
Complottheorieën duiken consequent op zodra zich gebeurtenissen voordoen die schreeuwen om een grote verklaring. De Bijlmerramp, de moord op Pim Fortuyn, de vuurwerkramp in Enschede, het neerstorten van de MH17: stuk voor stuk schokkende gebeurtenissen waarbij de officiële verklaringen van de autoriteiten ontoereikend worden geacht, niet worden geloofd of onwelkom zijn. Het is verleidelijk om complottheorieën af te doen als de hobby van malloten of het mentale probleem van verwarde individuen. Het laatste komt regelmatig voor en kan in sommige gevallen tot geweld of bizar gedrag leiden. Maar complottheorieën vinden breder ingang in de samenleving. Interessanter is dan ook de vraag waarom ze naar boven komen drijven en welke maatschappelijke functies ze in het Westen vervullen.
Wantrouwen tegen machthebbers is een schragend element van complottheorieën en vormt een cultureel script waarmee de maatschappelijke verhoudingen van betekenis worden voorzien. In dat script laten oude en nieuwe gebeurtenissen zich gemakkelijk invoegen. De geschiedenis laat immers zien dat kleinere en grotere samenzweringen hebben bestaan om persoonlijke, politieke en economische belangen veilig te stellen. Nederlandse complotdenkers verwijzen bijvoorbeeld graag naar de zaak van de bedrijfsmaatschappelijk werker bij defensie, Fred Spijkers. Nadat een militair bij een ongeluk met een landmijn om het leven was gekomen, kreeg Spijkers de opdracht om de weduwe te vertellen dat eigen nalatigheid de oorzaak van het dodelijk ongeval was – in werkelijkheid bleek het om ondeugdelijke mijnen te gaan. Toen hij dit weigerde te doen, volgde een serie represailles van defensie, inclusief het tot ‘politieke crimineel’ bestempelen en psychiatriseren van Spijkers. Onderzoek door de Ombudsman wees later uit dat de ambtelijke en ministeriële top van defensie de Kamer en de publieke opinie stelselmatig had misleid in deze zaak. Als dat kan, wat is er dan verder wel niet allemaal denkbaar?
In en met complottheorieën worden in feite vaak lastige, maar terechte en fundamentele vragen gesteld naar macht, controle en kennis in een samenleving. In de wetenschap zijn complottheorieën dan ook omschreven als gecodeerde sociale kritieken waarmee een ideologische strijd wordt gevoerd over de betrouwbaarheid en legitimiteit van politieke en sociale instituties. Naarmate macht en controle minder helder zijn georganiseerd in een samenleving neemt de aantrekkingskracht van complottheorieën als alternatief verklaringskader toe. Uit onderzoek van onder meer de Amerikaanse wetenschapper Peter Knight blijkt dat onder veel burgers de angst leeft autonomie te verliezen aan schijnbaar verzelfstandigde en anonieme sociale structuren, zoals een ondoordringbare bureaucratie, autonoom opererende financieel-economische systemen en een politiek systeem dat zich steeds verder buiten de landsgrenzen verplaatst.
Hoogleraar Frank Ankersmit heeft Nederland als een nemocratie getypeerd: we worden geregeerd door een onzichtbare macht, omdat de macht is verschoven naar Brussel, naar banken en multinationals, naar laboratoria en andere maatschappelijke velden waar burgers geen zicht of invloed meer op hebben. Complottheorieën maken die macht weer zichtbaar. Soms is die macht groot en wereldomspannend – de Illuminati, de Nieuwe Wereldorde –, soms kleiner – Bureaus Jeugdzorg die ervan worden beschuldigd kinderen weg te roven voor misbruik door ‘satanische pedoseksuele elitenetwerken’ – en soms krijgt de macht een persoonlijk gezicht. Joris Demmink kan daarover meepraten.
Complottheorieën fungeren daarmee als een substituutideologie die de leegte opvult die is ontstaan nu traditionele politieke ideologieën en religies veel van hun zin- en betekenisgevende kracht verloren hebben. Een complottheorie vormt als het ware een nieuw masternarratief, een groot verhaal dat in staat is verschillende complexe gebeurtenissen te verklaren, vriend en vijand te definiëren en daarmee ook hoop en perspectief te bieden. Dat staat in schril contrast tot het politieke systeem dat is samengeklonterd in een grijs midden en dat een zielloos technocratisch politiek management als dominante taal en methode hanteert. En waar de gevestigde politiek het idee uitdraagt dat er geen wezenlijk alternatief bestaat voor de technocratische facilitering van de vrije markt, beloven complottheorieën dat er wel degelijk verschillen zijn die ertoe doen en vooral dat een radicale verandering van de huidige maatschappij mogelijk is.
