Als zakenman had Donald Trump een heldere methode als hij weer eens in de problemen was gekomen: de tegenpartij bestoken met beschuldigingen en rechtszaken tot niemand meer precies wist hoe het nou zat. Het is niet verrassend dat hij dat ook doet nu het coronavirus door de VS raast en Trump de situatie even strak in de hand heeft als elk ander serieus beleidsstuk dat het ongeluk heeft in het Witte Huis te belanden. Maar ditmaal ontneemt Trumps theater niet het zicht op zijn falen, maar op het feit dat hij best een punt heeft.
Patiënt nul van de ebola-uitbraak in West-Afrika van 2014 was de tweejarige Emile Ouamouno uit het dorp Meliandou in Guinee. Met andere kinderen speelde Emile bij een holle boom in het bos, waar ze kleine vleermuizen plaagden of probeerden te vangen die in de boom sliepen. Het is onduidelijk of Emile werd gebeten of op een andere manier aan het ebolavirus kwam, maar duidelijk is wel dat hij een paar dagen later stierf, daarna zijn zus, zijn moeder, een verpleegster. Emile had een dodelijke keten in gang gezet die tien landen bereikte, waaronder Spanje en de VS.
Het is helder dat in zo’n scenario niemand giftig op een ander hoeft te zijn over de manier waarop het virus de mensenwereld in kwam. Dat is anders als een pandemie begint op een markt waar dieren waarvan bekend is dat ze voor mensen gevaarlijke virussen kunnen dragen worden verhandeld. Op een manier waarvan bekend is dat die risico’s draagt, in een land waar precies zo’n virus eerder deze eeuw op mensen oversloeg, en die uitbraak vervolgens wekenlang wordt ontkend en verdoezeld. In het land, bovendien, waar wetenschappers hun scenario’s voor pandemieën meestal laten beginnen, omdat de wijze waarop dieren worden gegeten en verhandeld al talloze malen als gezondheidsrisico is aangewezen en China overduidelijk de slagkracht heeft om daar wat aan te doen. China wijst niet alleen elke suggestie in die richting woedend van de hand als racisme, maar is ook bezig met een soort ereronde door de wereld om applaus te vragen voor de uitmuntende wijze waarop het de epidemie heeft ingedamd. Dat lijkt niet erg verstandig. Om te beginnen is het nogal irritant, nu de meeste landen ter wereld nog midden in hun coronapiek zitten, of met angst en beven afwachten wat komen gaat. Maar het geeft ook een naar voorproefje van wat Chinees leiderschap in de wereld betekent. Dat lijkt akelig veel op wat China ook binnen de eigen grenzen doet: Beijing schrijft de waarheid voor, ook als die in strijd is met de werkelijkheid, en wie niet volgzaam is kan rekenen op de zware hand. Op dit moment is dat een soort mondkapjesafpersing, die inhoudt dat China brutale landen dreigt met een onmiddellijk handelsembargo op elk medisch product dat uit China moet komen.
Uitdragers van die lijn behoren tot een nieuw type diplomaat dat China de afgelopen jaren de wereld in heeft gestuurd: jong, actief op sociale media en assertief – grenzend aan agressief – in het uitdragen van de partijkoers uit Beijing. Dat heeft de afgelopen weken in tal van landen tot botsingen geleid. In sommige landen liepen de ruzies op tot ministersniveau, Nederland kreeg vorige week een officieel dreigement. Maar ook in landen die zwakker staan tegenover China gaat het mis. In een handvol landen in Afrika en Centraal-Azië moesten Chinese ambassadeurs officieel uitleg komen geven.
In lijn met de koers in Beijing zien die diplomaten-nieuwe stijl verwijten en oproepen om schadevergoeding als analoog aan de Bokseropstand van 1900, tegen de koloniale uitbuiting van China. Die eindigde met nog meer koloniale uitbuiting, en een schadevergoeding die China werd opgelegd voor de stuitende opstand tegen zijn eigen bezetting. Voor China is het idee van schadevergoeding synoniem aan de schandalige rekening uit de Boksertijd. Maar de vergelijking eindigt daar niet. Voor Chinese staatsmedia riekt elk coronagerelateerd verwijt naar 1900: naar kolonialisme en blaming the victim. In een wereld die door de idiotie van Trump met nieuwe interesse keek wat China nog meer te bieden heeft behalve een dynamische economie, is dat een verbijsterend eigen doelpunt.