
Opera Zuid heeft al verschillende keren laten zien dat zij wel raad weten met het werk van de Duits-Franse componist Jacques Offenbach (1819-1880). Nu spelen ze een spectaculaire voorstelling van zijn Orphée aux Enfers, uit 1858, een opéra bouffe als voorloper van wat later de operette is geworden.
Je kunt voor de vormgeving van deze versie van het Orpheus-verhaal drie kanten uit: die van de Griekse goden en halfgoden van 2500 jaar geleden, het Parijs in de tijd van Napoleon III toen Offenbach zijn muziektheater maakte of onze eigen tijd, als je ervan uitgaat dat Offenbachs satire ook nu nog ergens op slaat.
Het werd de Olympus. Kostuumontwerper Marrit van der Burgt kiest voor exuberante oud-Griekse kleren en de vele krankzinnige pruiken zijn van Pilo Pilkes. Het decor van Marloes van der Hoek en Wikke van Houwelingen is opzettelijk knullig, vol kartonnen Griekse beelden en zuilen. Het is nu, helemaal in de geest van Offenbach, vooral een parodie op al die oude mythen over Olympische goden. Jupiter (Roger Smeets) gaat steeds vreemd, al doet hij de praatjes daarover af als ‘cancan’ (roddel en nepnieuws), Juno (Francis van Broekhuizen) is daar natuurlijk vreselijk boos over, maar zij is hier zo verstandig zelf maar te kiezen voor een aantrekkelijk duiveltje. Van het negentiende-eeuwse Parijs zien we niets, van de huidige tijd maar een glimp, al heeft regisseur Benjamin Prins in zijn bewerking af en toe een actualisering toegepast (‘Geef mij maar een gin-tonic in plaats van altijd nectar en ambrozijn’).
Toch is de bewerking door Offenbach en zijn librettisten van de mythe op één punt hoogst actueel: doordat zij in deze opera een belangrijke rol geven aan L’Opinion publique, die overal haar neus tussen stopt. Hier is dat Thomas Morris in travestie als een tamelijk tuttige oude dame, terwijl het volgens mij ook veel nieuwere verschijnselen had kunnen gaan zoals influencers en sociale media.
Het is een geweldige show geworden met uitbundige muziek vol citaten en parodieën door de philharmonie zuidnederland onder dirigent Enrico Delamboye. En veel uitmuntende dans (choreografie Willy Laury) door vijf dansers die als schapen, engelen, duivels en herders zijn verkleed. De mythes worden verrassend omgekeerd. Orpheus (Mathys Lagier) is een saaie vioolleraar die veel meer van zijn viool houdt dan van Eurydice, een buitengewoon fraaie en fraai zingende Amel Brahim-Djelloul. Die wordt maar al te graag naar de onderwereld ontvoerd door Pluto (Mark Omvlee) maar aan het einde komt zij op voor zichzelf.
Uiteindelijk komen de slaperige goden van de Olympus in opstand en gaan met z’n allen in galop naar de onderwereld, om Eurydice te zoeken en om hun verveling te verdrijven. Ze zingen daarbij een meeslepende Galop Infernal. Die schijnt later door de Moulin Rouge te zijn overgenomen als cancan. Of zou dat ook nepnieuws zijn?
Orphée aux Enfers t/m 22 juni