
Film – Gawie Keyser
Slimme apen te paard in _ Planet of the Apes _ – te zien vanaf 17 juli
‘Chimpanseesnoetje’. Dat is het laatste woord in Pierre Boulle’s La planète des singes uit 1963, vijf jaar later verfilmd als Planet of the Apes. Hierin past regisseur Franklin J. Schaffner het origineel van de Franse schrijver behoorlijk aan, maar de impact van het verhaal blijft onveranderd: de shock bij de onthulling dat de mens een uitstervend soort is, en dat de apen het voortaan voor het zeggen hebben, sterker, dat ze de nieuwe beschaving belichamen, ‘chimpanseesnoetje’ en al.
Wie destijds Schaffners film zag zonder voorkennis van het verhaal kwam in een nachtmerrie terecht. Het uitgangspunt is al zo ontregelend: twee astronauten crashen op een ‘vreemde planeet’ en ondernemen vervolgens een overlevingsreis in het woeste land. Ik herinner me heel goed dat moment, zo’n half uur later, wanneer opeens duidelijk wordt dat er iets verschrikkelijk mis is in deze wereld: een gorilla gekleed in zwart leder en met een geweer in de hand verschijnt in het bos – te paard. Het beeld zet in één keer alles wat we weten op z’n kop. Paardrijden staat min of meer gelijk aan beschaving of cultivering. Te paard kun je recreëren of je kunt je verplaatsen om bijvoorbeeld het land te bewerken. Paarden betekenen culturele en technologische vooruitgang. En nu dan gorilla’s op paarden. De sfeer van angst is compleet als blijkt dat slimme apen mensen als slaven gebruiken, zelfs als objecten voor wetenschappelijke experimenten.
Dit is speculatieve fictie op haar best: een verhaal dat ondanks de vele herkenbare elementen ver over de grenzen van het aanvaardbare heen gaat. Hierin onderscheidt dit genre zich van harde sciencefiction of van fantasy. Beide vormen zijn juist geruststellend doordat ze de lezer of kijker volledig naar andere, onherkenbare werelden transporteren. Speculatieve fictie daarentegen stelt de vraag: dit is onze wereld, herkenbaar, maar wat nu als… Het zijn verhalen geworteld in de achttiende-eeuwse satirische literatuur. Vooral Gulliver’s Travels (1726) resoneert sterk in de Apes-films waarvan er inmiddels acht zijn, plus een animatieserie en eindeloos veel stripverhalen.
De nieuwste inschrijving is getiteld Dawn of the Planet of the Apes, een vervolg op Rise of the Planet of the Apes van een paar jaar geleden. De trailer belooft veel goeds, juist omdat het originele angstbeeld – gorilla’s of chimpansees te paard – de iconografie lijkt te domineren. Het verhaal vervolgt: als de menselijke beschaving ten onder gaat door een mondiale virusepidemie komen de overlevenden in conflict met intelligente apen onder leiding van Caesar, de chimpansee die in deel 1 de mens de rug toekeerde en met zijn soortgenoten in bossen ging wonen. De regisseur is Matt Reeves, die in 2008 de innovatieve monsterfilm Cloverfield maakte.
Volgende week meer over Dawn of the Planet of the Apes in Kroniek van Kunst & Cultuur in De Groene Amsterdammer.
Kunst – Koen Kleijn
_ Bad Thoughts – t/m 9 november_

Het evenement van de komende week is zonder twijfel de opening van Bad Thoughts, een overzicht van de verzameling van Martijn en Jeannette Sanders. Die liegt er niet om: het echtpaar toont werk van Claerbout, Henning, Kiefer, Sherman, Ger van Elk, Gilbert & George, Demand, Lüpertz, Penck, Baselitz, Cucchi, Haring, Clemente, Chia, Ruscha, en nog zo wat. Het interessante is dat de Sandersen van zulke kunstenaars meerdere werken bezitten, en zo ‘diepgang’ in hun verzameling hebben aangebracht; het is niet het resultaat van geldsmijterij of de jacht op groot wild. Ooit moet Martijn Sanders hebben gedacht dat zijn jarenlange omgang met de kunsten hem kwalificeerde voor het directeurschap van het Stedelijk, iets wat hij – naar gefluisterd werd – best had willen zijn. Nu hangt hij er; zou hij de spullen op den duur ook willen schenken?
Onooglijke stukken land van Guidi – t/m 7 september

Guido Guidi, ‘Veramente’ is een fraaie erkenning voor een grote Italiaanse fotograaf in Huis Marseille, Amsterdam. Guidi is al wat ouder, begonnen als architect, en sinds decennia de stille voortrekker van de Italiaanse landschaps- en stadsfotografie. Het is ogenschijnlijk bescheiden werk, met terloopse blikken op onooglijke en onopvallende stukken stad – betonnen wanden, graffiti, viaducten, mislukte gebouwen, industriële landschappen, de rare doodse bebouwing tussen de steden in – maar bij Guidi krijgen die een opmerkelijke gelaagdheid en schoonheid. Dit soort werk is nu glad normaal – zelfs gewone fotowandelaars en vakantiegangers maken zulke foto’s – maar Guidi keek als een van de eersten zo.
_ Scarcity: _ Bierfles als bouwsteen – t/m 30 augustus

Scarcity is het Engelse woord voor schaarste en gebrek; in Het Nieuwe Instituut wordt de term genomen als een uitdaging voor designers. Roeien met de riemen die je hebt maakt inventief – je gaat hergebruiken, repareren, veranderen, en een bierfles zó ontwerpen dat die naderhand als bouwsteen kan dienen, bijvoorbeeld. Historische ontwerpen van werkers in schaarste – in de Depressie, of de naoorlogse jaren – als Rietveld, Oud en Van den Broek & Bakema worden gepaard aan werk van hedendaagse ontwerpers als Atelier Van Lieshout en Formafantasma.
Toneel - Loek Zonneveld
De laatste zomer in het Amsterdamse Bos

