De nevelige teksten zijn echter onmiskenbaar van de Noor Jon Fosse. De Ibsen van de 21ste eeuw, heet hij. Niet zo fraai gestoffeerd, kaal, net als deze ruimte. Links de suggestie van een keukenblok met veel drankflessen. In het midden een tafel. De achterwand is van doorschijnend plastic in lange, hoge banen, als van een antiseptische quarantaineruimte, of een huis in zware verbouwing.

Epidemisch besmet, dan wel fataal op instorten, dat lijkt ook de staat van het huwelijk van Ulrike en Richard. Zij de assistente van de conceptuele kunstenaar Serge Haulupa (een pseudoniem vanzelf, ‘Wie heet er nu Haulupa?’). Hij arts inwendige ziekten. Hun kind, Vincent, is een beginnend puber die zich verveelt en alles filmt. Ulrike en Richard kunnen hun gepresseerde leven niet meer aan. Ze zoeken een hulp in huishouden en opvoeding. ‘De dag dat we Jessica Schmitt leerden kennen…’, zo begint hun verhaal. Vanuit het ongrijpbare Niets van Jon Fosse zijn we beland in het kleinburgerlijke, kleinkarierte Nichts van Stück Plastik, geschreven door Marius von Mayenburg (jaargang 1972), een tekst uit 2015, geschreven voor de Berlijnse Schaubühne. De Vlaamse reuzen van STAN spelen. Sara De Roo de onderkoelde Ulrike, Frank Vercruyssen de panische Richard, Damiaan De Schrijver zowel de depressieve kunstenaar als de recalcitrante jongen, Jolente De Keersmaeker ziet het aan als Jessica, die het stukgelopen huwelijk én het postmoderne huis moet opkuisen. Tegen het slot doet ze iets in de bouillabaise. Je haalt per slot van rekening niet ongestraft een engel over de vloer.

Het stuk is slim geschreven, een tekstueel fraai designkostuum voor types uit de hogere middenklasse, het elitaire toneelpubliek staat zelf te kijk, sterke drank in Oud-Zuid. Mensen die liever tegen een burn-out oplopen dan tegen een depressie, want dan heb je te snel geleefd, en dat is cool, een teken dat je hot bent. Aldus de kunstenaar Haulupa, een onwaarschijnlijk geestige ouwehoer, maar wel een ouwehoer die veelvuldig te gast zal zijn in televisiebittertafels waarin talent tegenwoordig wordt ‘gevierd’.

De onderkoelde transparantie in het toneelspelen van de STAN-acteurs, dat heerlijke dansen op een hoog koord zonder vangnet, het maakt de avond veel draaglijker dan het stuk waarschijnlijk van zichzelf is. Deze toneelspelers kunnen uit een goeie Feydeau nog een leuke middelmatige Molière bakken. Maar leuk en middelmatig, daar kom ik niet voor. Misschien ben ik te streng. Het is vast heerlijk om te doen (zo ziet het eruit). Je krijgt waar voor je geld, want je krijgt een fonkelend komediespel waar je normaal in dit land een heel eind voor moet omrijden. Maar toch, dit stuk is in het repertoire van STAN vreemd weefsel, mij te eendimensionaal. Kwestie van smaak waarschijnlijk. Enfin, geloof mij maar niet en oordeel zelf.

Wat/Nu is van 30 maart t/m 2 april te zien in Rotterdam, Utrecht en Haarlem, en tourt verder door Vlaanderen; stan.be

Beeld: van links naar rechts: Sara De Roo, Frank Vercruyssen, Jolente De Keersmaeker en Damiaan De Schrijver in Wat/Nu - foto: Koen Broos