© ANGEL BOLIGAN / CAGLE

De eerste dag bleef het nog bij leedvermaak. Beatrix von Storch, de vice-fractievoorzitter van de nieuw-rechtse AfD, stuurde een tweet over ‘barbaarse islamitische horden’ het nieuwe jaar in. Haar bericht, een boze reactie op een nieuwjaarsgroet van de Keulse politie in het Arabisch, was na korte tijd niet meer op te roepen, haar account werd voor een paar uur geblokkeerd.

De tweede dag sloeg het leedvermaak in de Duitse media echter al om in verontwaardiging, want nu werd ook de ‘goede’ zijde van het politieke slagveld getroffen. Het gewaardeerde satiretijdschrift Titanic plaatste als reactie op Von Storch een ironisch bedoelde tweet, ook over Arabische ‘horden van barbaren’ in de Keulse oudejaarsnacht – en nu werd ook Titanic op Twitter geblokkeerd.

In Duitsland is op 1 januari een wet ingegaan waardoor strenger opgetreden kan worden tegen ‘haatberichten’, ‘nepnieuws’ en discriminatie op internet. Het Netzwerkdurchsetzungsgesetz, zoals de nieuwe wet in ambtelijk Duits heet, wil de eerste in Europa zijn die dit doet, maar tot nu toe zijn het voornamelijk meldingen van fouten die het debat erover beheersen.

In het kort komt de zogeheten ‘NetzDG’ erop neer dat als bedrijven voor sociale media niet ingaan op klachten van gebruikers over vermeende ‘haatberichten’ of andere illegale uitingen ze boetes tot vijftig miljoen euro kunnen krijgen. De bedrijven zijn daarnaast verplicht ervoor te zorgen dat er in Duitsland duidelijke aanspreekpartners te vinden zijn voor iedereen die een klacht heeft.

Al midden 2017 – de wet werd in juni aangenomen – heeft zich echter een haast onwaarschijnlijk brede coalitie tegen de wet gekeerd. De AfD, de partij die het meest afhankelijk is van de sociale media, is hierbij het luidst. Volgens deze Duitse pvv-variant is de NetzDG niets minder dan ‘censuur’. De wet zou slechts een middel van politiek links zijn om onwelkome meningen van rechts, van henzelf, weg te drukken. Onzin, vindt Heiko Maas, de sociaal-democratische minister van Justitie, die de wet heeft ingesteld. De staat bepaalt niet wat weg moet, de verantwoordelijkheid ligt bij de bedrijven. De NetzDG is in feite geen níeuwe wet, maar slechts bedoeld als een prikkel om de in Duitsland geldende wetgeving naar grote Amerikaanse bedrijven als Twitter, YouTube en Facebook online ‘door te zetten’ – vandaar ook de alom bespotte naam ‘Netzwerk-durchsetzungs-gesetz’.

De verdediging van Maas neemt niet weg dat hij in de nieuwe Bondsdag de voltallige oppositie tegen zich heeft. De Groenen en de liberale fdp, beide voor de aanpak van haatberichten op het internet, vinden de NetzDG vooral slecht uitgewerkt. De NetzDG werd op de laatste dag van de officiële regeringsperiode ‘erdoorheen gejast’, toen alle aandacht ging naar de nieuwe wet voor het homohuwelijk.

Het grootste principiële probleem aan de wet vinden zij dat particuliere ondernemingen vanaf nu beslissen hoe de ‘vrijheid van meningsuiting’ wordt toegepast. Als handleiding staan in de nieuwe wet slechts twee criteria. Het eerste betreft ‘duidelijk strafbare inhoud’, die binnen 24 uur verwijderd dient te worden. Het tweede wordt omschreven als ‘minder duidelijke strafbare inhoud’, die binnen een week moet zijn verdwenen. Maar hoe kan een niet-gespecialiseerde Twitter- of Facebook-medewerker, die naar verluidt slechts acht seconden voor een beoordeling heeft, van een bericht weten wat mag en wat niet?

