BERLIJN De West-Berlijnse wijk Neukölln heeft geen goede naam. Een kwart van de bevolking is werkloos, eenzelfde aantal leeft van de bijstand en de criminaliteit is hoog, vooral onder jongeren. Ruim dertig procent van de driehonderdduizend bewoners van Neukölln is niet van Duitse oorsprong en dat zorgt voor integratieproblemen.
Daarom trok de burgemeester van de volkswijk, Heinz Buschowsky, aan de bel. Hij noemt de multiculturele maatschappij mislukt. Een moord als op Theo van Gogh zou ook in zijn buurt kunnen gebeuren. Daarop werd de sociaal-democraat in driedelig pak een vaste gast in vele talkshows. Want wat hij deed, was vloeken in de kerk. Maar Buschowsky houdt van klare taal. Dus greep hij het moment van de moord op filmregisseur Van Gogh aan. «We hebben de laatste 25 jaar geen integratiepolitiek gevoerd.» De SPDer, een vriendelijke man met buikje en brilletje, stoort het dat moslimvaders hun dochters verbieden op zwemles te gaan, dat jongeren het stoer vinden na een schoenenroof opgepakt te worden en op de GeSa (Gefangenensammelstelle) te zijn geweest.
Deze realiteit noemen de Duitsers de Parallelgesellschaft, ofwel meerdere samenlevingen die naast elkaar bestaan. Van dat beeld, van groepen mensen die compleet langs elkaar heen leven, weliswaar in vreedzame coëxistentie maar toch, daar wil men ook in Duitsland vanaf. En dus doen politici elke dag weer nieuwe voorstellen om de integratie van de nieuwkomers en hun kinderen te bevorderen. De Duitse media op hun beurt gaan dapper de verloederde volksbuurten in en laten Jan met de pet zijn zegje doen over de immigranten.
Zo woedt al weken een woordgevecht over de al dan niet mislukte integratie van buitenlanders. Niemand zegt het, maar het gaat eigenlijk alleen om de ruim drie miljoen moslims in Duitsland. De partijvoorzitter van de CDU, Angela Merkel, riep eind vorige maand op het congres van de Beierse zusterpartij CSU dat «het idee van een multiculturele maatschappij dramatisch mislukt is». Het applaus van de gedelegeerden in München hield minuten aan, hetgeen in de Duitse partijpolitiek niet bijzonder is maar in dit geval toch een signaal was. Tussen Merkel en haar Beierse collega Edmund Stoiber woedt al jaren een harde machtsstrijd. De laatste mocht het in de verkiezingsstrijd in september 2002 tegen Gerhard Schröder opnemen, riep zich zelfs nog tot winnaar uit maar verloor uiteindelijk toch nipt. Sindsdien probeert «Mädchen Merkel» (zo noemde Helmut Kohl haar vroeger) hem de wind uit de zeilen te nemen. Maar vanaf zijn Beierse kansel blijft Stoiber foeteren over de niet-Europese immigranten: «Wie niet wil integreren, is hier in het verkeerde land.» Daarom stelde Stoiber voor om mensen die een Duits paspoort willen een eed op de grondwet te laten afleggen. In een land als de Verenigde Staten is dit heel normaal.
In die zin sluiten de Duitsers aan bij de discussie in Nederland, waar politici van alle partijen scherpere regels voor inburgering bepleiten. De moord op Van Gogh is in Duitsland echter ook aanleiding geworden voor een nieuw en intensief debat over de integratie van migranten. Vooral rechtse politici ruiken hun kans om allerlei proefballonnetjes op te laten. Islamitische imams zouden bijvoorbeeld in het Duits moeten prediken, eiste Annette Schawan. Deze normaliter gematigde minister van Cultuur in Baden-Württemberg vecht in haar deelstaat om de macht in de CDU en kan de publieke aandacht goed gebruiken.
Op het CDU-congres van 6 december in Düsseldorf is het begrip Leitkultur weer volop salonfähig geworden. Vier jaar geleden wilden de christen-democraten dit begrip definiëren als de maatstaf voor buitenlanders. Toen hagelde het nog kritiek. Nu hanteert men zowel in de CDU als in de CSU de «Leitkultur als leidraad voor de christelijke cultuur van het avondland». Op de partijdag is niet alleen uitgemaakt wie de macht in de Duitse oppositie heeft, ook heeft men patriottisme weer tot speerpunt verheven. Met deze troef proberen de christen-democraten teleurgestelde kiezers terug te winnen die men bij de deelstaatverkiezingen in Saksen en Brandenburg aan de extreem rechtse partijen DVU en NPD verloren heeft.
Twee op de drie Duitsers zijn volgens een representatieve enquête bang voor geweld zoals dat in Nederland plaatsheeft. Terecht of niet, Duitsland kijkt met argusogen naar Nederland en maakt zich grote zorgen over de eigen samenleving. In de Zuid-Duitse deelstaat Baden-Württemberg werd een moskee met een molotovcocktail bestookt. De daders zijn nog voortvluchtig. De moskee behoorde tot de gematigde moslimorganisatie Ditib, die eind november in Keulen een demonstratie van ruim twintigduizend moslims «voor vrede en tegen terreur» organiseerde. Een dergelijk signaal is er in Nederland nog niet geweest.
«Duitsland is niet Nederland», zegt Fatih Akin, de veelbekroonde Turkse regisseur van de film Gegen die Wand, desgevraagd. «De integratie in Duitsland is niet mislukt omdat Van Gogh doodgeschoten is. Je moet geen angst hebben, dat is precies wat de terroristen willen», aldus Akin, wiens controversiële film over de onderdrukking van een Turkse vrouw sinds september in Nederland draait. Zijn collega Christoph Schlingensief, een enfant terrible uit de theaterwereld, doet er nog een schepje bovenop: «De media en de politiek hebben cynisch op dit moment gewacht.» Interessanter vindt Schlingensief het proeflaboratorium Holland: «Waarom gebeurt dit daar en niet bij ons? En in hoeverre was het Nederlandse zelfbeeld verkeerd?»
