Dat het een swingende campagne zou worden, werd al gelijk duidelijk toen de VVD een partijcongres in Maastricht besloot met een denderende uitvoering van Celebrate Good Times van Kool and the Gang, waarbij de hele liberale leiding zich uitzinnig hossend op het podium verzamelde, met knalrode koppen van de opwinding en ledematen als gummistengels. Voor mensen die liberale politiek zoals tot dan toe gebruikelijk nog altijd hadden geassocieerd met dixielandmuziek van zingende verzekeringsagenten met snor, bril en strooien hoedjes was het schrikken geblazen. Hier werd met een bijkans dierlijke energie gedanst, de handen in de lucht, de ogen wijd opengesperd, het gelaat in een extatische grijns vertrokken. Hier was pure, onversneden overgave in het spel, de adrenaline spoot bij wijze van spreken de zaal in, als was het een woeste rituele dans van ten strijde trekkende Apache-indianen. Het afgegeven signaal bleek tekenend voor het verdere verloop van de verkiezingscampagne 1994, die is uitgelopen op een verschrikkelijke slijtageslag met alle voorradige middelen.
Het is bovendien een mediacarnaval zonder weerga, waarbij alle deelnemers lijken te worden meegezogen in een draaikolk van elektronisch gestuurde opwinding die zelfs bij de meest koudbloedige types alle remmen losgooit.
Als toeschouwer val je van de ene verbazing in de andere. Op het ene net trekt PvdA-kandidaat Henk Vos in Henny Huismans Soundmixshow voorbij met een perfecte imitatie van Andre van Duins pizzalied (‘Effe wachte!’) en heeft VVD'er Hans Dijkstal zich verkleed als ‘vrije jongen’ Tedje van Es. Op het andere net zien we een door vuurwapenschandalen en zwart-geldaffaires geplaagde CDA-lijsttrekker a la de Beatles bezig aan een Magical Mystery Tour door het land, scheldend op Fons de Poel, Ruud Lubbers, Gerrit Braks en al die andere onverlaten die hem als een baksteen hebben laten vallen. Dat is het meest treffende aan de hele campagne: die bizarre mengeling van carnavaleske uitbundigheid en een keiharde politieke ‘vuile oorlog’. Nog nooit eerder probeerden de partijen zo hard om het electoraat met amusement warm te maken voor de zaak, en nog nooit eerder is het resultaat zo grimmig geweest. Er wordt gelachen, er wordt gedanst, maar ondertussen is er een ware slachting gaande.
Afgelopen zaterdag was het raak in Zwolle, waar GroenLinks onder regie van campagneleider Maarten van Poelgeest, de gewezen punkvoorman van de studentenbeweging, in de IJsselhal een grote houseparty had laten organiseren ter mobilisering van de jeugdstem. Psychedelische vloeistofdia’s en stroboscopische spotlights zetten de veehal in lichterlaaie, terwijl de keiharde beat van de housemuziek tot ver in de omgeving weerkaatste, opdat het voor eens en altijd duidelijk zou zijn dat ook klein-links is meegegaan in de vaart der volkeren en de festiviteiten niet langer laat opluisteren door in ribfluweel gestoken folkgitaristen. Terwijl Mohamed Rabbae enigszins schuchter achter de tap had plaatsgenomen, schuimde zijn collega Paul Rosenmoller de dansvloer af ter verspreiding van het propagandamateriaal: gratis condooms met daarop de tekst ‘Stem safe, stem Groen Links.’
Aanvankelijk leek de hele onderneming op een grandioos succes af te stevenen. Een vrolijke Van Poelgeest keek minzaam lachend toe hoe de hal volstroomde met duizenden bont geklede jongeren uit alle hoeken en gaten van het land. Een dreigement van leden van de extreem-rechtse CP'86, die in de kolommen van de Zwolse Courant had aangekondigd ‘het drugsfeest van GroenLinks’ met een grote demonstratie te zullen verstoren, bleek bij nader onderzoek het initiatief van een enkele CP'er uit Arnhem, die bovendien nog geroyeerd was ook. Van Poelgeest schatte dat tien tot twintig procent van de aanwezige jongeren waarschijnlijk onder invloed van een of ander pilletje verkeerde, maar wilde daar geen problemen over maken. ‘Het gaat toch om die tachtig tot negentig procent anderen’, zei hij monter, erop wijzend dat dit de eerste keer was dat een politieke partij aansluiting probeerde te vinden bij de leefwereld van de hedendaagse jeugd.
