Groot, groter, grootst. Je zou verwachten dat de Britse popdiva Alison Goldfrapp na een aantal steeds pompeuzer wordende albums ook de laatste stap in dit rijtje zou zetten, maar niets is minder waar. Goldfrapps nieuwste, Seventh Tree, is een opvallend ingetogen album, zonder de opzwepende beats of overdadige bombast waar haar vorige album Supernature bijna in verzoop. Met haar kompaan Will Gregory verplaatste Goldfrapp haar focus van de hippe dansvloer naar de intieme huiskamer, en liet ze zich inspireren door het diepe binnenste van haar belevingswereld. De naam van het album kwam tot haar in een droom: daar zag ze een boom waar het getal zeven op stond en zo besloot ze de titel Seventh Tree te gebruiken.
De mooie luisterplaat klinkt vaak dromerig, maar is zeker niet luchtig. De albumfoto’s doen dat al vermoeden: verkleed als piraat kijkt de zangeres je meewarig aan en als een pierrot zit ze met krantenhoedje in een open veld. Op de binnenflap wordt ze met gespreide armen en droevige blik omarmd door een grote uil. De muziek is soms misleidend: het nummer Happiness klinkt met zijn Beach Boys-achtige melodieën en beatleske trompetjes verraderlijk vrolijk, maar heeft niets met jaren-zestig-vrijheid-blijheid te maken. De huichelarij van levensgeluk predikende sektes is hier het onderwerp: ‘Floating in a magic world/ Donate all your money/ We’ll make it better.’
Goldfrapps hoge en melodieuze zang is onveranderd, maar haar stem is beheerster geworden. De muziek is subtiel, met veel akoestische gitaar en gedoseerde elektronica. Erotisch geladen uitbundigheid heeft plaatsgemaakt voor contemplatie; ze uit haar vrouwelijkheid minder expliciet dan voorheen en lijkt meer op Kate Bush dan op Madonna. Misschien heeft het met liefdesverdriet te maken, want op Road to Somewhere zingt Goldfrapp: ‘Rain like daggers comin’ down on me/ Got a feeling it’s too late/ But alone together/ Could be we might start it up all over again.’
Aan het einde van het album hoor je echo’s van het oude geluid. In Cologne Cerrone Houdini klinkt een broeierig verlangen en Caravan Girl heeft een aanstekelijke uptempo-beat. Afsluiter Monster Love is een harmonieuze ballad waarin de seksuele geladenheid van de zang en woorden afspat – het nummer verenigt Goldfrapps meest aantrekkelijke kanten.

Goldfrapp, Seventh Tree (EMI)