Orkater & Michiel Voet op het Over het IJ Festival - De onzichtbare man

Het begint als een atelierbezoek. En het loopt uit op een serie raadsels die worden opgediend in de vorm van een huiskamerthriller in de grootindustriële formaten van een fabriekshal.
We zijn met ons vijftigen op bezoek in de studio van Michiel Voet, fotograaf, verzamelaar van ouwe meuk en scenograaf. Dat laatste neme men het liefst letterlijk: hij zet situaties in scène, hij bedenkt dingen aan de hand van wat hij ziet en vindt. Voet was begin jaren negentig de eerste broedplaatskunstenaar die neerstreek in de gebouwen van de oude NDSM-werf in Amsterdam-Noord, toen de arbeiders van dat failliete bedrijf daar nog maar net weg waren. Een van de achterblijvers was een sans-papier uit Algerije, gevlucht voor de burgeroorlog waar de FIS (Front Islamique du Salut) toen een griezelige rol in speelde. Laten we de vluchteling Karim Ramtani noemen. Met die naam wordt hij regelmatig aangesproken. Aan die naam kleven ook haken en ogen en een pak geheimen waarover we hier niks verklappen. Michiel Voet vertelt ons tijdens het atelierbezoek verhalen over Karim, zoals Karim ook aan hem levendige verhalen vertelde. We krijgen reusachtige foto’s van Karim te zien. Maar daarop zien we hem nooit écht. Althans nooit in zijn gezicht. Hij is dus ook een sans-visage , een onzichtbare, een gemaskerde man die verborgen zit in aan elkaar en in elkaar geschroefde verhalen over zwerftochten en gevangenissen en over zijn gerafelde identiteit.
Voet neemt ons na een kwartier mee naar een enorme hal en daar krijgen we de versie van Karim Ramtani zelf te horen. Tenminste, dat vermoeden we, dat denken we, dat hopen we? Karim is op twee grote schermen te zien in aan elkaar gespiegelde beelden, onder meer met zijn moeder. In levende lijve. Maar is hij het wel? Ook hier is hij verborgen, gemaskerd. Maar dan komt het begin van een catharsis: hij komt van heel ver aan lopen. Als hij bij ons in de buurt is vertelt hij het verhaal van Michiel Voet nog een keer, maar nu gedrenkt in een soms bijtend, sarcastisch commentaar, vol dubbele bodems. In de taal dus van de vluchteling die heeft geleerd iedereen te wantrouwen. Hij is immers ook nog eens, dankzij die Michiel Voet, als het ware achter zijn eigen rug om, een kunstwerk geworden. En die vrouw op de beeldschermen, dat is niet zijn moeder, dat is een vrouw die door Michiel Voet is ingehuurd. Onze gastheer, de kunstenaar, de weldoener van Karim, hij wordt bepaald niet gespaard. We zien in de ogen van Karim dat hij ook niet van plan is om óns te sparen, wij, de veilige voyeurs, wij die maar naar hem blijven staren. Dan komen er twee mannen langs met maskers, die overigens verdomd veel lijken op de maskers die Michiel Voet maakte van en voor Karim, en die voeren Karim Ramtani af in een auto. Wanneer een derde gemaskerde man zijn masker abrupt afrukt, toont hij ons een vriendelijke man van wie je meteen gaat denken, hij zal toch niet… nee… hij kan onmogelijk de échte… nee!
Zo komt er een plotseling eind aan een ingenieuze vertelling met een hoop deuren waarachter weer andere deuren en ramen zijn verborgen. Die vertelling, een kunstwerk, ja zeker, is in feite het verhaal over anonieme opgejaagden, de mensen die U overal in de stad kunt tegenkomen. Het is onder meer een sterk verhaal omdat U de volgende keer niet meer zomaar langs die mensen heen kunt kijken. Het is een goed verhaal omdat het zonder moralisme wordt opgediend, zonder mededogen ook, zonder kerk of god en ook zonder liefdadigheidsrituelen of collectebussen. De vertelling is gemaakt met hulp van Orkater en Leopold Witte en Mohammed Azaay.
En ze wordt rauw opgediend. As it is , zoals de Britten zeggen.
t/m 13 juli op het Over het IJ Festival
tentoonstelling Nieuw Dakota NDSM-terrein, michielvoet.com
Silbersee en Wildeman op het Over het IJ Festival - Woyzeck – een waanopera

Woyzeck is een casus van een gek verklaarde eenling die zijn vriendin vermoordt en die een literaire held is geworden, de eerste gewone sterveling die als titelfiguur de toneelplankieren beklom in een toneelstuk dat overigens nooit is voltooid.
Nu is Woyzeck ook een opera. Voor de tweede keer alweer, want Alban Berg maakte het toneelstuk van Georg Büchner uit 1835 in de jaren twintig van de twintigste eeuw beroemd via zijn opera Wozzeck. Hier, in een van de grote hallen op het NDSM-complex, wordt een nieuwe opera rond de Woyzeck-figuur gespeeld, een muziektheaterstuk over zijn wanen, over zijn angsten en nachtmerries, een ‘waan-opera’ zeggen de makers van het stemmenlaboratorium Silbersee en het muziektheatergezelschap Wildeman.
De vier wilde mannen spelen, trompetteren, spreken en zingen in deze opera de vier gestalten van Woyzeck: de poëtische dromer, de woesteling, de in zichzelf gekeerde zonderling en de wanhopige, door verlatingsangst getergde man. De vier sirenen van Silbersee zingen en spelen de vier gestalten van vriendin Marie: het hoertje, de Maria-figuur, de circusdirectrice en de liefste en mooiste vrouw van de wereld. Oorspronkelijk werd deze voorstelling gemaakt voor de kapel van het vroegere gekkenhuis in Heiloo. Hier, op de NDSM-werf, is de ruimte spelonkiger, grootser, angstiger – zo stel ik me voor.
De galmen zijn doordringend, het op zichzelf kleine decor van losse elementen ligt er een beetje verloren bij, het toneellicht gaat op een spannende wijze het gevecht aan met het opkomend schemerduister. De muziek en de sirenenzang zijn betoverend prachtig. De opzwepend bedoelde lust-ritmes van de mannen zijn bij tijd en wijle zeer vermoeiend en een tikje veel van het waanwijze goeie. Maar als geheel is deze wilde waanopera Woyzeck – na Dantons dood tijdens de vorige editie van Over het IJ voor de tweede keer een voorstelling die het stempel van Georg Büchner draagt – een aanwinst voor het festival.
te zien t/m 13juli, overhetij.nl