Daarmee brengen complottheorieën ook de passie en emotie terug in het politieke debat. Veel complotdenkers zijn betrokken burgers, die zichzelf definiëren als ‘klokkenluiders’, ‘waarheidszoekers’, ‘verzetsstrijders’ of ‘lichtstrijders’: tegen de krachten van het Duister openbaren zij het licht van de Waarheid. Inmiddels bestaat er een heuse canon van klokkenluiders en waarheidszoekers die worden opgevoerd als slachtoffer van een dictatoriale overheid die geen tegenspraak duldt en waarheidszoekers meedogenloos vervolgt – zie Fred Spijkers. De favoriete term is ‘wakker worden’: de complotdenkers zijn al wakker, de grote opgave is om de rest van de bevolking ook wakker te maken. Zoals ‘Johanna’ schreef op de complotwebsite OlympicZion: ‘De waarheid, en de zoeker naar waarheid, worden hier stelselmatig ontkend en belachelijk gemaakt. Dat is een methode om het duistere systeem in takt te houden. Wij, de “complotdenkers” zijn heel gevaarlijk voor hen. We zijn de zoekers naar waarheid en met pijn en moeite dringt die tot ons door.’
Het idee dat de politiek geen perspectief meer in zich draagt, dat het weinig uitmaakt welke politieke partij aan de macht is, dat ondoorgrondelijke machten op Europees of wereldniveau aan de touwtjes trekken, en dat de mening van de burger er niet meer toe doet, is uiteraard niet bepaald voorbehouden aan geharnaste complotdenkers; het is alom aanwezig in de samenleving. Complottheorieën zijn in die zin op te vatten als een manifestatie van de postpolitieke fase waar Nederland zich in bevindt. Wat in het complotdenken overheerst is een harde scheiding die wordt aangebracht tussen het goede volk en een kleine kwaadaardige elite: elk klein of groot ongenoegen laat zich gemakkelijk in deze primaire tegenstelling onderbrengen. Dat leidt politiek gesproken tot vreemde bedpartners.
Wie de complotverhalen volgt, stuit op een volstrekt eclectische soep: libertariërs, rechtspopulisten, New-Agers, aanhangers van het Einde-der-Tijden-denken, fundamentalistische christenen, oud-linksen en individuen die er een hoogst idiosyncratisch wereldbeeld op nahouden – al dan niet als het gevolg van mentale problemen – scharen zich met het grootste gemak achter hetzelfde banier: de strijd tegen een wereldelite die achter de schermen aan de touwtjes trekt en uit is op totale dominantie. ‘Politici, ministers, staatssecretarissen en hun ambtelijke kliek zijn volksgevaarlijke, machtsverslaafde, omgekochte psychopaten – geen ENKELE uitgezonderd’, viel bijvoorbeeld te lezen op de website Herstel de Republiek. De hyperbool wordt meestal niet geschuwd. ‘We staan op de drempel van de uitroeiing van andersdenkenden’, aldus Micha Kat, een van de aanjagers van de zaak-Demmink. ‘Het is erger dan in 1940 mensen, veel erger. Mensen als Samsom en Pechtold tellen de minuten af tot ze “andersdenkenden” in veewagens mogen laden en deporteren naar de Goelag nieuwe stijl.’
‘Er bestaat geen links of rechts er is alleen vrijheid en onderdrukking. Vrijheid is er al lang niet meer geweest, de onderdrukking viert hoogtij!’ viel op OlympicZion te lezen. Steevast luidt de beschuldiging dat sinistere machten achter de schermen een vuig spelletje spelen met als inzet kritische burgers (mond)dood te maken, de vrijheid van meningsuiting de nek om te draaien en een eigen agenda door te voeren die draait om totale controle en onderwerping. Niets is wat het lijkt.
