Wat is het een prachtig toneelstuk, De Caracal van Judith Herzberg. We zien en horen één vrouw, met één telefoon, één avond lang. Zij is de directeur van een school en vrijgezel. Door wat zij in de telefoon zegt verbeelden wij ons een aantal verhalen: een drama, een erotisch blijspel, een detective, iets metafysisch over de dood heen en een onderbroekenklucht. Maar vooral leren wij een eenzame vrouw kennen, die wacht op een telefoontje van iemand die van haar houdt. Op het laatste moment neemt zij de telefoon niet op. Omdat zij een heilige is, wat zij zelf ontkent, of omdat zij geen enkele binding aandurft?

Deze monoloog is nu van muziek voorzien door Roderik de Man en wordt gespeeld en gezongen door Helena Rasker, die dat prachtig doet. Zij is iets te jong en te mooi voor de rol, maar daardoor wordt de tekst nog intrigerender. De muziek is ondersteunend, niet al te verrassend, maar leidt ook niet af, de tekst wordt grotendeels gesproken en alleen af en toe gezongen, als de emotie toeslaat. De muziekinstrumenten (klarinet, saxofoon, fluit accordeon) zouden degenen voorstellen die aan de andere kant van de telefoonlijn zitten. Gelukkig is dat mislukt, want dat zou onze verbeelding alleen maar in de weg staan. O ja, over de caracal wordt veel gesproken en gezongen, maar wat het is komen we niet te weten. Ook daarbij mag onze verbeelding het werk doen.

Informatie: www.impulseartmanagement.nl