
FILM – Gawie Keyser
Journey to the Shore
Het eerste wat Mizuki (Eri Fukatsu) doet als ze haar dode echtgenoot Yusuke (Tadanobu Asano) na drie jaar weer ziet, is hem erop wijzen dat hij binnenshuis is en dat hij nog steeds zijn schoenen aan heeft. Vervolgens bakt ze zoete knoedels voor hem.
Dat klinkt vreemd, maar later in Journey to the Shore van Kiyoshi Kurosawa keren de implicaties van de fysieke al dan niet aanwezigheid van dode mensen in het hier en nu terug, compleet met een uiteenzetting van de theorie van speciale relativiteit ontwikkeld door Einstein en anderen. Ik weet niet of ik het goed heb gevolgd, maar het gaat erom dat deeltjes met zero gewicht desalniettemin overal in het universum aanwezig zijn. Dat heeft implicaties voor tijd en ruimte, althans zoals uitgelegd door Yusuke, de dode man die dus vergeet om zijn schoenen uit te doen wanneer hij zijn geliefde weer ziet.
Kurosawa’s nieuwe film is een wonderlijke mix van magisch-realisme, melodrama en existentiële vertelling. De toonwisselingen zijn aanvankelijk storend, soms zelfs tenenkrommend als gevolg van muziek die in een daytime soap opera thuishoort. Dan blijkt dat deze hartstochtelijke uitstorting van emotie eigenlijk heel goed werkt. Sterker, in de klassieke Japanse cinema zijn dit soort momenten van ‘puur gevoel’ juist gekoppeld aan het verkrijgen van een dieper inzicht in menselijke relaties, bijvoorbeeld in het werk van Yasujiro Ozu en Mikio Naruse.
Ook in Journey to the Shore is er sprake van een speurtocht naar de geheimen van het leven, in eerste instantie dat van Yusuke die jaren geleden spoorloos verdween, dood door zelfmoord, zo blijkt wanneer hij op een dag weer in het huis van zijn vrouw Mizuki verschijnt. Samen maken ze een reis naar verschillende bestemmingen waar Yusuke sinds zijn verdwijning heeft gewerkt. En waar hij, zo blijkt, een grote invloed op het leven van mensen had. Zo was hij een leermeester op een plattelandsdorpje waar hij van alles doceerde, onder meer kwantummechanica.
Kurosawa werd een paar jaar geleden in Nederland bekend dankzij Bright Future, waarin hij sciencefiction vermengt met conventies van het liefdesverhaal en dan ook nog met een vleugje gangsterisme erbij. Met Journey to the Shore toont hij meer controle, maar wel zonder dat hij iets van de wilde originaliteit kwijtraakt die zijn werk ontegenzeggelijk heeft.
Te zien vanaf 1 oktober
POPMUZIEK – Leon Verdonschot
PIL
Hij is een van de meest charismatische frontmannen uit de geschiedenis van de rock: Johnny Lydon. Zanger van de Sex Pistols uiteraard, maar ook al sinds 1978 de spil van Public Image Ltd (PiL). Net als de Sex Pistols stond het veel experimentelere PiL jaren op non-actief, maar net als de Sex Pistols richtte Lydon de band uiteindelijk opnieuw op. Bij de Sex Pistols leidde dat tot verrassend goede en zeer amusante optredens (dat op Lowlands was onvergetelijk, alleen al vanwege Lydons ‘Why are we in a tent? Are we the fucking circusact?’), maar niet tot een nieuw album. Bij PiL tot beide: enkele weken geleden verscheen het prima What the World Needs Now…
Mooi, scherp, maar ook en ontroerend blijft het vier minuten lange interview dat Lydon enkele jaren geleden aan Channel 4 gaf. Over de Sex Pistols, over de rel rond het als misbruiker ontmaskerde televisie-icoon Jimmy Savile, over politie, en over zijn vader.
Paradiso, 7 oktober, 20.30 uur
Ryan Adams
In De Groene deze week een uitgebreide recensie van het fabuleuze nieuwe album van Ryan Adams: een integrale cover van Taylor Swifts album 1989. Het is bepaald niet voor het eerst dat Adams andere artiesten covert, en ook niet dat hij een volledig nieuw licht werpt op hun klassiekers. Dit blijven twee van zijn meest geslaagde voorbeelden.