Het postpolitieke karakter uit zich ook in de volstrekt weggeslagen hoop dat traditionele manieren van politiek bedrijven of actie voeren nog een perspectief op verandering in zich dragen. Die hoop is gaandeweg ingeruild voor een terugtrekking uit het systeem – geestelijk of fysiek. ‘Interne migratie’ – het je zo ver mogelijk terugtrekken uit het systeem, of de ‘Matrix’ – is de dominante stemming onder de complotdenkers. Het gaat bovenal om een individuele ‘geestelijke strijd’. Het is een ten diepste spiritueel verlangen naar zingeving, verlichting en een radicaal andere, vredige wereld dat de complottheorieën doordrenkt. Zoals ‘Dick’ het omschreef op de website WanttoKnow: ‘Ik trek VOLKOMEN mijn eigen transparante plan en wil dat ook alleen maar doen met mensen die volkomen TRANSPARANT zijn (…) Nu heb ik 100% in mijzelf geïntegreerd dat mijn Weg er uit bestaat om alleen nog maar energie te steken in de totstandkoming van die Nieuwe Aarde. Ik voel me revolutionair, maar ga niet (meer) Strijden tegen een bestaand systeem, maar me 100% inzetten voor het nieuwe. In mijn visie verdrijft het Licht vanzelf het Duister! Dat is een 100% wetmatigheid van de natuurlijke tijdcycli van hemel en aarde!’
Diverse overheden maken zich inmiddels zorgen over de opkomst van complottheorieën als substituutideologie. De Nederlandse overheid refereerde er bijvoorbeeld aan in de nationale contraterrorismestrategie 2011-2015. Directe aanleiding vormde de poging van Karst Tates om in 2009 in Apeldoorn met zijn auto de koninklijke bus te rammen; een onbekende dader met onbekende motieven die een grote schok in de samenleving veroorzaakte. Maar ook de grote hoeveelheid doodsbedreigingen van onduidelijke signatuur en de haatdragende taal op de sociale media gericht tegen ‘het systeem’ maakten dat de autoriteiten zich serieus bogen over de dreiging die van hermetische complottheorieën kon uitgaan.
Ook de Noorse autoriteiten onderzochten, in de nasleep van de aanslagen van Anders Breivik die mede geïnspireerd werd door de complottheorieën over Eurabië, de risico’s van complotdenkers. Vooral daar waar die theorieën zich verdichten tot een diepgewortelde afkeer van en haat tegen de autoriteiten worden risico’s gesignaleerd. Naast de aanslagen van Breivik zijn er in het buitenland meer voorbeelden bekend van eenlingen die, mede gevoed door complottheorieën, tot geweld zijn overgegaan.
Ook in Nederland is het gehanteerde discours onder complotdenkers vaak haatdragend, bedreigend en soms gewelddadig. Vertegenwoordigers van het systeem wordt van alles toegedicht. De politieke elite bestaat uit ‘zielloze monsters’ die tot alles bereid zijn om de macht te behouden, inclusief executies van tegenstanders, hongersnoden, grieppandemieën, concentratiekampen voor tegenstanders en de uitroeiing van een groot deel van de wereldbevolking. ‘Mind over Matter’ schreef op Klokkenluideronline: ‘Oorlogscriminelen, smerig psychopatentuig, satanaanbiddende engnekken, uitnemen met bijl of vlammenwerper.’ Of zoals ‘Zande’ het op de website Artikel7 verwoordde: ‘De enige goede Oranje, is een aan stukken gehakte Oranje. Vies smerig roofzuchtig gespuis. Stuk voor stuk een waxinelichthouder door hun schedels beuken! Allemaal!’
Maar hoezeer ‘het systeem’ in woord ook wordt aangevallen en gedelegitimeerd en vertegenwoordigers ervan gedehumaniseerd, toch overheerst een defensief verlangen naar wegvluchten uit het systeem. Botsingen met de autoriteiten vinden incidenteel plaats, maar deze blijven vooralsnog relatief moleculair: laster, doodsbedreigingen, beledigingen, ruzies met deurwaarders en woningbouwcoöperaties, heel soms een ouderwetse demonstratie of de narcistische wens roem te vergaren door de wereld op grootse wijze de waarheid te verkondigen. Uiteraard valt niet uit te sluiten dat ook in Nederland een eenling, al dan niet mentaal labiel, gevoed door de systeemhaat die volop onder de complotdenkers floreert, ooit de inspiratie krijgt om met een grote klap een daad te stellen en de rekening te vereffenen. Maar de opkomst van complottheorieën wijst in Nederland vooralsnog eerder op een naderende implosie van het politieke systeem dan een explosie. Het politieke bestel heeft afgedaan in de ogen van complotdenkers, maar een politiek of maatschappelijk alternatief is niet voorhanden. Wat resteert is machteloze woede.
Jelle van Buuren is onderzoeker bij het Haagse Centre of Terrorism and Counter Terrorism
Beeld: Op de grens van Groningen en Haren. Voormalig topambtenaar Joris Demmink zou ook achter de moord op Marianne Vaatstra zitten (Kees van de Veen).