‘Haat-criminaliteit is geen uitdrukking van de vrijheid van meningsuiting, maar een aanval op die vrijheid’

Praktisch leidt de wet daarom tot chaos, zoals te zien is aan de zogeheten ‘overblocking’, vinden de Groenen en liberalen: de sociale-mediabedrijven wissen liever een paar berichten te veel dan dat ze er te weinig wissen en achteraf met een boete geconfronteerd worden. Het Duitse Journalistenverband spreekt daarom van een ‘gaga-wet’, die in die zin de vrijheid van meningsuiting beperkt.

Voor het buitenland zijn de gevolgen van de NetzDG niettemin van belang. Overheden zijn de laatste paar jaar steeds meer op zoek naar een manier om de sociale media te kunnen controleren, zegt Arno Lodder, Nederlands hoogleraar voor internetrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het gebrek aan controle van de sociale media wordt sinds de schandalen rondom fake news zelfs in Amerika bekritiseerd. ‘De sociale media hebben een enorme invloed, en zouden daarom ook meer verantwoordelijkheid moeten nemen.’

Over de wijze waarop die controle moet toenemen neemt de Duitse regering alleen een andere positie in dan andere westerse landen. De EU wil tot nu toe de regulering aan de bedrijven zelf overlaten. De Europese Commissie, maar ook de Nederlandse regering, ziet daarom niets in een eigen variant op de Duitse wet.

De Duitse Alleingang is niet los te zien van het jaar 2015. Het was het jaar van de vluchtelingencrisis, maar ook van de opkomst van de AfD. Volgens de Duitse minister van Justitie is sinds dat jaar het aantal gevallen van ‘haat-criminaliteit’ op internet verdrievoudigd. Hoewel justitie er meermaals op heeft aangedrongen dit terug te dringen, bleken Amerikaanse bedrijven als Twitter en Facebook dat niet te doen. Voor juridische bezwaren werd je doorverwezen naar het Amerikaanse kantoor, en een behandeling ervan kon maanden duren.

De Amerikaanse bedrijven vallen onder de e-Commerce-richtlijn van de EU; die was bedoeld om de internethandel te laten bloeien, en dat kon het best zonder overheidsbemoeienis, vond men. De bedrijven, die miljarden dollars beurswaarde hebben, zijn volgens hun Duitse critici daarom veel te weinig gericht op de controle van de inhoud.

Twitter werkte lang met computerprogramma’s die ongewenste inhoud eruit moest filteren. Het rijkere Facebook heeft sinds een paar jaar het Berlijnse bedrijf Alvaro ingehuurd als een ‘wis-centrum’ voor Duitsland. Ongeveer zevenhonderd medewerkers controleren daar berichten op ‘aanstootgevende inhoud’, zoals kinderporno en geweld. Alvaro staat bekend als een extreem gesloten organisatie, waar journalisten en politici nauwelijks binnenkomen.

Maar vooral cruciaal voor het conflict tussen de bedrijven en de Duitse wet is de andere voorstelling over de vrijheid van meningsuiting, zegt de jurist Ulf Bornemann van het Duitse verband van rechters, een van de weinige deskundigen die zich openlijk vóór de wet uitspreekt. Facebook en Twitter zijn uiterst actief om zelfs het vermoeden van een ontblote borst van hun sites te weren. Maar voor politiek haatzaaien is er nauwelijks aandacht. In Duitsland, zegt Bornemann, zijn als gevolg van het nationaal-socialistische verleden bepaalde politieke uitingen strafbaar die in de VS onder de freedom of speech vallen, zoals het ontkennen van de holocaust. Als er geen ‘echte dreiging van geweld’ is, is er hierbij weinig juridische steun vanuit Amerika te verwachten.

Veel rechtse politici, bloggers of activisten presenteren zich graag als ‘slachtoffer van de linkse dictatuur’

Dat daar iets aan gedaan dient te worden, vinden in principe velen in Duitsland. Een commentator van Die Zeit beschrijft hoe de sociale media ervoor hebben gezorgd dat het ‘politieke zuiveringsmechanisme’ verloren is geraakt dat in de Duitse openbare ruimte zo lang de norm was. Het naoorlogse West-Duitsland had dat nog wel: ‘Wie racistisch of nazi-achtig sprak, werd van het toneel verbannen.’

Minister Maas neemt met zijn wet dan ook een duidelijke politieke positie in. Hij schreef vorig jaar in zijn boek Opstaan niet wegduiken: Een strategie tegen rechts hoe ‘de openbare democratische ruimtes van het internet’ tegen rechts beschermd moeten worden. ‘Haat-criminaliteit is geen uitdrukking van de vrijheid van meningsuiting’, vindt Maas, ‘maar een aanval op die vrijheid van anderen.’

