Canadezen kunnen het nog niet echt geloven: opeens zijn we interessant.

Na maandenlang alleen maar het nieuws te hebben gehaald met sars en andere besmettelijke ziektes zijn we nu wereldberoemd aan het worden door onze baanbrekende wetten voor het homohuwelijk en legalisering van drugs. De Bush-conservatieven walgen van onze verdorvenheid. Mijn vrienden in New York en San Francisco hebben stilletjes al geïnformeerd naar het aanvragen van het Canadese burgerschap.

En de Canadezen hebben zich er massaal op gestort en schreven de kranten vol met frivole artikelen over onze onafhankelijkheid. «Je bent onze baas niet, George», schreef Jim Coyle in de Toronto Star. «Niet meer aardig; we worden interessant», schreef de conservatieve columnist William Thorsell in de Globe and Mail. Opiniepeilingen wijzen uit dat niet alleen de Canadezen vooruitstrevender en groovier worden, maar ook dat de Verenigde Staten achteruit kruipen, zich terugtrekken naar meer conservatieve waarden. Volgens de zomerbestseller van Canada, Fire and Ice: The United States and Canada and the Myth of Converging Values, van opiniepeiler Michael Adams, maken Amerikanen tussen de achttien en 29 zich twee keer zo druk over misdaad, «moreel verval» en etnische conflicten dan hun Canadese evenknieën.

Vier gebeurtenissen hebben bijgedragen aan Canada’s nieuw verworven status van Hippie-nation:

1) De Liberal Party-regering van minister-president Jean Chrétien gaf geen steun aan de Amerikaanse-Britse invasie van Irak (dat ze «tegen» was, zou te sterk uitgedrukt zijn, aangezien we nog steeds troepen in de regio hadden).

2) Op 27 mei kwam de regering-Chrétien met wetgeving die het bezit van kleine hoeveelheden marihuana niet langer strafbaar stelde. Mensen die werden gepakt met maximaal vijftien gram zullen voortaan het equivalent van een parkeerboete krijgen. De Amerikaanse drugstsaar John Walters heeft beloofd «te reageren op de bedreiging».

3) Op 17 juni kondigde de regering-Chrétien wetgeving aan voor legalisering van het homohuwelijk. Na een gerechtelijke uitspraak was het al legaal in de provincie Ontario, nu volgt het hele land. Amerikaanse homo’s en lesbo’s zijn in groten getale naar Toronto gekomen om te trouwen.

4) Op 24 juni kondigde de regering de opening aan van de eerste «veilige spuitenruimte» in Noord-Amerika in Vancouver, waar gemiddeld 147 overdosis-doden per jaar zijn. De uit openbare middelen gefinancierde instelling zal spuitenruil verzorgen en medische hulp aan heroïneverslaafden. Walters noemt dit «door de staat gesponsorde zelfmoord».

Betekent al die peace, love and drugs nu werkelijk dat Amerika en haar naaste buur en bondgenoot uit elkaar gaan? Hoe graag ik ook zou melden dat ik daadwerkelijk woon in «Soviet Canuckistan» (zoals Pat Buchanan ons is gaan noemen), het is vooral een hype.

Toen hij in 1993 werd gekozen, zwoer Chrétien dat hij het North American Free Trade Agreement (het handelsverdrag Nafta) zou heropenen en een betere deal voor Canada zou regelen. Hij brak die belofte onmiddellijk. Nu, maanden voor het einde van Chrétiens decennium aan de macht, zijn Canadezen zich er scherp van bewust hoeveel onafhankelijkheid we zijn verloren onder het verdrag. Onze economische afhankelijkheid van de VS is schokkend: bijna veertig procent van Canada’s bruto nationaal product komt uit export naar de Verenigde Staten. Wat verontrustender is, vooral gezien de onlesbare dorst van de regering-Bush naar olie en gas, hebben we ons recht om Canadese energie behoeften boven die van Amerika te stellen, weggegeven. Een nauwelijks bekende clausule in Nafta stelt dat zelfs in het geval van een ernstig energietekort Canada zijn olie- en gasexport naar de VS niet kan dichtdraaien — we kunnen alleen de stroom zuidwaarts reduceren, in dezelfde mate waarin we onze eigen binnenlandse consumptie reduceren.

Deze dramatische overgave van de macht aan Amerika is de werkelijke erfenis van Jean Chrétien, wat de reden is dat hij, in zijn laatste maanden als premier, zijn uiterste best doet te worden herinnerd als een toegewijd en betrouwbaar man. Maar Chrétiens ultieme pogingen Canada’s onafhankelijkheid te verklaren — hoe betekenisvol ze ook zijn — kunnen niet verhullen dat de Liberals wat handel en veiligheid aangaat Washington slaafser en gehoorzamer volgen dan ooit tevoren.

Samen met de regering-Bush proberen we Nafta uit te breiden tot heel Latijns-Amerika. Onze regering heeft allleen slappe pogingen gedaan om te verhinderen dat Canadese burgers die zijn geboren in landen die de Amerikaanse regering bestempelt als «financiers van terrorisme» worden gefotografeerd, vingerafdrukken moeten geven en anderszins worden vernederd als ze Amerika binnengaan. Immigranten en vluchtelingen binnen Canada die ervan worden verdacht dat ze banden met terroristen hebben, worden lange tijd gevangen gezet zonder aanklacht, dan in het geheim berecht, waarbij essentieel bewijs wordt achter gehouden voor hun advocaten. En om onze politiek in lijn te brengen met Amerika hief Canada ook het verbod op deportaties naar Algerije op, waar terugkerende vluchtelingen ernstige gevaren wachten.

Het lijkt erop dat er geen peace and love meer over is voor de meest kwetsbare groepen van onze bevolking.

Er is nog een andere reden dat de lange neus van Chrétien naar Washington met enige scepsis moet worden benaderd. Elke poll laat zien dat wanneer Chrétien opstapt hij zal worden opgevolgd door zijn aartsrivaal Paul Martin. Door een stel wetten erdoor te drukken die de regering-Bush woedend maken en vervolgens op te stappen, wint Chrétien op twee fronten: hij zal worden herinnerd als de man die Canada’s soevereini teit veiligstelde, terwijl Martin komt te zitten met de gevolgen, de fall-out. Let op hoe Martin, die de rechtervleugel van de Liberal Party vertegenwoordigt en de favoriet is van de business-gemeenschap, alles zal doen wat nodig is om weer in een goed blaadje bij Bush te komen, zelfs als dat betekent de last-minute-wetten van Chrétien terugdraaien.

Dat is allemaal voorspelbaar. De onbekende factor is hoe het Canadese volk zal reageren. Zullen we opnieuw de gehoorzaamheid omarmen, of zullen we méér eisen van die hele onafhankelijkheid-toestand? Nou, tot nu toe zijn er geen tekenen dat we ons terugtrekken.

Het Pentagon mag dan een high-tech-versie van «gaydar» ontwikkelen om de noordgrens in de gaten te houden, en John Walters mag dan fondsen weghalen bij Columbia om «Plan Canuckistan» te kunnen lanceren — maar wij zijn niet bang. Voor een land dat zo lang saai is geweest als wij kan er misschien iets verslavender zijn dan seks en drugs: interessant zijn.

Vertaling: Rob van Erkelens