Hoewel er formeel een verbod gold op handel en gebruik van hard drugs in de IJsselhal (XTC, voorheen bekend als onschuldige partydrug, staat sinds enkele maanden op de lijst verboden stoffen), en de ingehuurde ordebewakers de bezoekers intens fouilleerden, was er toch een forse hoeveelheid pretpillen binnengesmokkeld. Ter voorkoming van flauwtes of erger als gevolg van verkeerde pillen verzorgde het Adviesburo Drugs van de Amsterdamse narcotica- expert August de Loor voor een rijksdaalder een echtheidstest, waarvan gretig gebruik werd gemaakt. Al snel bevonden alle verslaggevers die op het evenement in de IJsselhal waren afgekomen, zich met blocnote in de buurt van het testtafeltje en begon zich een nieuwe catastrofe in de campagne ‘94 af te tekenen.
Toen de kranten de maandag daarop in de bus ploften, werd al snel duidelijk dat de honger naar een trendy imago zich tegen GroenLinks had gekeerd. 'Handel in XTC-pillen bloeit levendig tijdens houseparty van GroenLinks’, kopte dagblad Trouw op de voorpagina. De Telegraaf meldde in de gebruikelijke koeieletters: ‘Handel in harddugs op GroenLinks- feest’, en bracht verder columnist Herman Eetgerink in stelling: ‘Fantastisch toch, zoals de GroenLinkse sperziebonen Sipkes, Rosenmoller en Rabbae afgelopen zaterdagnacht in de IJsselhallen in Zwolle reclame hebben gemaakt voor het gebruik van XTC en daaraan verwante pillen die de geest van uw kroost zo heerlijk kunnen verruimen?’ Een volkomen beteuterde Mohamed Rabbae (zijn duo-lijsttrekker Ina Brouwer had verstek laten gaan op het feest) haastte zich met het uitspreken van afkeurende teksten (‘Dit had nooit mogen gebeuren’), maar het kwaad was al geschied. Wat bedoeld was als een staaltje eigentijdse campagnetechniek had zich in no time tegen de bedenkers gekeerd. GroenLinks zal de rest van de campagne ongetwijfeld worden bestookt met beschuldigingen van drugsgerelateerd verkiezingsgewin - terwijl het een paar weken geleden nog alom werd geattaqueerd vanwege Rabbae’s vermeende sympathie voor Khomeiny’s fatwa jegens Salman Rushdie.
Zo slepen de diverse verkiezingskaravanen zich van het ene bizarre voorval naar het andere. Het valt achteraf zeer te betreuren dat de PvdA niet is ingegaan op het aanbod van Paul de Leeuw, die gaarne als spreekstalmeester voor de sociaal-democratische verkiezingstournee was opgetreden. De burlekse cabaretier had zich met zijn voorliefde voor absurde humor als een vis in het water gevoeld in de huidige politieke cultuur. De ‘veramerikanisering’ van het campagnewezen, waarover Ruud Lubbers zich afgelopen weekend nog zo uitgebreid heeft beklaagd in zijn hernieuwde aanval op Elco Brinkman, zorgt iedere dag weer voor nieuwe zenuwslopende ontwikkelingen van het kaliber waar De Leeuw zo tuk op is.
Naar de diepere oorzaken van deze algehele escalatie van de politieke cultuur in Nederland valt slechts te gissen. Ongetwijfeld valt het voor een deel terug te voeren op de algehele paniek die is uitgebroken als gevolg van de politieke aardverschuiving die de honderden enquetes suggereren. Nu niemand meer echt zeker kan zijn van de zaak, is men wel gedwongen de toevlucht te nemen tot de zwaarste publicitaire drukmiddelen. Meer cynisch gestemde media- watchers brengen het steeds luidruchtiger wordende strijdgewoel van deze campagneweken juist in verband met de constatering dat de politieke eensgezindheid dwars door alle partijen heen steeds groter word, zodat er alleen nog accenten kunnen worden gelegd met de ketelmuziek der media. In die visie wordt het huidige politieke bestel doodverklaard, en is de nu woedende verkiezingsslag alleen nog maar een achterhoedegevecht.
