Het tweede wat ik me afvroeg toen ik hoorde dat de cartoonist Gregorius Nekschot een nacht in een cel had doorgebracht was: lijd ik aan het Theo van Gogh-syndroom? (Het eerste wat ik dacht, was namelijk: dit is schandelijk.)

Ik zal dat uitleggen. Na de moord op Theo van Gogh was ik uiteraard geschrokken, maar echt woedend werd ik pas toen ik – zelfs nog op dezelfde dag van de moord – de soms lauwe reacties hoorde: ‘Ja, het is heel erg, maar het is misschien ook wel zijn eigen schuld, na alles wat hij had gezegd over moslims.’

Het bleek dat wij, ‘de vrienden van Theo van Gogh’ (waar zijn die grote aantallen gebleven? vraag ik me wel eens af), daar allemaal last van hadden: de larmoyante, sussende uitspraken van slecht geïnformeerde kromdenkers die ‘enig begrip’ hadden voor de slachtpartij.

Nekschot maakt tekeningen, vast ‘slechte’ tekeningen (Wouter Bos, Jan Blokker), maar hoe dan ook: de slechte recensie wordt misbruikt om het feit te rechtvaardigen dat hij met veel machtsvertoon is opgepakt en een nacht is vastgehouden en dat het Openbaar Ministerie erop heeft aangedrongen om tekeningen van zijn website te verwijderen.

De waar-maken-we-ons-eigenlijk-druk-om-toon. De wat-overdrijven-we-weer-toon. De typisch-een-columnistendebatje-toon.

Ja, men ziet wel dat Balkenende een bodemprocedure is begonnen tegen Opinio vanwege een satirische bijdrage, men ziet wel dat Balkenende zich al een paar keer heeft uitgesproken tegen bepaalde satirische uitlatingen, men ziet wel dat Donner het betreurde dat hij geen juridische maatregelen had om Madonna te bestrijden, men ziet wel een uitgelekte brief van Hirsch Ballin betreffende de aanscherping van het godslasteringsartikel wat de wijze van denken binnen het kabinet weergeeft – maar dat zo’n matig tekenaartje bestraft wordt, is niet echt belangrijk. Als het nu Peter van Straaten was of Joep Bertrams of Jos Collignon… dan begrepen we het, maar nu…

Ik vind die tekeningen van Nekschot ronduit goed. Ik vind ze zelfs uitstekend. Niet alleen wat betreft techniek, ook wat betreft inhoud. Na de moord op Van Gogh waren Nekschots tekeningen mij een troost.

Jan Blokker – die ooit het boekje Dit is uw droedel schreef (De Bezige Bij, 1957) – heeft natuurlijk direct gezien dat die tekeningen van Nekschot geen ‘droedels’ waren en hij vond ze daarom niet goed en dus meende hij vervolgens dat het niet zo erg is dat Nekschot werd gearresteerd en een nacht in een cel werd opgeborgen.

Hahahahaha – wat een grappige redenering.

Maar het is die mentaliteit die ik nu waarneem en die ik ook waarnam na de moord op Van Gogh. Ja, heel erg, maar… het is niet zo dat de Duitsers binnenmarcheren, jongelui, het is niet zo dat het hier Birma is, jongens, het is hier geen Oost-Duitsland, hoor, en daarom richten we ons nu op een werkelijk probleem en gaan we een lied zingen tegen de Chinezen die anderhalf miljard landgenoten maar slecht kunnen regeren.

Het lijkt alsof men soms niet de consequenties durft te trekken van wat men op de Universiteit of in de Politiek geleerd heeft. Nederland lijdt aan intellectuele onzekerheid, en daardoor stilstand. Men is verward over Fitna en over sommige cartoons die vooral op internet rondzwierven en nu op last van het Openbaar Ministerie zijn verwijderd.

‘Ik word zo moe over die discussie over de vrijheid van meningsuiting, ik kan het niet meer horen… bwehhh!’

De decadentie van de mening.