Het grootste slachtoffer van spionage is China zelf, zegt de Chinese overheid. Een rapport van de Chinese Academie voor Cyber Space bewijst dat. In dat rapport, dat daags na de Amerikaanse beschuldigingen werd uitgebracht, staat dat de Amerikanen al decennialang Chinese bedrijven bespioneren. Afluisterapparatuur bleek bijvoorbeeld te zijn geïnstalleerd in de muren van de ambassade in Australië. Dat zou zijn gebeurd bij de bouw in 1990. Recenter, sinds 2009, zou de nsa toegang hebben tot klantgegevens en productinformatie van telecombedrijf Huawei.

‘Wat betreft internetveiligheid voelen we ons erg onzeker in dit gebouw’, zei een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken op de staatstelevisie. ‘E-mails met verdachte bijlages, servers die dienst weigeren, moeite met inloggen… dat we gehackt zijn is nu erg evident.’

De Chinese overheid kwam acuut met tegenmaatregelen. De samenwerking met Amerikaanse adviesbureaus als McKinsey en de Boston Consulting Group werd opgezegd en per direct werd Windows 8 gewist van de computers van de centrale overheid. Het ministerie van Financiën heeft banken opgeroepen om geen ibm-servers meer te gebruiken en bedrijven wordt afgeraden om te werken met Amerikaanse accountants. Politieke samenwerking in de China-US Cyber Working Group werd opgezegd.

Sinds de onthullingen van Edward Snowden, een jaar geleden, hebben de Verenigde Staten alle schijn tegen. Wat dat betreft is deze nieuwe controverse een déjà-vu: begin vorig jaar kondigden de VS aan dat ze actie zouden gaan ondernemen tegen cyberaanvallen van de Chinese militaire dienst. Amerika werd vervolgens in zijn hemd gezet door Snowden, die bewees dat Amerika wereldwijd alles en iedereen in de gaten houdt.

Bij gebrek aan een nieuwe Snowden moet China het hebben van zijn eigen rapport. Maar misschien is al deze ophef vooral voor binnenlands nut. De zaak was een fijne bliksemafleider: terwijl de hele wereld herdacht hoe 25 jaar geleden de opstand op het Tiananmenplein werd neergeslagen, stonden de Chinese voorpagina’s vol met berichten over de ‘cyberoorlog’. Door zich te wentelen in verontwaardiging hoefde China zijn eigen schaamte over de gebeurtenissen van destijds niet onder ogen te zien.