Idealiter gaat dat zo: de kunstenaar schept kunst, iemand vindt dat mooi en geeft daar geld voor, en daarvan wordt geleefd.

Maar zo gaat het niet, althans niet bij de meeste artiesten.

Zij creëren iets, dat wordt getoond, en dat is het dan.

Hun kunst doet niet mee met de economie.

Nu kun je als natie zeggen dat je kunst en kunstenaars belangrijk vindt en dan wat kunst kopen. Dan hebben er inderdaad wat meer artiesten geld. Maar dat lost het probleem niet op van de kunstenaars die geen subsidie krijgen.

Dat probleem is onoplosbaar. Wie dat overkomt – en dat overkomt de besten – is gedwongen tot een bijbaan.

Maar dat lost het probleem niet op van de erkenning. Met erkenning bedoel ik dat de kunst moet worden getoond. Een toneelstuk moet worden uitgevoerd, een boek gepubliceerd, een schilderij moet ergens hangen waar mensen komen. Met erkenning bedoel ik dus niet dat iemand met en door zijn kunst beroemd wordt.

De kunstenaar moet als kunstenaar erkend worden.

Uiteindelijk wil elke kunstenaar namelijk dat zijn kunst buiten hemzelf om bestaat.

De huidige kunstenaar maakt niet alleen kunst, hij is ook ondernemer. Daartoe is hij gedwongen. Hij houdt een adressenbestand bij, hij heeft een interessante Facebook-account, hij twittert over zijn producten, hij houdt party’s, heeft eigen briefpapier, hij geeft zijn eigen catalogus uit, hij likt konten, lullen en kutten – hij weet dit alles want speciaal voor hem worden er zogenaamde cursussen gegeven waarin hij leert hoe te ondernemen met zijn kunst.

Maar wil je zo’n ondernemende kunstenaar zijn?

Als je dat wil, uitstekend, misschien lukt het.

Het probleem is: als je dat niet kunt, of niet wilt, wat dan? Dan ben je in feite gedwongen om na je bijbaan te werken voor ‘de kat zijn kut’ en dan moet je hopen dat je op een of andere manier doorbreekt. Iemand met smaak moet je werk zien, en dan zo enthousiast worden dat hij of zij het koopt of voor jou gaat ondernemen. Dat zal niet snel gebeuren.

Ik vraag me wel eens af: in hoeverre ben je als kunstenaar verantwoordelijk voor je eigen succes?

Ik vraag me wel eens af: in hoeverre ben je als kunstenaar verantwoordelijk voor je eigen succes?

Je wilt kwaliteit leveren in je werk. Je wilt je eigen verhaal zo goed mogelijk vormgeven. Maar ben je dan ook verantwoordelijk voor het feit dat het gezien en bestudeerd wordt? Bestaat de kwaliteit van je werk tevens uit de kwaliteit die je als ondernemer weet te ontwikkelen?

Ik ontmoet steeds vaker in mijn ogen meesterlijke kunstenaars. Ze tekenen geweldig, schrijven knap, componeren fantastisch, schilderen groots en dichten indrukwekkend – maar niemand kent ze. Ze kunnen hun eigen werk niet verkopen. Ze bestaan in de marge.

Maar is dat erg?

Het is zielig. Soms ook tragisch. Ze verdienen beter.

Maar juist bij die groep zie je iets waarop de geslaagde kunstenaar noodgedwongen heeft moeten inleveren: een manier van artistiek leven. Anders gezegd: die groep weet een zinvol bestaan te leiden.

Ze kennen een nauwelijks te definiëren vrijheid. Ze werken soms omdat het moet vanwege het geld. Daarna werken ze echt! Ze werken de hele nacht door omdat iets af moet, dat niet zal worden gezien. De illusie dat het ooit nog iets wordt, is opium voor hun ziel. Dat het vooralsnog niet gezien wordt, geeft niet, omdat het ze om iets anders gaat.

Om hun werk.

Hun leven is hun werk.

Ik was tien jaar geleden in New York. In een blaadje in mijn krakkemikkige hotel had ik gezien dat er om de hoek een dichtersavond zou zijn met negen dichters. Toen ik daar aankwam, bleek ik de enige bezoeker te wezen.

De dichters droegen hun hele programma voor mij voor.

Ze bogen voor mij.

Daarna boog ik voor hen. Nog nooit was mijn buiging zo diep gemeend.