Misschien is het nu tijd dat Cambodja asielzoekers accepteert’, zei begin 2014 Cambodja’s minister van Buitenlandse Zaken, Hor Namhong. Een jaar na die mooie woorden is één ding duidelijk. Als het om asielzoekers gaat is het Cambodjaanse beleid zeer opportunistisch. Tientallen Montagnards, een in Vietnam levende minderheidsgroep, probeerden de afgelopen maanden Cambodja’s hoofdstad Phnom Penh te bereiken. Ze staken ongezien de grens over. Maar slechts een enkeling slaagde erin de hoofdstad te bereiken en asiel aan te vragen. Het gros werd door de Cambodjaanse politie gearresteerd en terstond gedeporteerd naar Vietnam, het land dat ze vanwege systematische onderdrukking en religieuze discriminatie juist probeerden te ontvluchten.

De deportaties komen voor Cambodja op een cruciaal moment. Het land sloot namelijk het afgelopen jaar een omstreden overeenkomst met Australië. In ruil voor een slordige 29 miljoen euro wil het bootvluchtelingen huisvesten die hoopten op een betere toekomst in Australië, maar die zijn onderschept en al tijden worden vastgehouden op het eilandstaatje Nauru. Cambodja zegt nu zijn verantwoordelijkheid te willen nemen, maar vooralsnog is er geen gevluchte Syriër of Irakees die zich in het land wil vestigen.

Mensenrechtengroepen zijn woedend over het akkoord. Cambodja heeft geen enkel respect voor asielzoekers, vinden ze. Met de gedwongen deportaties van de Montagnards breekt het land bovendien de beloften die het onder de vluchtelingenconventie deed. ‘Cambodja meet met twee maten’, zegt Phil Robertson, vice-directeur van Human Rights Watch Azië. ‘Straatarme Montagnards worden opgejaagd en teruggestuurd, maar vluchtelingen uit Nauru worden met financiële steun van Australië met open armen ontvangen.’ Volgens Robertson is de kans groot dat de teruggestuurde Montagnards lange celstraffen wachten bij terugkomst in Vietnam.

Maar volgens de Cambodjaanse overheid gaat het bij de Montagnards helemaal niet om voor onderdrukking vluchtende mensen, maar om boeren die illegaal en zonder paspoort de grens oversteken voor financieel gewin. Terecht dus dat die worden teruggestuurd, zeggen de autoriteiten. In Phnom Penh schudden de inwoners hun hoofd over de acties van de overheid. Roas Chak leeft al zestig jaar in bittere armoede en zegt dat een vluchteling er wel heel slecht aan toe moet zijn wil hij naar Cambodja komen. ‘Dit land heeft al te veel arme mensen. Daar kunnen er niet nog meer bij.’