De trap van het Stedelijk Museum in Amsterdam heeft veel kunst gezien maar niet eerder, denk ik, werd hij overschaduwd door een gigantische crème brûlée. Op drie schermen vanaf het plafond hangt de geel met bruin gevlekte huid die de ruimte dan weer in een gele gloed laat baden, dan weer in het donker laat. De camera moet er vlak boven hebben gehangen, zo diep glimt de suikerlaag tot in de kleinste oneffenheid en zo scherp tekenen de bruine vlekken zich erop af. Je weet precies hoe een vork erop zou tikken, het glazuur hard en breekbaar als een plakkerige spiegel. En je wilt niets liever dan de laag doorprikken: dit is ‘postdigitale’ kunst, gemaakt door Seth Price (1973), een in Jeruzalem geboren Amerikaan die past in het Stedelijk-rijtje Ed Atkins, Jon Rafman en Jordan Wolfson.

Seth Price is een alleseter. Touwen, bomberjacks, afdrukken van handen en borsten, zoekresultaten van het internet, het zijn veelal gevonden voorwerpen die een plek krijgen in zijn oeuvre. Price blaast zijn spullen vervolgens op, laat ze imploderen of trekt ze vacuüm en presenteert ze als een vanitas-stilleven. Adembenemend mooi is hoe de touwen op zijn panelen in knopen gevangen liggen, vezel voor vezel schijnen door een gladde laag plastic en daar soms plots onderuit piepen. Price weet hoe hij zijn materiaal onnatuurlijk kan laten glimmen, maar ook hoe hij een digitale substantie aan de muur kan hangen, mat en slecht op zijn plaats: hij is meester van een hedendaags chiaroscuro.
Social Synthetic is een goede titel voor de tentoonstelling die gaat over de omgang tussen echt en kunstmatig, tussen mens en machine. Vreemde materialen nodigen de bezoeker uit zich tot hen te verhouden. Op welke manieren kun je plaatsnemen in het ameublement dat Price bouwde met behulp van grafische 3D-programma’s, aan een tafel waarvan een algoritme de route bepaalde die een machine door het materiaal sneed? En hoe pas je als mens in de zaal met oversized kledingstukken? Niets is bij Price wat het lijkt omdat je het niet eerder zo zag. Het blijkt overigens ook geen crème brûlée, die daar boven de trap zweeft.

Maar het zou te gek zijn hier niet te schrijven dat dit alles simpelweg te veel is. Te veel voor een tentoonstelling, obsceen haast voor een eerste overzicht. De kunstwerken van Price in het Stedelijk – zo’n 140 films, tekeningen, geluidsinstallaties, sculpturen, notitieboekjes, kledingstukken en poëzie – lijken boven alles te wijzen naar alles wat nog komen gaat: de mogelijkheden voor kunst met een blik op de wereld als die van Price zijn schier oneindig. Alsof in een onbekende dimensie een lawine heeft plaatsgevonden en de inhoud zo onze wereld binnenschuift. Overweldigend, dat is voor nu mijn gedroomde interpretatie. Liever dan het idee van een showroom van een relatief jonge kunstenaar-in-trek met een klinkende naam.
Seth Price – Social Synthetic, t/m 3 september in het Stedelijk Museum, Amsterdam; stedelijk.nl