Mijn vriend B, die normaal gesproken zijn geld verdient met het aanleggen van tuinen van rijke mensen in het Gooi, is sinds een week belegger in cryptocurrency. Het begon met vijfhonderd euro in de tamelijk obscure Telcoin, waarvan hij er nu zo’n zeshonderdduizend bezit. Via via had hij erover gehoord. Het leek hem mooi om te kunnen zeggen: ik heb mijn eigen bedrijf, voed mijn dochter op en ondertussen beleg ik ook nog wat. Een droomman op papier, dat viel niet te ontkennen. Bovendien, als die dingen over een paar jaar nu eens vier euro per stuk waard waren, kon hij een villa van 2,5 miljoen in Berlicum betrekken.
Ondertussen deed hij er alles aan om zijn vrienden óók te bewegen om te investeren. Dat moest nu, nu, nu. ‘Als je vandaag nog instapt’, sms’t hij, ‘komt je bloem tot wasdom.’ Even later: ‘Pak wat Telcoins vanavond.’ De volgende ochtend: ‘Iedereen al in de crypto’s?’
Toegegeven, het was een aantrekkelijk idee. Sinds GameStop had dat hele beleggen toch iets Robin Hood-achtigs gekregen, fuck the system, power to the people. Bovendien verveelden we ons, net als het geld op onze (nogal bescheiden) spaarrekeningen.
Hoewel het onze vriend B voor de wind ging met zijn tuinen voor de rijken moesten wij, zijn vrienden, werkzaam als zzp’ers in de culturele sector, steeds meer schrapen om onze vaste lasten bij elkaar te verdienen. Het soort klussen dat een jaar geleden nog min of meer fatsoenlijk betaalde, worden we inmiddels vaak geacht voor een habbekrats uit te voeren. God bless us dat we tenminste nog schríjven – al moet je dat voorlopig maar beter niet in boekvorm willen doen. Niet dat er ooit méér boeken werden verkocht dan frikandellen, maar ik geloof niet dat er een tijd was waarin die laatste producten als daadwerkelijk essentiëler werden aangemerkt.
Een kleine crypto-investering zou ons lot weleens ten goede kunnen keren. Waarom al dat harde werken, waarom al dat geschnabbel in de marge, als je je geld ook zélf het werk kon laten doen? We lazen verhalen in de krant over mensen die ooit in een opwelling een bitcoin hadden gekocht en nu in hun handjes konden wrijven, als ze tenminste in de tussentijd hun wachtwoord niet waren verloren. We zagen die onsympathieke shortsellers van Wall Street voor miljarden op hun bek gaan, terwijl kleine beleggers er met de pot vandoor gingen. We voelden hoop, zoals je hoop voelt met een staatslot in je hand, vlak voor je het lotnummer intoetst en ziet dat je tien euro hebt ‘gewonnen’.
Beter een investering dan een lot uit de loterij, oké, maar voor eenvoudige mensen als mijn vrienden en ik is zo’n belegging van niks toch vooral vergelijkbaar met op goed geluk plaatsnemen achter een roulettetafel. Onze hoop is niet gericht op een paar tientjes, of zelfs een paar honderd euro winst, maar op niet minder dan een wonder.
Al meer dan eens heb ik erbij stilgestaan dat ik, in andere omstandigheden, zeer vatbaar zou zijn geweest voor piramidespellen, ponzifraude, multi-level-marketingtoestanden en, vooruit, complottheorieën. Meer dan in de belofte van een ongekend snel pad naar ongekende rijkdom en geluk zit de aantrekkingskracht ’m in de mogelijkheid van een geheel nieuwe, wonderbaarlijke werkelijkheid. Een revolutie, een beloofd land, een messias, een Q die zijn aanhangers belooft de wereldwijde pedofielen-cabal op te doeken. Men noemt zoiets al snel irrationeel, maar het is juist de hyperrationaliteit ervan die zo gevaarlijk aantrekkelijk is. Veel gekte hangt samen met perfect kloppende, intern logische denksystemen. Realisme is een rommeltje, voortmodderen zonder precies te begrijpen waarom. Je moet er maar zin in hebben, tegenwoordig.
Sinds zijn investering houdt B voortdurend de valutaschommelingen in de gaten. Hij kijkt wat er op Reddit gebeurt. Wat Elon Musk twittert over Dogecoin, waarna hij er prompt een paar honderd euro voor inwisselt. Hij zendt ons berichten van derden, even cryptisch als capitoolbestormend van toon: ‘Allemaal mooie stijgingen vannacht, mannen. Bereid je voor op meer van dit de komende tijd. Dat zal ook gepaard gaan met een daling zo nu en dan. Maar er komt vandaag nog een officiële announcement aan.’ En: ‘Met een daling af en toe creëer je weerstandpunten. Het is beter om iets rustiger te gaan naar de top, maar wel met vangnetten om je heen.’
De verveling is er absoluut minder van geworden, sinds de cryptomunten hun intrede hebben gedaan in B’s leven. Misschien is dat uiteindelijk de grootste winst die er te behalen valt. Al moet ik daar over een paar jaar, als doorgewinterde belegger met een koophuis, een private banker en een pensioenrekening, wellicht op terugkomen.