Dat is de overtuiging van de vele cultuurpessimisten die dezer dagen het einde van de politiek verkondigen. De meest sprekende manifestatie van deze onheilsboodschap is het boekje met de aansprekende titel Moet zij het dan maar overnemen? (ondertitel: Het failliet van de politiek) waarin de Haarlemse reclameschrijver Ferry Tromp pamfletgewijs oproept tot omverwerping van alle traditionele partijen. Indien dat niet gebeurt, aldus Tromp, moet zij (= de koningin) de boel maar overnemen. ‘Zonder het te weten hebben we een systeem gebouwd dat niet meer van ons mensen is, maar van de regels’, zo staat er in het pamflet te lezen. ‘Een systeem waarin we onszelf niet meer herkennen. Een systeem waarin ook onze leiders hopeloos zijn vastgelopen. Meer mensen dan ooit weten niet meer wie ze moeten kiezen. Omdat ze vinden dat we de verkeerde leiders hebben. Niet omdat die slecht of lui zijn, maar omdat ze ouderwets zijn, vastgeroest in een systeem dat ons veroordeelt tot domme, onmondige burgers. Die je een oor kunt aannaaien, een lange neus kunt geven, op het verkeerde been kunt zetten en een poot kunt uitrukken. Alsof er nooit jaren zestig zijn geweest! Helaas blijkt pas nu, in 1994, dat wij burgers eindelijk ook een stem durven hebben. Zie de victorie van de nieuwe lokale partijen in maart. Ineens waren de politici die nog gauw even de wijk in gingen om te luisteren, te laat. We vetrouwen ze niet meer. Jammer. Beurt voorbij! Nou wij!’
Dat geloof in de ondergang van het politieke bestel is breed gezaaid, niet in de laatste plaats bij belangrijke denkers van die partijen zelf. Jos de Beus, een van de bedenkers van het partijprogramma van de PvdA, profeteerde in december 1993 reeds een totale politieke revolutie. ‘De komende verkiezingen zullen ook in Nederland vrijwel zeker een politieke ommekeer te zien geven, zoals eerder het geval was in de Verenigde Staten, Canada, Frankrijk, Italie en Japan’, aldus De Beus in de Volkskrant. ‘De kiezers eisen andere leiders, andere instituties, andere partijformaties, een ander beleid en een andere politieke stijl. De oude politieke klasse wordt afgezet volgens het recept van de “fluwelen revolutie” uit Midden-Europa. Beschaafd doch onverbiddelijk, vreedzaam, maar dodelijk precies. Met als eerste consequentie dat de spilpositie van de confessionelen verdwijnt.’
Dat waren inderdaad achtenswaardige woorden. Het CDA, vlaggeschip van pakweg een eeuw van politieke pacificatiepolitiek, zinkt als de Titanic nu het is gestuit op de ijsschots van Brinkmans Scherpenzeelse connectie, en iedere list die CDA-campagneleider Frits Wester lanceert, draagt alleen maar bij tot verdere verslechtering van de situatie. Het is het noodlot van de CDA-lijsttrekkker en zijn ‘buikspreker’ dat zij telkens weer het slachtoffer worden van dezelfde generatiekloof. Waar de piepjonge Wester zich voor de CDA-campagne heeft laten leiden door eigentijdse Amerikaanse campagnetechnieken (Brinkmans bustournee is een exacte kopie van Bill Clintons zegetocht door het land) keert de traditionele aanhang van het CDA zich gruwelend af van zo veel nieuwlichterij, direct gevolgd door diverse partijcoryfeeen als Lubbers en Deetman, die nu de ene dolk na de andere in Brinkmans rug planten, om de aangeschoten kroonprins straks, als hij de verwachte verkiezingsnederlaag inderdaad heeft geleden, zo snel mogelijk te kunnen dumpen zonder zelf gezichtsverlies te leiden. Het is politiek paniekvoetbal, waar vriend en vijand zich over verbaast, en tekenend voor de malaise die de christen-democraten totaal onvoorbereid over hun hoofd kregen uitgestort.