Toen in 1992 in Rostock, Mölln en Hoyerswerda aanslagen op immigranten werden gepleegd, was een miljoen Nederlanders bereid boze brieven aan de bondskanselier te sturen. De Duitsers zagen hun kleine buurland aan de Noordzee altijd als tolerant en liberaal, zelfs na de moord op Pim Fortuyn. In Duitsland is nog geen enkele stem opgegaan om omgerekend vijf miljoen «wij zijn boos-brieven» aan premier Balkenende te schrijven.
De Duitsers gaan dus het migratiedebat aan zonder dat het onlangs in eigen land tot etnische spanningen is gekomen. Deze grondigheid past ook bij de Operative Gruppe Jugendkriminalität, een groep rechercheurs die in Berlijn-Neukölln elke dag offensief en preventief op de voornamelijk Turkse en Arabische jeugdbendes afstapt. Die worden dan gewaarschuwd geen stommiteiten uit te halen. De politie heeft in de arbeiderswijk ook agenten die elke dag naar scholen gaan om antigeweldtraining te geven. Jeugdwerkers van de projecten Gangway en Outreach zoeken dagelijks migrantenjongeren op die naar de criminaliteit dreigen af te glijden. 95 procent van hun cliëntèle is niet-Duits van oorsprong. Voorkomen is beter dan genezen, denken ze.
Heinz Buschowsky, de burgervader van Neukölln, een stad zo groot als Utrecht, zegt het zo: «Men moet niet verzwijgen dat tachtig procent van de misdadigers hier migranten zijn en 85 procent van de slachtoffers Duitsers.» Een hardliner als minister van Binnenlandse Zaken Otto Schily voormalig RAF-advocaat eist intussen dat imams die haat prediken uit het land gezet worden. Schily (SPD) maakt zich zorgen over de 31.000 extremistische moslims in Duitsland. Tien procent daarvan zou gewelddadig zijn. Directeur Jörg Ziercke van het Bundeskriminalamt zei kort geleden dat islamitische terroristen elk moment in Duitsland kunnen toeslaan. Kort geleden stuurde Schily de zelfbenoemde «kalief van Keulen», Metin Kaplan, terug naar Turkije. En nu is er heibel ontstaan over een imam in de Berlijnse Mevlanamoskee. Deze oprichter van Milli Görus Berlin werd ongemerkt bij zijn haatzaaiende toespraken (Duitsers zouden «stinken en nutteloos» zijn) gefilmd en dreigt nu hetzelfde lot als Kaplan te ondergaan.
Zo moet de bevolking leven in permanente angst voor aanslagen. Daders van de aanslagen van 9/11 op Washington DC en New York City studeerden onbekommerd in Hamburg, de hoofdterrorist van Madrid verbleef in het Saarland en de «geestelijk leider» van de Hofstadgroep, waartoe de moordenaar van Van Gogh zou behoren, verbleef bijna tien jaar in een West-Duits asielzoekerscentrum.
In het integratiedebat is zelfs Helmut Schmidt, een van de grand old men van de Bondsrepubliek, niet achtergebleven. De SPDer verkondigde dat het een fout was om in de jaren zestig gastarbeiders uit vreemde culturen naar Duitsland te halen. Hiermee oogstte de voormalige bondskanselier (1974-1982) veel kritiek. Europarlementariër voor de Groenen, Cem Özdemir, reageerde geprikkeld: «Schmidt moet zich afvragen wat hij dan persoonlijk aan de integratie heeft bijgedragen», zegt de Duitse politicus van Turkse afkomst. «Zijn politiek was indertijd heel kortzichtig.»
De problemen van de migranten zijn legio: taalproblemen, financiële moeilijkheden en cultuurbarrières. Hiervan hebben twee Duits-Libanese jongens nou net geen last. Maradona (10) en Hassan (16) Akkouch wonen in Neukölln en zijn sinds het verschijnen van de hiphopfilm Status Yo! echte sterren in hun buurt. De snelle Berlijnse film laat zien hoe Duitsers en Turken via breakdance, rappen en graffiti integreren. Hoewel de jonge breakdancers hier geboren zijn, geïntegreerd zijn en op school goede resultaten behalen, moeten ze Duitsland binnenkort gedwongen verlaten. Hun vader krijgt geen werkvergunning, maar moet van de staat wel kunnen laten zien dat hij een baan heeft. Zulke kafkaëske toestanden zetten kwaad bloed.
Kanselier Gerhard Schröder waarschuwde al voor een Kampf der Kulturen in Duitsland. Dat doet denken aan de these van Samuel Huntington. Die beschreef in 1993 in zijn veel bekritiseerde boek Clash of Civilizations dat toekomstige conflicten en oorlogen niet meer tussen staten maar tussen beschavingen zouden plaatshebben. Tien jaar geleden het tijdperk van George Bush de Oudere die zijn New World Order wilde doorzetten met Amerika als wereldwijd oppermachtige politieagent wilden de meeste critici Huntingtons conclusie nog niet overnemen. Maar intussen is ook Schröder ervan overtuigd dat de problemen bij hun naam moeten worden genoemd. Immigranten horen de taal te spreken, de grondwet te respecteren, en met de Parallelgesellschaften moet het afgelopen zijn. Een typisch voorbeeld van Schröders lievelingsspreuk: «Basta!»