Alle partijen zijn het er over eens: Irak is op de goede weg. Dit op zichzelf is al een onthullende constatering, want vorige week zijn bij een zelfmoordaanslag 63 doden gevallen, er zijn drie Amerikaanse soldaten gesneuveld, de burgers van Bagdad hebben nog altijd maar een paar uur elektriciteit per dag. ‘De goede weg’ heeft in Irak een andere betekenis dan in de rest van de wereld. In ieder geval zijn de grote oliemaatschappijen, Exxon Mobil, Shell, Total en BP, weer terug, 36 jaar nadat Saddam Hoessein hun installaties had genationaliseerd en de concessies had beëindigd. De contracten zijn nog bescheiden, maar dit is in ieder geval een nieuw bruggenhoofd en enorme olievelden liggen op exploitatie te wachten. Wie weet wordt straks de olie weer wat goedkoper.
In neoconservatieve kringen wordt nu aanstalten gemaakt de geschiedenis te herschrijven. Al dit goede nieuws wordt beschouwd als het doorslaggevende bewijs dat Bush en zijn mannen van het eerste uur, Rumsfeld, Wolfowitz, Rice, Feith, Kagan en nog een stuk of wat politici en denkers in 2003 toch gelijk hadden toen ze de oorlog begonnen.
Fatsoenlijker is The Economist. Het weekblad was in 2003 fel voorstander van de aanval. Nu, op 14 juni, stelt het vast dat er de afgelopen maanden veel vooruitgang is geboekt, maar daarmee wil de redactie haar steun niet achteraf rechtvaardigen. ‘Daarvoor zijn er te veel levens vernietigd. De geschiedenis zal vaststellen dat de invasie en de bezetting een debacle zijn.’ En hoewel er nu meer reden tot hoop is, is de wederopbouw nog altijd een wankele onderneming. We blijven nieuwsgierig naar wat er nu in Den Haag wordt gedacht over het complex-Irak. Als kleine knechten hebben we de aanval gesteund, ‘omdat Saddam Hoessein alle resoluties van de Verenigde Naties aan zijn laars had gelapt’. Het ging toen over de vreselijke wapens die niet bleken te bestaan. Onze inlichtingendiensten twijfelden, maar we moesten Washington trouw blijven. Nog altijd mogen we niet weten wat zich destijds in onze hoogste kringen heeft afgespeeld en wat daar nu van die historische besluitvorming wordt gedacht.
Dit terzijde. De grote vraag is hoe duurzaam we de vooruitgang kunnen beschouwen. De Amerikaanse aanwezigheid is een van de grote onderwerpen in de strijd tussen McCain en Obama. Hoe lang moeten de troepen blijven? Honderd jaar desnoods of tot 2013 of binnen zestien maanden weg? Wil McCain van het land eigenlijk een Amerikaanse vazalstaat maken? Dan legt hij daarmee misschien de grondslag voor een nieuwe rampzalige ontwikkeling, want daarmee is dan de volgende vorm van neokolonialisme in het Midden-Oosten geïntroduceerd. Dus nieuwe, onvoorspelbare ellende.
Wat zouden we kunnen verwachten van Irak na een versnelde aftocht volgens de denkbeelden van Obama? Zouden zestien maanden voldoende zijn om sjiieten, soennieten en het Mahdi-leger van Moqtada al-Sadr met elkaar te laten verzoenen, al-Qaeda in Mesopotamië definitief te verslaan, de olie-industrie volledig te herstellen? Of breekt na het vertrek van de Amerikanen de hel weer los? Dat weet niemand. De waarheid van Irak is op dit ogenblik dat Washington zichzelf daar heeft gegijzeld. In The New York Times noemt Frank Rich het een Catch 22, de door Joseph Heller beschreven klassieke situatie waarin het voor de held altijd verkeerd afloopt, omdat hij zijn lot aan onverzoenbare factoren heeft verbonden.
Irak is behalve een verwoest land dat zich nu langzaam aan een burgeroorlog ontworstelt ook een onderdeel van een nieuw gevaarlijk conflict in verregaande staat van ontwikkeling. Wat de Iraanse president Ahmadinejad ook beweert en bezweert, het Westen is ervan overtuigd dat zijn nucleaire installaties geen vreedzame doelen dienen, maar dat Iran aan een kernbom werkt. Onlangs is de Iraakse premier Nouri al-Maliki bij hem op bezoek geweest. Bij die gelegenheid zwoer hij dat Irak nooit als basis voor een aanval op Iran zal worden gebruikt. Door de oorlog in Irak is Iran toch al van zijn grootste vijand bevrijd. Al-Maliki is nu bezig er een betrouwbare buur van te maken.
Als Ahmadinejad liegt, hoe ver is Iran dan nog van de bom verwijderd? Volgens pessimistische schattingen één tot twee jaar. Israël zal zich niet laten verrassen. Begin deze maand heeft de Israëlische luchtmacht omvangrijke oefeningen gehouden, als een repetitie voor een eventuele verwoesting van de Iraanse kerninstallaties. Bij president Bush liggen ‘alle opties op tafel’. Het kan zijn dat het in Irak na vijf jaar beter gaat, maar een nieuwe grenzeloos ontwrichtende oorlog komt dichterbij. Niemand kan zich voorstellen wat de gevolgen van een preventieve aanval op Iran zouden zijn. Dan hebben we slechts één zekerheid: de olie wordt nog duurder.