De oorlog versnelt ons afscheid van financialisering en neoliberalisme, net als de pandemie dat deed. De vraag is wat ervoor in de plaats komt. In Foreign Policy kwam Matt Klein met een voorstel om de financieel-economische oorlog te winnen. De sancties raken Rusland, maar ook ons. Bedrijven in Japan, Europa, de VS en Zuid-Korea verdienden vorig jaar 370 miljard dollar aan export naar Rusland. Banken in die landen hebben er voor 150 miljard aan krediet uitstaan. Valt dat weg, dan komen er veel in de problemen. Het gevaar is dat we dan voortijdig op moeten geven.

Onnodig, vindt Klein, want de geallieerden hebben de kracht van het dollarsysteem en het leeuwendeel van de wereldeconomie tot hun beschikking. Wat is er dus logischer dan compensaties, net als in de coronacrisis? De overheid dwingt beleid af dat bedrijven schaadt en vergoedt dat uit een ’Freedom Fund’, zodat we het met z’n allen volhouden. Want niet alle landen hebben genoeg geld. Er moeten daarom permanente, centraal gestuurde kredietfaciliteiten komen, zoals we die in 2020 tijdens de pandemiefinanciering instelden. Want ook financiering is politiek.

Het is het logische gevolg van vragen die al een tijd in de lucht hangen. In de doorgeschoten financialisering van onze economie worden er megawinsten in vastgoed en aandelen gemaakt, terwijl de maatschappij kampt met ongelijkheid en tekorten. Waarom gebruiken we het financiële systeem, dat vormgegeven en ondersteund wordt door overheden, niet voor de doelen die we als maatschappij hebben? Waarom zouden winstgedreven investeerders bepalen of het beleid van democratisch gekozen Europese overheden gefinancierd mag worden, omdat het Verdrag van Maastricht die overheden verbiedt zichzelf te financieren? Waarom zou de ‘tucht van de markt’ – dat wil zeggen: de grillen van een kleine minderheid – een beletsel zijn voor wat we als maatschappij willen bereiken?

Het zijn vragen die het neoliberale financiële bestel ondergraven en die ten grondslag liggen aan de Moderne Monetaire Theorie (MMT). MMT’ers vragen waarom we het financieel systeem eigenlijk niet centraal sturen. Modern? MMT is de uitwerking van de ideeën van Hyman Minsky (1919-1996), zijn antwoord op de financiële instorting en de depressie die hem als jongeman tekenden. Het is het idee van ‘functional finance’ van Abba Lerner (1903-1982), die tijdens de oorlog de Amerikaanse economische planning hielp vormgeven.

Steunpakketten en sancties worden het nieuwe normaal

Financiering die vooral functioneel moet zijn: het is een scherpe tegenstelling met ons huidige losgeslagen financiële systeem. Depressie, pandemie en oorlog vragen om financiële mobilisatie, niet om financialisering. Steunpakketten, compensaties en sancties worden dan het nieuwe normaal. Het Freedom Fund past daar naadloos in. Merkwaardig dat we zulke ideeën herontdekten kort voordat we ze in tijden van pandemie en oorlog nodig zouden hebben. MMT was in de blogosfeer al enkele jaren aan een opmars bezig voordat Stefanie Kelton het populariseerde in The Deficit Myth, dat in juni 2020 verscheen.

Maar hoe wenselijk is het eigenlijk dat financiering politiek wordt? Het Freedom Fund zou bijvoorbeeld een soort financiële NAVO worden. De Noord-Atlantische coalitie van Amerika en Europa gaat bepalen wat er gebeurt met dollartransacties en -tegoeden. Zo was het ook bij het besluit om Rusland van het betaalsysteem SWIFT af te koppelen. SWIFT zetelt in Brussel en het knooppunt van het dollarnetwerk is New York, maar het is de mondiale monetaire infrastructuur die nu in de strijd geworpen wordt. Wie er mee mag doen in dat systeem wordt niet langer alleen bepaald door handel en investeringen. Het wordt een politieke en militaire afweging.

Bovendien moeten we niet denken dat een Freedom Fund alles goedmaakt. Ontwrichtende inflatie compenseer je niet zomaar. De mondiale landbouw- en energiemarkten beheers je niet. Gebroken waardeketens leiden tot fysieke tekorten die niet helemaal financieel op te lossen zijn. Afrika valt buiten de doelgroep van een Freedom Fund, maar lijdt wel onder de sancties. Die gaan hoe dan ook pijn doen, en die pijn moet verdeeld worden. We staan voor nieuwe vragen.

Het Westen kwam sociaal-economisch beter uit de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog dan het erin ging. Er waren noodgedwongen experimenten gedaan en lessen geleerd. Er was een New Deal gekomen en welvaartsstaten werden opgebouwd. Wat gaan wij leren tijdens deze crisis?