel. Met 250 procent van het bbp enorm, en toevallig ongeveer net zo hoog als in Nederland. Iedereen die er in China toe doet is daar de afgelopen jaren rijk mee geworden, ongeveer net als in Nederland sinds de jaren negentig. Nog een overeenkomst: voor de economie begint het een steeds groter gevaar te worden. In zijn speech van drieënhalf uur zei Xi verschillende keren dat ‘huizen er zijn om in te wonen, niet om in te speculeren’. Opnieuw een politicus en een bankpresident met kort na elkaar dezelfde boodschap.

Deze maand verscheen ook een studie van de Brusselse denktank Bruegel. Eerste zin: ‘Snel stijgende huizenprijzen zijn een bekende bron van financiële instabiliteit.’ Alsof ze de speech van Xi, het interview met Knot en de plannen van de coalitiepartners al ingezien hadden. In het rapport wijzen de Rotterdamse hoogleraar Dirk Schoenmaker en zijn twee coauteurs op de problemen die kunnen ontstaan als prijzen lokaal – meestal in hoofdsteden – sterk stijgen terwijl het gemiddelde stabieler blijft. Daardoor kunnen er onder de oppervlakte van de nationale statistieken in de zes onderzochte landen schuldproblemen en financiële kwetsbaarheid ontstaan.

Wij staan er ook in: ik leerde dat sinds 1995 de grootste jaarlijkse prijsstijging dertig procent in Amsterdam was, tegen twintig in de rest van het land. Van de onderzochte landen is alleen in Denemarken die tegenstelling groter.

Het zit in de lucht, dus wen er maar aan: denktanks en beleidsmakers zijn op bubbeljacht. Dit gaat ons op korte termijn onze mooie groeicijfers kosten. Wordt het beleid na 2020 echt uitgevoerd en volgehouden, dan wordt op langere termijn onze economie er een stuk stabieler van.