De kredietcrisis. Gelukkig doen de centrale banken hun werk. Helaas werden hun inspanningen aanvankelijk in de wielen gereden door ongelukkig overheidsoptreden. Bijvoorbeeld: door de volledige spaargeldgarantie van de Ieren zouden spaarders hun geld overmaken naar Ierse rekeningen en dus banken elders in de problemen gaan brengen. Andere landen konden dus niet achterblijven met spaargaranties. Ook het nationaliseren van financiële instellingen, zoals ABN Amro, betekende dat andere financiële instellingen in en buiten Nederland aan meer risico werden blootgesteld, wederom omdat klanten konden overstappen naar gegarandeerde instellingen. Ook hier moesten andere landen volgen en zwakke instellingen nationaliseren.
Politici en beleidsmakers moeten inzien dat de onrust op de markten mede het gevolg is (geweest) van ongeloofwaardig, onhelder en ongecoördineerd overheidsoptreden. De beurs verloor afgelopen week 25 procent van zijn waarde. Spaarders schuiven massaal met hun spaargeld. Banken durven elkaar nog steeds geen geld te lenen en de interbancaire kredietmarkten zijn bevroren. De kredietkraan voor bedrijven en huishoudens wordt steeds verder dichtgedraaid. Dit allemaal ondanks de aangekondigde maatregelen. Blijkbaar geloven de marktpartijen niet dat overheidsingrepen effectief zal zijn. Het is dan niet goed dat politici – zoals Bos en Balkenende – roepen dat de markt ‘irrationeel’ is, dat mensen ‘overreageren’ of dat beurskoeren ‘weinigzeggend’ zijn. Zij moeten de marktsignalen interpreteren als een teken dat het voorgestelde overheidsbeleid, zelfs als het goed is, niet geloofwaardig en effectief wordt gevonden. Het is essentieel dat overheden hun maatregelen coördineren en glashelder communiceren.
Afgelopen weekend zagen we hoe het niet moest. De ministers van Financiën van de industrielanden waren bijeen in Washington voor de G7 en de jaarvergadering van het IMF. Het resultaat was een afgang: niets anders dan hot air. Mede dankzij Amerika, dat vanwege de presidentsverkiezingen vleugellam is. Gelukkig kwam later een voorlopig einde aan de ellende met doortastend optreden van de Eurolanden en Engeland. Dit moet als historisch succes worden bestempeld. De Europese regeringsleiders werden het binnen drie weken eens over een reddingsplan. Ongekend. Nieuw afgesloten bankleningen worden gegarandeerd. Hiermee wordt het probleem bij de bron aangepakt: de bevroren interbancaire kredietmarkt wordt ontdooid. Belangrijk is wel dat snel concreet wordt hoe die garanties in het internationale bankverkeer gaan werken. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een dochter in land A van moederbank in land B aan een bank in land C leent? Wie wordt dan verantwoordelijk voor de leengarantie: land A of B? Hoe worden vervolgens de risico’s van de bankgaranties internationaal gedeeld?
De Europese overheden hebben ook besloten om banken indien nodig aandelenkapitaal te verschaffen. Als de overheid aandeelhouder is, worden banken dus gedeeltelijk genationaliseerd. Nederland stelde daarvoor al twintig miljard euro beschikbaar. Daarmee kunnen banken de verhouding tussen vreemd en eigen vermogen herstellen, waardoor ze minder gevoelig worden voor schommelingen in de rente die ze moeten betalen op hun leningen. Ook hier is onduidelijk hoeveel kapitaal beschikbaar wordt gesteld. Hoe wordt voorkomen dat geld wordt gestort in bodemloze putten van banken die te veel risico hebben genomen? En waarom worden die kapitaalinjecties niet overal verplicht gesteld? Nu willen sommige banken niet bij de overheid aankloppen uit angst voor averechtse reacties op de markten. En hoe wordt het ‘IJsland-probleem’ opgelost, als een land te klein is om voldoende vermogen te kunnen genereren om een financiële instelling overeind te houden? Komt er dan een Europees fonds?
Het zou onverstandig zijn als overheden net als in Amerika bij de banken massaal ‘vergiftigde’ waardepapieren opkopen, die uiteindelijk niets waard zouden kunnen zijn. Beter is het om banken de rotte boel te laten afschrijven en ze pas daarna met eigen vermogen te injecteren. Niet de belastingbetaler wordt dan opgezadeld met de kosten, maar de voormalige aandeelhouders, terwijl de continuïteit van solvabele banken wel gewaarborgd blijft.
De duivel van alle plannen zit in het detail. Essentieel voor het slagen van de plannen is dat aan alle overheidsingrepen duidelijke voorwaarden zijn gekoppeld voor de financiële sector. Snel moet overeenstemming komen over wat te doen bij grensoverschrijdende kwesties. Hier wreekt zich dat Europa geen goede federale budgettaire instituties heeft.
Rubriek Economie
Daden
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/42
www.groene.nl/2008/42