Al even verbazingwekkend is de schijnbare rust die er heerst rond Wim Kok. De man die een paar maanden geleden nog nummer een stond op de lijst van politieke leiders die toe waren aan hun laatste restje bestaanszekerheid, schrijdt nu als een eerbiedwaardige elder statesman door het land, zo op het eerste oog op geen enkele wijze gehinderd door welke politieke aardverschuiving ook. Sinds Kok voor de Vara-tv aan een tafel heeft gezeten met Nelson Mandela, lijkt het alsof hij de kunst heeft afgekeken van de ANC-leider: dezelfde eeuwige minzame glimlach op het gelaat, dezelfde twinkeling van plezier onblusbaar in de ogen, onkwetsbaar voor welke kritiek ook.
Afgelopen zondag was Kok te gast bij KRO’s Fons de Poel (in het programma dat door Elo Brinkman halstarrig wordt geboycot, ondanks de excuusbrief die de KRO-leiding heeft gestuurd aan alle opzeggers van het lidmaatschap naar aanleiding van de historische Reporter- uitzending), en geen enkel moment viel de PvdA-lijsttrekker uit zijn rol als godfather van de Nederlandse politiek, dezelfde rol die Ruud Lubbers zo veel jaren achtereen met glans wist te vertolken. Zelfs toen De Poel de hand bleek te hebben gelegd op een geheim rapport van Jacques Wallage, waarin zo'n beetje de hele resterende verzorgingsstaat voor de komende vier jaar wordt wegbezuinigd, bleef Kok een monument van onverstoorbaarheid en rust. Ook de confrontatie met recente uitlatingen van econoom Rick van der Ploeg, kandidaat nummer negen op de PvdA-lijst voor de Tweede Kamer, betreffende de opheffing van het koninklijk huis en alle bestaande uitkeringenstelsels (‘Nederlanders zijn een lui volk geworden’, aldus het nieuwe PvdA-talent in een soort Wim Bosboom-imitatie) bleek op de PvdA-lijsttrekker geen enkel noemenswaardig effect te hebben. Het is alsof Kok zich mentaal geheel in zichzelf heeft teruggetrokken en part noch deel heeft aan de verkiezingsslag die buiten woedt. Als een ongenaakbare sfinx laat hij het hele circus aan zich voorbijtrekken, terwijl zijn voornaamste opponent Lubbers steeds meer de gedaante aanneemt van een groezelige politieke straatvechter en nu zelfs de wekelijkse persconferentie van de minister-president te baat neemt voor uiterst basale partijpolitiek.
Het is een uiterst merkwaardige strategie die de PvdA-leiding voor het sociaal-democratische boegbeeld heeft uitgestippeld: waar de rest van politiek Nederland danst op de vulkaan, doet de PvdA-leider gewoon een soort dutje, alsof het hem niet werkelijk aangaat. Het meest absurde aan die houding is dat ze nog lijkt te werken ook. Dat - en niet vrije val van Elco Brinkman of het XTC-schandaal van GroenLinks - is misschien nog wel het vreemdste fenomeen van het bizarre verkiezingscircus 1994.
Ondertussen wacht de rest van Nederland op de grote klap, een soort politieke oerknal waaruit een geheel nieuw bestel (of juist helemaal geen bestel meer) zal voortvloeien. Zoals Piet Vroon, geciteerd in Ferry Tromps pamflet: ‘Nederland valt door verloedering uit elkaar. En dan stort de boel in en valt het land uit elkaar; denk aan Belgie, Joegoslavie, de USSR. De vraag is niet of dat gebeurt, maar wanneer.’
Campagne ‘94 en ondertussen doet kok gewoon een dutje…
XTC-handel onder de vlag van GroenLinks, illegale vuurwapens bij het CDA: de verkiezingsslag 1994 trekt naar een donderend einde. Steeds doller worden de gebruikte methoden, steeds onzekerder wordt het uiteindelijke resultaat. Wat is toch de oorzaak van de bizarre escalatie van de politieke cultuur in Nederland? Is het een kwestie van ‘veramerikanisering’ of gaat het om de totale ineenstorting van een systeem?
www.groene.nl/1994/17