Strafbaar zijn ze niet, lelijk wel, stelde Pieter van Os vorige week over de ‘deurwaarders van het internationale kredietwezen’, in de volksmond aasgierkapitalisten genoemd. Die vergelijking blijkt van alle tijden. ‘Amerikaansche waarden op de Amsterdamsche Beurs’ is de titel van een tekening van Johan Braakensiek in De Amsterdammer van 1 september 1907.

Boven de niet langer fortuinlijke slachtoffers cirkelen, inderdaad, aasgieren. De vogels hebben namen als Morgan (bank), Harriman (ondernemer) en Marine Bonds (een soort obligatie). Wat was er aan de hand? Na een ongekend snelle groei van de Amerikaanse industrie, handel en transport heerste er krapte op de geldmarkt. Geld en daarmee leningen werden steeds duurder. Daar kwam een reeks schandalen bovenop, met name rond de snel in omvang en macht groeiende conglomeraten. Het publiek verloor hierdoor alle vertrouwen en de boom barstte. Een financiële crisis, die ook wel bekend staat als de ‘1907 Bankers’ panic’, volgde. Komt al met al bekend voor, niet?

De gevolgen waren ook merkbaar in Nederland, op de Amsterdamse beurs. Op de prent van Braakensiek (die, toegegeven, blijk gaf van wat we tegenwoordig plat anti-Amerikanisme zouden noemen) aanschouwt Peter Stuyvesant, founding father van New York, samen met Theodore Roosevelt het tafereel. ‘Had ik ooit kunnen denken, dat mijn Oud-Amsterdam van uw gieren zooveel zou te lijden hebben, dan had ik mijn Nieuw-Amsterdam nooit gesticht!’, vertrouwt Stuyvesant de toenmalige president toe.

***

Bezoek het historisch archief van De Groene Amsterdammer en blader door de eerste 64 volledige jaargangen, van 1877 tot en met 1940. http://193.67.146.137/dga/