Oppositie-kandidaat Óscar Iván Zuluaga had beter moeten weten, maar hij is niet meer dan de stroman van ex-president Álvaro Uribe en die houdt nu eenmaal van hard tegen hard.
Je kunt Juan Manuel Santos, in het verleden als minister van Defensie verantwoordelijk voor de oorlogvoering tegen de farc, van een hoop beschuldigen, maar niet dat hij links is. Hij is een telg uit een van de voornaamste geslachten van de Colombiaanse elite die vanaf zijn geboorte werd klaargestoomd voor het hoogste ambt. Het is waar dat zijn alliantie met de linkse partijen hem in de tweede ronde de zege bracht, maar dat was een strategische keuze: voor links geldt dat alles beter is dan een terugkeer aan de macht van Uribe of een van diens zetbazen.
De verkiezingsstrijd draaide volledig om de vraag: wel of niet verder onderhandelen met de farc? Zuluaga verdedigde het standpunt van Uribe dat de guerrillabeweging puur met militaire middelen dient te worden vernietigd. Santos vond dat ooit ook, maar ontdekte twee jaar geleden de mogelijkheid om te onderhandelen. Dat maakte hem in de ogen van Uribe een landverrader.
Het is de eerste keer in vijftig jaar dat er echt onderhandeld wordt over vrede. Het is begrijpelijk dat, ondanks de verkiezingszege van Santos, de Colombianen geen al te hoge verwachtingen hebben, gezien de zeperds in het verleden. In de eerste ronde was de opkomst slechts veertig procent, in de tweede iets beter met 47 procent. Meer dan de helft van de kiezers, meer dan zeventien miljoen Colombianen, bleef thuis, en nog eens ruim zeshonderdduizend stemden blanco.
Dat komt niet alleen door een oorlog, die voor een flink deel van de Colombianen ver van hun bed is. In het algemeen hebben ze geen hoge pet op van politici. Colombia is het macro-economisch goed gegaan de laatste jaren, maar het is nog altijd een van de landen met de grootste ongelijkheid. De vredesonderhandelingen met onzekere afloop zijn echter te prefereren boven het simpelweg laten doorrotten van de oorlog, die naast 220.000 doden 5,5 miljoen ontheemden heeft gecreëerd. Geen land ter wereld telt meer binnenlandse vluchtelingen, en dat probleem is zonder vrede niet op te lossen.