Ajax kraakt. De club heeft onderzoek laten doen naar het beleid van de afgelopen tien jaar. De conclusies van de commissie zijn ingeslagen als een vuurwerkbom. Van onder tot boven in de hele organisatie van de AFC Ajax NV is het mis. We hebben het over een bedrijf. Met aandeelhouders en een beursnotering. ‘Het product voetbal verkopen’ is de core business van Ajax.

De structuur van de organisatie is duizelingwekkend uitgebreid en complex. Er zijn drie directeuren en handenvol adviseurs. Langs tientallen vertakkingen in de hiërarchie komen we bij afdelingen als Supporterszaken, Controlling, Automatisering, Media, Museum, Communicatie, Spelershome, Allianties en Scouting.

En het werkt allemaal voor geen meter, blijkt nu. Met name algemeen directeur Maarten Fontein krijgt kritiek. Niet alleen op zijn beleid, maar ook op zijn persoonlijkheid. Hij is geen ‘warme man’. Hij heeft niet gezorgd voor ‘rust en continuïteit’ in het besturen. Integendeel, ‘er is sprake van een hoge mate van grilligheid in de besluitvormingsprocessen’. Dingen gaan mis ‘door persoonlijk gedrag ten gevolge van gebrek aan onderling vertrouwen’. Kortom: ‘Er is onvoldoende inspirerend leiderschap van de directie.’ Bij de selectie van de algemeen directeur is ‘te veel nadruk (…) gelegd op internationale ervaring en commerciële kwaliteiten, terwijl specifieke eisen op het gebied van sociale cohesie, leiderschap, voetbalkennis, mediapresentatie en warmte hadden moeten worden gesteld’.

De managers hebben ondermaats gepresteerd. Dat zijn de mannen in pakken aan het hoofd. Aan de andere kant van het systeem staan de supporters, die trouw naar het stadion blijven komen. Die van Ajax houden als van hun hond. Meer nog. Als van hun moeder. Meer nog.

Wellicht is het de schuld van de afdeling Supportersbeleid, of Supportersbalie dat er ‘erosie’ heeft plaatsgevonden. Het rapport Op weg naar winst: ‘Er is sprake van erosie van clubliefde.’ Dat slaat vast niet op de supporters, maar op de managers. Die zijn vooral bezig met checks and balances. Hun liefde is geërodeerd. Daarom vervolgt het rapport met: ‘Het gevoel van het zijn van een voetbalclub moet in alle lagen van de organisatie terugkeren.’

‘Het gevoel van het zijn van een voetbalclub moet in alle lagen van de organisatie terugkeren.’ Jawel.

De mannen in de pakken ontberen het gevoel van het zijn van een voetbalclub. Laat staan dat dat in alle lagen te vinden is, dat gevoel. Misschien op de afdeling PR & Maatsch. Verantw., maar verder niet. Er zitten geen echte Ajacieden bij Ajax, daar gaat het om. Mannen met een rood-wit hart. Die gras door de aderen hebben stromen. Die Ajax eten, drinken en ademen. Die kerels hebben wél nog het gevoel van het zijn van een voetbalclub.

De paar echte Ajax-mensen die bij de club betrokken zijn, werken als scouts. Een scout reist door het land, ziet duizenden jonge spelers, beoordeelt ze op hun kwaliteiten en rapporteert of ze door Ajax aangetrokken moeten worden.

De scouts van Ajax zijn echte Ajax-mannen. Die zelf nog hebben gespeeld in het eerste. Gerrie Mühren bijvoorbeeld. Of Ton Pronk. Het rapport meldt: ‘De scouting voelt zich niet meer serieus genomen.’

Arme scouts. Lopen zich het vuur uit de sportschoenen voor hun club, en dan zien ze dat er sprake is van erosie van clubliefde. Dat het gevoel van het zijn van een voetbalclub is verdwenen, uit alle lagen van de organisatie.

Gelukkig worden er aanbevelingen gedaan door de commissie. Er moet een nieuwe directeur komen die thuis is in de voetbalwereld. Hij is ‘het boegbeeld van de club naar buiten’. Ook moet hij ‘een people manager’ zijn en beschikken over ‘een warme persoonlijkheid’. Tevens moet hij ervoor zorgen dat het nooit meer regent en dat er wereldvrede komt.

Ajax moet weer een club worden. Met trouwe leden en toegewijde bestuurders. En met clubliefde vooral. Laat Ajax Werther Nieland maar eens lezen, en luisteren naar Elmer. Dan leren ze misschien iets.

‘Er komt een club. Er zijn al belangrijke berichten verzonden. Als er iemand is die de club wil verpesten dan wordt zijn lul afgesneden. Ik zal nu eens precies vertellen wat voor een club het wordt. (…) Het is niet de bedoeling dat onze club alleen maar feestmiddagen houdt: we zullen nog andere vergaderingen moeten houden, over ernstige dingen. We moeten een flinke, sterke club, een club op voeten krijgen. Papieren leden kunnen we niet gebruiken. Aan leden die alleen maar lid zijn, maar verder iedereen voor de gek houden, daar hebben we niets aan.’

Precies. Misschien keert dan het gevoel van het zijn van een voetbalclub terug. In alle lagen.