De afgelopen najaar overleden burgemeester Eberhard van der Laan was bij de Amsterdammers geliefd. Postuum bleek de burgemeester geen kwaad te kunnen doen. Zijn Amsterdam was toen even ‘de lieve stad’ die Van der Laan voor zich zag. De pvda’er was, net als alle burgemeesters in Nederland, niet rechtstreeks gekozen door de burgers van Amsterdam. Het predicaat regent misstond hem niet. Mij intrigeert hoe die waardering voor hem, en vele andere burgemeesters, valt te rijmen met de behoefte van een groot deel van de kiezers om de eerste burger van hun gemeente rechtstreeks te kunnen kiezen, zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau met enige regelmaat constateert.

De discussie over de rechtstreeks gekozen burgemeester is weer even opgelaaid, omdat de Tweede Kamer het initiatiefwetsvoorstel van d66 behandelde om de benoeming van de burgemeester door de Kroon uit de grondwet te schrappen. Omdat het over de grondwet gaat, moet dat schrappen in twee rondes. De eerste was vijf jaar geleden en zowel Tweede als Eerste Kamer stemde toen voor. De tweede behandeling moet dan kort na het aantreden van een nieuw kabinet. Vorige week was de Tweede Kamer aan de beurt, nu moet het voorstel nog naar de Eerste Kamer.

d66 probeert al decennia de burgemeester direct gekozen te krijgen. Begin deze eeuw sneefde een voorstel om dat te regelen in de Eerste Kamer door toedoen van pvda-senator Ed van Thijn. Daarna werd d66 voorzichtiger. Dat resulteerde in de initiatiefwet om eerst de benoeming door de Kroon uit de grondwet te schrappen.

Hoewel dat dus een lange adem vergt, verandert het niks aan de manier waarop de burgemeester wordt geselecteerd. Als de Eerste Kamer later dit jaar instemt, zal de Amsterdamse gemeenteraad voor de opvolger van Van der Laan gewoon de sollicitatieprocedure volgen, na geheime gesprekken twee kandidaten selecteren en deze met een eerste voorkeur en tweede keus voordragen aan de commissaris van de koning van Noord-Holland, die met goede redenen zal moeten komen om die voordracht niet te volgen. Het enige dat na de wijziging van de grondwet anders zal zijn, is dat de koning formeel niet meer benoemt.

Wel is daarmee in de ogen van d66 dan een belangrijke hobbel genomen. Een gewoon wetsvoorstel om de burgemeester ook echt door de inwoners van een gemeente rechtstreeks te laten kiezen, hoeft vervolgens niet twee keer langs beide Kamers. Dat er een grote meerderheid in de Tweede Kamer voor de grondwetswijziging is, wil echter niet zeggen dat diezelfde meerderheid ook voor een rechtstreeks gekozen burgemeester is. Er bestaat huiver om, zoals de sgp vorige week tijdens het debat zei, van de burgemeester ‘een politiek dier’ te maken.

Een presentator of een topsporter hoeft nog geen goed bestuurder te zijn

De burgemeester rechtstreeks laten kiezen, maar hem of haar hetzelfde mandaat geven als de huidige indirect gekozen burgemeester zou een fopspeen zijn. Wij, burgers, mogen dan naar de stembus om een kruisje te zetten bij iemand die geen politieke macht krijgt. Een ander mandaat, waarbij hij of zij bijvoorbeeld een eigen politiek programma kan uitvoeren en eigen wethouders kan meenemen, maakt van de burgemeester wel iemand met macht. Hij zou het ‘politieke dier’ worden waar niet alleen de sgp niks van moet hebben, maar ook het cda en de sp niet. Juist het niet gekozen maar onafhankelijk zijn van de burgemeester maakt de waardering voor hem of haar groot, vinden de tegenstanders. Waarmee zij dus afstand nemen van de uitkomst van het scp dat kiezers in een meerderheid voor de gekozen burgemeester zijn.

Die partijen krijgen van de voorstanders van de rechtstreeks gekozen burgemeester als weerwoord dat burgemeesters nu regenten zijn, die – op een enkeling na – behoren tot de elites van ‘oude’ politieke partijen zoals vvd, pvda en cda. Waarbij die voorstanders erop wijzen dat dit partijen zijn die kleiner zijn geworden in ledenaantal en in zetelaantal in het parlement en in de gemeenten zelf. Dat een regent als Van der Laan in Amsterdam geliefd was, zoals ook burgemeester Jozias van Aartsen dat op een Haagse, dus wat afstandelijkere manier in de Hofstad was, maakt dat dit verwijt bij de tegenstanders van de rechtstreeks gekozen burgemeester geen indruk maakt.

Behalve dat voorstanders goed moeten nadenken over het mandaat dat ze een gekozen burgemeester meegeven en hoe dat mandaat zich verhoudt tot de gekozen gemeenteraad moet er nog veel meer worden doordacht. Wie kan een gekozen burgemeester wegsturen? Moet een kandidaat-burgemeester al in de gemeente wonen waar hij of zij zich kandidaat stelt? Hoe voorkom je dat alleen kandidaten met veel eigen geld campagne kunnen voeren? Of dat niet-bekende Nederlanders het in de stembus bij voorbaat afleggen tegen BN’ers?

Met die laatste vraag verklap ik mijn eigen huiver daarvoor. Sommige wetenschappers zullen er ook een gebrek aan vertrouwen in de wijsheid van de kiezers in zien. Dat zij zo. Maar een winnares van het tv-programma Heel Holland bakt, een presentator van een populair lokaal radioprogramma of een topsporter hoeft nog geen goed bestuurder of politicus te zijn.

Deze voorbeelden zijn niet verzonnen, maar verwijzen naar kandidaten voor ChristenUnie, pvv en cda in Den Haag bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. Waarmee meteen duidelijk is dat ook de gevestigde partijen er niet vies van zullen zijn BN’ers in te zetten, als het ooit tot de rechtstreeks gekozen burgemeester komt. Regenten of BN’ers? Vooralsnog de eersten. En al hebben we er niet op kunnen stemmen, toch zijn deze vaak geliefd.