Het openingsnummer op het nieuwe soloalbum van Thurston Moore duurt achtenhalve minuut. Het tweede ruim elf minuten.

Daarna komen de nummers van drie, vier en vijf minuten pas.

Eerst doorbijten.

Zo ging dat vaak bij Sonic Youth, zo gaat dat nu solo.

Ze waren de oervader en -moeder van de alternatieve gitaarrock, Sonic Youth. Zonder Sonic Youth waren er geen Nirvana en Pearl Jam geweest, de vaandeldragers van de grunge, die de jaren tachtig hardhandig de nek omdraaide. Het is vrijwel onmogelijk de invloed van Sonic Youth te óverschatten. En niet alleen muzikaal. Volstrekt autonoom, eigenzinnig, uitgesproken progressief in ieder opzicht, ‘alternative’ voor dat een holle term werd. Ja, ook bij het echtpaar Thurston Moore-Kim Gordon was de manier waarop ze in het leven stonden een levensstijl, maar geen lifestyle. En als het dat al wel was, dan ingebed in een groter verband, een visie op mens en maatschappij.

Ze zijn gescheiden, de gitarist en de bassiste. Chique ging dat niet: na een huwelijk dat tegen de dertig jaar liep bleek de verleiding om de verwijten heen en weer in het openbaar te formuleren te groot. Pijnlijk om te zien, misschien ironisch gezien juist omdat het bewees dat ook alternatieve stijliconen niet menselijks vreemd is. Met enig gevoel voor drama merkte een Amerikaanse site op dat de scheiding van uitgerekend deze twee ‘killed what little belief in love remained in the jaded hearts of Generation X’.

Wie echt wil, kan op ieder album wel een toespeling vinden (zeker in de immer cryptische teksten van Moore), maar Moore’s nieuwe album The Best Day is geen scheidingsplaat, zoals de titel zou kunnen doen vermoeden. De midvijftiger, verhuisd naar Londen, heeft zelfs een vrólijke plaat gemaakt, in de zin van: levenslustig. Op de hoes staat een prachtige foto die Moore’s vader in de jaren veertig nam van Moore’s moeder, terwijl ze zwemt met hun hond.

Had het een Sonic Youth-album kunnen zijn? In veel opzichten wel. Want gruizig is het geluid, een tikje vals zijn de gitaren, dwars de songstructuren. De repetitieve akoestische gitaar in Tape is gewoonweg op het vervelende af, maar ook daar was Sonic Youth altijd goed in: het betere vervelen.

Het blijft een meesterlijke gitarist, die Moore. Daarom werken die lange, uitgesponnen (het woord ‘episch’ past hem niet, daarvoor klinkt hij te dwars) nummers ook zo goed. De manier waarop hij in Speak to the Wild noise op noise stapelt, terwijl die onvermoeibare Steve Shelley (ja, de drummer van Sonic Youth speelt ook mee, en Moore’s bassist is nu ook een vrouw: Deb Googe van My Bloody Valentine) maar doorbuffelt: het nummer had ook de tienminutengrens moeiteloos kunnen halen, zo intens is het, en zo spannend de post-hardcorestijl ervan.

Hoogtepunt van het album is dat donkere, spelende tweede nummer van ruim elf minuten, Forevermore, met die herhaalde zin: ‘That’s why I love you forevermore/ That’s why I want you forevermore.’

Wie? Waarom? Moore houdt het geheimzinnig. Hij zingt over kathedralen en donkere schaduwen, over geluk als ‘the throne of your grace’.

In het Amerikaanse blad Rolling Stone vertelde hij over zijn inspiratie voor het nummer: zijn katholieke jeugd. Hij verwees er al veelvuldig naar in zijn jaren bij Sonic Youth, en hij is het blijven doen.

Het maakt ook nieuwsgierig naar het album dat hij al op de plank heeft liggen voor volgend jaar, naar verluidt een black metal-album, het genre bij uitstek waarin wordt geflirt met het satanisme. Over dat onderwerp liet Moore zich in 1986 al uit in een nummer. Het heette: Satan is Boring.


Thurston Moore treedt op zaterdag 15 november op. Lees onze hele Crossing Border bijlage hier en bekijk hier de wie is wie.


Beeld: Thurston Moore – gruizig is het geluid, dwars zijn de songstructuren (Phil Sharp)