Wat een ongelooflijk moment: een wereld die zo georganiseerd is naar economische en politieke belangen als de onze, en die dan zo gegrepen wordt door een virus dat ieder mens terugbrengt tot een lichaam dat kwetsbaar is en gevaar kan dragen voor anderen. Dat verenigt ons, omdat het samenwerking vereist, en omdat een virus dat geen etnische, sociale of nationale grenzen aanhoudt iedereen een gedeelde ervaring geeft. Daarom viel de toespraak van Mark Rutte ook zo goed, net als de soortgelijke woorden van de Australische premier Scott Morrison, en die van anderen die in normale tijden niet terugschrikken voor polarisatie.
Maar de nieuwe saamhorigheid heeft heldere grenzen. Net als binnen Nederland zou de corona-epidemie reden kunnen zijn voor nieuwe internationale verbondenheid van mensen over landsgrenzen heen. De impuls gaat de andere kant op. Binnen een week sloten onder andere Duitsland, de VS, de EU, Canada en Spanje hun grenzen voor buitenlanders. Op het oog lijkt dat logisch: het virus kwam overal (behalve in China) van over de grenzen, dus het is goed om die dicht te houden. Maar wie daar iets langer over nadenkt, realiseert zich dat het niet veel zin heeft om grenzen dicht te houden als het virus binnen is en vrijwel alle nieuwe besmettingen lokaal zijn. Coronamuren opwerpen is dan niet alleen een loze maatregel, het duidt ook op iets lelijkers: de renationalisatie van oplossingen, en in het verlengde daarvan de renationalisatie van compassie.
Dat is al duidelijk op ons eigen continent, dat het wereldwijde symbool van internationale samenwerking is. Toen vluchtelingen de afgelopen jaren massaal de boot namen naar Griekenland en Italië, verdween de onderlinge solidariteit direct – zowel gevoelsmatig als de concrete afspraken daarover. Dat is op ons coronamoment niet anders. Italië is zwaar getroffen door het coronavirus, en had daar evenveel schuld aan als aan het feit dat de migranten op Lampedusa landden, en niet op Terschelling. Maar toen Italië via het Europese Rampen-centrum de afgelopen maand hulp vroeg aan andere Europese landen kwam er niets, zelfs niet tijdelijk, terwijl landen die zelf veel van Europese solidariteit hebben geprofiteerd honderden malen minder zieken hebben. ‘De coronacrisis is precies zoals de vluchtelingencrisis’, zei de Italiaanse Eurocommissaris tegen Foreign Policy, ‘de landen die het minst geraakt worden, willen meestal niet helpen.’
Het optrekken van coronamuren is ook concreet en daadkrachtig. Op zijn minst zorgt het voor een doortastend imago en liefst valt het samen met bestaande politieke agenda’s. Het is geen toeval dat Donald Trump het coronavirus aanvankelijk aanvoerde als bewijs dat zijn grensmuur gebouwd moet worden, en het vervolgens steevast een ‘buitenlands’ en ‘Chinees’ virus noemt. Het is geen toeval dat China zich wereldwijd presenteert als het land dat corona eronder kreeg – dankzij het Chinese politieke model. En het is geen toeval dat de Europese Commissie de buitengrens van de EU afsloot toen individuele landen hun eigen grenzen begonnen op te trekken – de Commissie verdedigde daarmee het interne vrije verkeer in Europa, want het epicentrum van de wereldwijde epidemie had echt geen coronavirus meer buiten te houden.
Op zijn slechtst is het optrekken van coronamuren een manier om te profiteren van andermans ellende. Wie was werkelijk nog verbaasd toen Donald Trump een Duits bedrijf dat een kansrijk coronavaccin ontwikkelt probeerde te kopen voor een miljard dollar voor exclusief Amerikaans gebruik? Een moraliteit om op de spugen, maar ook een symbool voor de VS van nu, en de internationale betrekkingen van nu.
Misschien kan de coronacrisis een schok zijn die de wereld wegvoert van dat pad. Want het wordt breed geloofd dat de huidige pandemie de wereld overvalt, dat landen wanhopig moeten improviseren om een antwoord te vinden. Maar de internationale structuur om pandemieën te bestrijden ligt er gewoon: de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) heeft noodplannen, instructies en op papier het mandaat om de wereldwijde respons ter hand te nemen. Maar landen negeren dat gewoon, inclusief het advies van de WHO om internationale grenzen open te houden. De wereld nationaliseert tegen een onzichtbare vijand die zich van die grenzen niets aantrekt, en het zal niet werken. Misschien levert dat aan het einde van deze tunnel nog iets goeds op.