Maar de politieke motivatie maakt de NetzDG ook voor niet-rechtse critici omstreden. De wet zorgt juist voor een tegengesteld effect, schrijft de bekende internetblogger Sacha Lobo op Spiegel Online. Volgens Lobo, een voorstander van betere controle van de sociale media, zorgt de wet van Maas ervoor dat ‘rechtse haat’ op het net slechts zal toenemen.

Veel rechtse politici, bloggers of activisten presenteren zich inmiddels graag als ‘slachtoffer van de linkse dictatuur’. Een gewiste account of een geblokkeerde tweet geldt in die kringen nu als een medaille in de strijd tegen ‘die daar boven’. Boulevardblad Bild heeft de term ‘Meinungsmartyrer’ voor deze vorm van slachtofferschap bedacht: meningsmartelaren. De gevolgen van deze nieuwe online heroïek zijn nu al merkbaar. De Identitaire Beweging, een nieuw-rechtse activistische organisatie die in Duitsland vooral onder jongeren in opkomst is, roept op tot extra vastbesloten verzet. ‘Wíj hebben ons niet geradicaliseerd’, zegt hun voorman. ‘Zíj hebben zich geradicaliseerd.’ Een eerste vorm van verzet: rechts roept zijn aanhangers op de NetzDG te gebruiken om linkse stemmen op Facebook of Twitter massaal aan te klagen.

Door al deze complicaties is de wet volgens de Nederlander Arno Lodder een ‘zeer lastige kwestie’. Hij vindt de NetzDG geen censuur, maar ze kan wél een gevaar voor de vrijheid van meningsuiting worden, als er steeds meer klachten worden ingediend omdat de mening van een ander iemand niet bevalt. Aan de andere kant zorgt de wet er niet voor dat Facebook of Twitter actiever monitoren wat er op hun sites gebeurt, zoals in het recente geval van een live moord cruciaal zou zijn geweest. ‘Je mag in de EU niet verplichten tot monitoren. Dat actief ingegrepen zou moeten worden bij live streaming van verkrachtingen en moorden is zeker zo, maar dat kan je niet wettelijk regelen, en moet je ook niet willen.’

Tegelijk zijn er toch ook een paar positieve gevolgen van de wet aan te wijzen, zegt hij. De Amerikaanse sociale-mediabedrijven waren eerst nauwelijks bereikbaar voor klachten, nu hebben ze in ieder geval aanspreekpunten in Duitsland. Naast het ‘wis-centrum’ in Berlijn heeft Facebook in Essen eind 2017 een tweede centrum met een paar honderd medewerkers geopend – al zegt Facebook dat het sowieso van plan was wereldwijd het aantal controleurs uit te breiden.

Kan de NetzDG dan toch nog zinvol voor de rest van Europa worden? Ook in Duitsland zelf klinken na de eerste weken van verontwaardiging gematigd positieve geluiden. Kranten als de Frankfurter Allgemeine, Die Zeit en de Süddeutsche wijzen op de mogelijke ‘civiliserende werking’ die preventief van de wet kan uitgaan.

Maar zelfs deze voorstanders vinden dat de wet alleen zal werken als ze verder wordt aangepast. De Duitse journalist Richard Gutjahr, wiens gezin op sociale media door aanhangers van complottheorieën wordt bedreigd sinds het de aanslag in Nice heeft overleefd, vindt dat de wetgever online vooral consequenter moet optreden dan hij doet. Tot nu toe blijkt de NetzDG daar niet voor te zorgen – door het wissen van berichten wordt nu bewijsmateriaal vernietigd vóór justitie eindelijk zo ver is, schrijft hij.

Over een half jaar wordt de wet door de regering ‘geëvalueerd’, schrijft Die Zeit, maar de kans op aanpassingen is sinds afgelopen zondag een stuk geringer geworden. De spd, de partij van Heiko Maas, heeft gestemd voor een voortzetting van een ‘grote coalitie’ met Angela Merkels cdu/csu; een grote verandering van hun eigen NetzDG zal nu geen prioriteit hebben.