
Ze moest wel een psychopathische seriemoordenaar zijn en haar slachtoffers, minstens twee in aantal, moesten wel in haar bedompte kelder zijn opgesloten. Alles wees erop.
Een paar maanden geleden drongen beweringen van deze aard voor het eerst door in mijn social-mediafeed. Het begon bij filmpjes op TikTok waarin internetspeurneuzen inzoomden op onduidelijke, overbelichte foto’s, filmpjes vertraagden en screenshots door fotobewerkingssoftware haalden. Met klem stelden ze dat ze ‘heus niemand wilden beschuldigen’, maar ‘iets was hier totaal niet in de haak’ – hun voice-overs werden steevast vergezeld door geheimzinnige, The X-Files-achtige deuntjes.
De verdachte in deze zaak? De Amerikaanse transvrouw Sabrina Prater, die op TikTok regelmatig dansfilmpjes post, net als vele andere gebruikers van het platform. Zo ook een video waarin ze danst op het liedje Any Man of Mine van Shania Twain. Praters vaste filmlocatie is meestal, zo ook in dit geval, een rommelige kelder met een laag plafond, zó laag dat ze haar hoofd er nét niet tegenaan stoot. De grond is bezaaid met dozen en natte plekken. De kastdeurtjes achter Prater hangen scheef. Soms verandert ze van podium en danst ze op haar hakken buiten bij de schutting of naast haar bureau, waar twee computerschermen op prijken.
In de comments en videoreacties (‘stitches’) op haar filmpjes begonnen de grappen en pesterijen over Praters uiterlijk vrijwel direct: ‘Deze kerel lijkt echt op een seriemoordenaar lol, wat een engerd.’ Na verloop van tijd sloegen de gemene, spottende opmerkingen om in heftige beschuldigingen en werd de toon grimmiger: ‘Let eens op die monitors achter hem. Wie zijn die mensen?!’ ‘Serieus, die kerel moet op zijn minst worden meegenomen voor een politieverhoor.’ ‘Ik krijg hier Buffalo Bill vibes van. Is nog iemand ook oprecht bezorgd over die mensen op de schermen?’ ‘Ik bid tot God dat de mensen op de foto’s in orde zijn, en dat ze geen gevaar lopen.’
Een alarmerend aantal mensen deed een duit in het zakje, alsof hier sprake was van een crowdsourced aflevering van CSI: TikTok. Er zouden verdachte dieprode spetters te zien zijn op haar vloer. En waren dat geen luchtgaatjes in die scheve keukenkastjes? Ze droeg vast de kleding van haar slachtoffers en keek bovendien wel heel erg vaak opzij – wacht eens, hoorde je, als je héél goed luisterde, geen gedempte vrouwenstem jammeren, smeken om hulp haast, op de achtergrond?
Prater is niet de enige willekeurige persoon wier persoonlijke leven plots werd gekaapt door de onzichtbare hand van het internet: ‘Couch Guy’, de jongen die op TikTok populair werd omdat hij niet snel genoeg van de bank opstond voor een verrassingsbezoekje van zijn vriendin, viel bijvoorbeeld hetzelfde lot ten deel. De oordelen van miljoenen mensen over Couch Guy waren niet mals: in het beste geval was hij slechts een ontrouwe langeafstandsrelatie, in het slechtste geval een manipulatieve psychopaat. Het zijn collectieve oprispingen van opwinding die zich kunnen meten aan zowel publieke executies als de massawaanzin rondom eerdere populaire mysteries, zoals ‘Who Shot J.R?’, ‘Who Killed Laura Palmer?’ en ‘Did Adnan Syed Do It?’
In tegenstelling tot deze gevallen van respectievelijk twee keer fictie en non-fictie laat de hetze rondom Sabrina Prater zien dat er een derde categorie is bijgekomen: de nonsens-fictie, die de gemoederen desondanks niet minder bezighoudt. Een concrete gebeurtenis, zo blijkt, is helemaal niet noodzakelijk voor ons om onze tanden ergens in vast te bijten. Een geloofwaardige evenmin. En een schrijver met een masterplan die doelbewust hints als kruimels rondstrooit al helemaal niet. Op TikTok creëert de gemeenschap samen het verhaal. Met één klik op de knop kunnen de levens van anderen tot narratief worden gebombardeerd: nieuwe inzichten, aanvullingen, opmerkingen en vragen van de ene gebruiker kunnen rechtstreeks worden toegevoegd aan eerdere circulerende video’s van de ander. TikTok is wat dat betreft één grote improvisatiegroep, die in co-creatie een eigen cinematic universe optuigt.
Prater werd, tegen wil en dank, gecast als de hoofdrolspeler in het truecrime-narratief dat zich in rap tempo om haar heen spon. Wat de denouement van dit detectiveverhaal betreft: hier was sprake van ‘true’, noch van ‘crime’. Alle beschuldigingen berustten op verzinsels, het gevolg van een totale onderschatting van het eigen zuivere beoordelingsvermogen en een goed gevulde vuilniszak aan transfobie. De amateurdetectives begonnen hun puzzel niet te leggen bij een concreet misdrijf, bij een aanwijsbaar slachtoffer of bij een moordwapen, maar al direct bij de gedoodverfde schurk. Overbelichte filmpjes van een rommelig huis, slechte audiokwaliteit en een transvrouw die zich voorzichtig, nog half in haar coming-out, aan een dansje waagde op hakken bleken genoeg voor velen om een ‘verdachte’ te zien waar vervolgens nog even de puzzelstukjes van een misdaad bij moesten worden gezocht. De speurtocht rondom Sabrina Prater was nooit een whodunnit, niet eens een whydunnit of howcatchum, maar altijd al een she-must-have-done-something-but-what? Het is wachten op wie in het volgende seizoen de hoofdrol zal innemen, want de laatste vertoning van dit teugelloze genre hebben we, vrees ik, nog lang niet gezien.