Het is haar 25ste voorstelling op het grote podium van het Amsterdamse Bos en het wordt haar laatste. Frances Sanders, de bedenker, de oer-moeder en de artistieke ziel van de jaarlijkse zomervoorstelling in het Openluchttheater heeft, samen met taalvirtuoos Erik Bindervoet, drie toneelteksten van de Italiaanse komedieschrijver Carlo Goldoni (1707-1793) tot één sprankelende avond gesmeed, die, toepasselijk De laatste zomer gaat heten. Gemaakt met een cast van jonge spelers: Yara Alink, Anne Lamsvelt, Jonas Leemans, Sander Plukaard, Eva van der Post, Jorrit Ruijs, David van Uuden. Gegoten in een vorm van Reier Pos (toneelbeeld) en Nickey Nina de Jong (kostuums) – waarin dertig jaar Bostheater samenkomen. En als zo vaak met muziek van Alberto Klein Goldewijk.
Regisseur Frances Sanders laat nog één keer zien dat komediespelen niet hetzelfde is als de wereld vertrappelen tot platte clichés, waarom het Bos-theater niet alleen het grootste maar ook het mooiste podium is om toneel te maken en waarom virtuoos liegen gelijk staat aan de grote kunst van het tonen, het vertonen en het improviseren tot je ervan omvalt. Een gezelschap gesettelde mensen gaat op een vakantie die begint in luxe en beloftes en die eindigt in ledigheid en blufpoker. We komen er in de gedrukte Groene nog uitgebreid op terug, Maar u kunt nu al gaan kijken.
De laatste zomer van 17 juli t/m 6 september, dinsdag t/m zaterdag, aanvang 21.30 uur, tribune al uren van tevoren geopend, kaarten (15 en 12,50) via reserveringen@bostheater.nl of 020-6433286 (tussen 14 en 18 uur, u kunt daar ook terecht met vragen bij twijfelachtig weer).
Tussenland door Roma B.

Dat de toneelbezoeker in de voorbije pakweg tien à vijftien jaar ook steeds meer een wandelaar is geworden, slenterend in de publieke ruimte, we zijn er al bijna aan gewend geraakt. Dus kijken we er ook niet meer van op dat we voor Tussenland met een (kop)telefoon worden uitgerust en met een kalme stem op de oren de grote hal van het Centraal Station in Amsterdam betreden. Daar veranderen we gedurende veertig minuten in een observeerder van de werkelijkheid waar we onder normale omstandigheden als een kip zonder kop doorheen hollen. Alleen wie ooit wel eens heel erg lang heeft moeten wachten op een afspraak weet hoe dat eruitziet. De stem op je oren doet iets dwingends met je. Je gaat anders kijken. Althans, dat lijkt de bedoeling.
Jammer wel dat die koptelefoons zodanig opvallend zijn dat we in die hal net zo anoniem ogen als twintig konijnen in een verder lege duinpan. De dame die onze geheimzinnige protagonist zou moeten of kunnen zijn, speelt dat ze eigenlijk helemaal níet speelt, zodat ze uiteindelijk net zo quasi-onopvallend is als een duracelknuffel in een taartjeswinkel. De stem op de koptelefoon heeft een hoeveelheid esoterisch gezwatel en gebazel in haar bagage, zodat je duffer de stationshal verlaat dan je erin kwam. Dat ze je uiteindelijk wegsturen met When you’re a stranger van The Doors tussen de oren getuigt ook niet bepaald van een superieure originaliteit. Ik zag ze op het Over het IJ Festival. En misschien had ík mijn dag niet. In Den Bosch gaan ze over een paar weken opnieuw los in het kader van het Festival Boulevard, van 9 tot en met 12 augustus.
Televisie – Walter van der Kooi
De zomerprogrammering

In de hooiberg van de zomerprogrammering is het zoeken naar spelden van interessante kost. MAX komt met de comeback van weerman Erwin Kroll die samen met Philip Freriks ‘op pad gaat door Nederland waarbij ze het meest besproken onderwerp verkennen: het weer’!? Zelfs uw bejaarde recensent houdt zijn hart vast, al was het alleen maar vanwege het oubollige aandeel dat Freriks had in EO’s oubollige Lang leve de lente, waarin een week lang de natuur werd verkend. Een afgang in de ogen van ieder die wel eens Vara’s aardige Vroege vogels zag. Lekker weertje heet het, woensdags Nederland 2, 21.15 uur. Dan toch liever van dezelfde omroep Baardmannetjes, waarin Nico de Haan en Hans Dorrestijn (altijd lachen) natuurgebieden doorzoeken. Op vrijdag, Nederland 2, 21.15 uur gaan ze in de eerste aflevering op zoek naar de purperreiger.
Maar goed, de VPRO gaat gewoon verder met Louis Theroux’s Weird Weekends. Nooit niet goed of inzichtgevend of onthutsend. Donderdags, Nederland 3, 22.15 uur.
Voor de herhaling van een door veel te weinigen geziene Telefilm uit 2010 moet u in de nacht van vrijdag op zaterdag op Nederland 3 zijn (00.15 uur): Win/Win van Jaap van Heusden (scenario en regie!). Een overtuigende Hollandse kredietcrisisfilm van internationale allure over opkomst en val van een jong bankgenie op de Zuidas. Met een fabelachtige hoofdrol van de Vlaamse Oscar van Rompuy.