De wereld scheerde afgelopen week langs de klif van het onvoorstelbare – althans, dat is de indruk die een gemiddelde krantenlezer zal hebben gehad. Crisis is opeens overal. Met name Europese media legden de doem er dik op. Aangewakkerd door Angela Merkel zelf, beschreven veel media de Europese migratietop als een moment waarop de toekomst van de Europese Unie zou worden beslist, en daarmee de politieke stabiliteit van het hele continent. Goed, een paar dagen later bleek dat we onder die kogel heen waren gedoken, maar er zijn nog steeds tal van haken waar het noodlot zich aan kan vasthechten. Migratie blijft politiek explosief, zowel binnen als tussen Europese landen.

De EU heeft zijn eerste lidstaat (Polen) aangeklaagd vanwege het afbreken van zijn rechtsstaat, en Europa’s populisten werken hard aan een ‘nationalistische internationale’. Trump komt weer langs om de Navo op te blazen en de EU te ondergraven (‘erger dan China’). Hij gaat met Poetin om tafel zitten en gaat daar misschien van alles weggeven. Hij denkt erover om de Amerikaanse soldaten uit Duitsland weg te halen omdat hij zich ergert aan BMW’s op 5th Avenue, en overweegt naar verluidt zelfs om de VS terug te trekken uit de Wereld Handels Organisatie (WTO), de basis van de wereldeconomie. Als kers op de taart ontwaren Amerikaanse economen alweer de tekenen van een naderende economische recessie.

Een fixatie op Trump ontneemt ons het zicht

Zulke tijden vragen om grote woorden, en die worden in toenemende mate geschreven. Aan beide zijden van de oceaan is doorgedrongen dat de Amerikaanse president Trump serieuze schade aanricht aan de politieke en economische betrekkingen in de wereld, en dat levert legio beschouwingen op over het nakende einde van de liberale dan wel ‘op regels gebaseerde’ orde. Die analyses zijn terecht, en ik heb op deze plaats soortgelijke woorden geschreven. Maar er zijn wel een paar belangrijke kanttekeningen bij te maken. Ten eerste ontneemt een fixatie op Trump ons continuïteit, bijvoorbeeld in de EU, en zicht op meer structurele oorzaken van de veranderingen, zoals mondialisering op diverse terreinen en de economische en machtsverschuiving naar Azië.

Ten tweede lijkt er nu een onnodig, permanent crisisgevoel te ontstaan, met de ondergang van de wereld die we kennen steeds nét om de hoek. Als het pendulum zo heftig de andere kant uit zwaait, van geamuseerde half-interesse naar paniek, wordt het weer zaak de boel te sussen: het leven zoals u dat kent, staat niet komend weekend op het spel, of de week daarna. Tegenover de bedreigingen en regelrechte aanvallen op de internationale politieke status-quo staan veel meer belangen en meer stabiliteit dan uit de urgente nieuwsverhalen duidelijk wordt. Ja, er wordt serieus tegen het bouwwerk van internationale verdragen en relaties geduwd. Maar de symboliek van een kaartenhuis dat met één veeg om kan vallen is bedrieglijk.

‘De crisis bestaat uit het feit dat het oude sterft en het nieuwe nog niet geboren kan worden’, schreef de Italiaanse marxist Antonio Gramsci, inspirator van Stalin tot Steve Bannon. Die woorden lijken iets intuïtiefs te vangen, waarbij onheilsgevoelens de aankondiging vormen van een nieuwe orde. Maar mensen zijn nou eenmaal neurologisch geprogrammeerd om zich zorgen te maken; dat betekent niet dat ze uitkomen. De aanval van Trump en van Europese populistische partijen op de bestaande orde is serieus, maar er liggen niet noodzakelijk rampen om de hoek. Ook als die aanvallen slagen ligt eerder een verharding en aanpassing van de huidige verdragen en regels in het verschiet, dan een soort infarct van politiek en economisch verkeer.

Bovendien zijn de onheilsgevoelens niet onschadelijk: ze kunnen makkelijk worden gemanipuleerd. Opnieuw is Trump de kampioen, die voor de verkiezingen vertelde dat de VS ‘terugkeren naar middeleeuwse tijden’ en ‘in een hel veranderen’ – met hemzelf als enige uitweg. Ook Europese populistische partijen schilderen een extreem urgente noodsituatie en de Ondergang van het Avondland. Dat zelfs Saaie Angela zich nu bezondigt aan rampvoorspellingen, is een veeg teken. Anderzijds doet het sterk denken aan 2010, toen Merkel het langst stil durfde te zitten tijdens de schuldencrisis, terwijl heel Europa in paniek was. De sfeer van crisis diende toen zijn doel en doet dat nu, voor een waaier van figuren. Laten we onze ogen op de bal houden: de Apocalyps is niet waar.