Live eerder dit jaar op het Glastonbury-festival in Groot-Brittannië: Wonderwall, van Oasis. Van een van de grootste meezingers van de jaren negentig, naar een miniatuur:
Live in de studio bij Giel Beelen: ook een van de meest epische nummers van Iron Maiden teruggebracht tot de melodielijn, de (valt eigenlijk nu pas op) desolate tekst en die legendarische gitaarriff:
BoySetsFire
Dit nummer zal morgen zeker langskomen in de Melkweg als hardcoreband BoySetsFire er speelt: Cutting Room Floor, de eerste single van hun nieuwe album. Tekstueel minder politiek (veel minder zelfs) en in muzikaal opzicht een album vol heftige contrasten. Nooit eerder klonken hun poppy nummers zo aanstekelijk (One Match en Heaven Knows zijn ronduit hits, al zullen ze dat nooit worden) en hun harde nummers zo agressief. Nathan Gray blijft een in dit genre opmerkelijk poëtische tekstschrijver, en bij BoySetsFire blijven de melodieuzere nummers ook moeiteloos akoestisch overeind. Luister maar:
Melkweg, 2 oktober, 19.30 uur
TONEEL – Loek Zonneveld
Uit diep blauw
De openingsscène valt in de categorie: sterke vondsten. Keja Kwestro, sowieso een heerlijk actrice om naar te kijken en bij in de buurt te zijn, speelt met haar hoogbehakte schoenen een scène na uit een wereldberoemde film. Categorie: moeilijk relatiedrama. Voertaal: Zweeds. Toon: hogere regionen, tweestemmig. Ze doet die scène, die niet in de tekst staat, zo onweerstaanbaar goed en zo vederlicht dat we met ons allen in een knuistjeslach schieten en meteen vertederd zijn.
Dat is 2-0 voor de voorstelling Uit diep blauw (de raadselachtige titel blijkt onverklaard): we schieten er loodrecht in. En: de toon staat haaks op de zware kost die ons nog wacht. Dat maakt het pad van de vertelling goed begaanbaar. De situatie blijft vervolgens nog eventjes licht verteerbaar. De witte vamp in haar witte poppenhuis heet Eva, ze heeft iets raars aan een oog, maar verder is ze smetteloos erotisch gereed voor een ontmoeting met een oudere minnaar, Robbert (Michiel Nooter), die eraan komt voor een casual ontmoeting met casual seks. Het spel is pas echt op de wagen wanneer een aanmerkelijk slordiger geklede sloeber, gehavend en met een baard van maanden, in de tuin staat. Hij heeft het uiterlijk van een groenteman uit de Javastraat of een andere lokale kashba. Theaterteken: gevaar. Reactie: schrik. Bij Eva zelfs op het hysterische af. Hij heet overigens Sharif (Samin Amini) en hij is een bekende van zowel Eva als, zo blijkt later, Robbert.
De beoogde thriller heet in de folder ‘romantisch’, de romantiek in dit minidrama heeft iets griezeligs. Het lijkt op: Hitchcock meets Van Warmerdam. Maar plot en fabel missen het raffinement van beiden. De dialoog van Maaike Bergstra is wel tamelijk slim geschreven. De regie van Daria Bukvic is dienstbaar, ook in het negeren van enkele teksten en aanwijzingen van de auteur. De vormgeving van Dymph Boss is prettig verwarrend, in de zin dat ik het eerste kwartier niet meekreeg of we ons nu in een luxe ressort in Dubai bevinden of op een oever in IJburg.
Eva en Sharif zijn op een intense manier jeugdliefdes geweest, er kleeft een verboden vrucht aan hun liefde, of aan die intensiteit, of aan beide. Ik weet niet goed of dat een keuze is of een geraffineerd raadsel. Na lezing van de tekst (en dat weer pas na het zien van de voorstelling) vermoed ik dat het geen van beide is. En dat is niet als pluspunt bedoeld. Robbert is een schaamteloze lul-de-behanger aan de kouwe én de goeie kant van de welvoorziene bankrekeningen, en dat is van meet af aan (ook in de tekst) weer zo’n knetterend cliché dat je hem als gesprekspartner, over wat dan ook, van meet af aan eigenlijk niet serieus neemt. En dat helpt ook niet echt. Alledrie hangen ze vast aan het plotje van een mislukt soort (bom)aanslag, dat een beetje vrolijk en nonchalant fluitend, vers van een beginnerscursus plotschrijven, de voorstelling komt binnenschuifelen. En ook dat is niet echt als een compliment bedoeld. Terwijl het wel een redelijk goed gemikt plotje is, maar iemand heeft de schietschijf op het laatste moment voor de pijl weggetrokken. Of zoiets.
Al met al hangt er op en rondom de speelvloer van Theater Bellevue tijdens deze lunchpauzevoorstelling aldaar, permanent het bange vermoeden van meer, dat, wanneer het lunchpakket dan uiteindelijk compleet is uitgepakt, niet echt blijkt te voldoen of anderszins te bevredigen. Toen ik uiteindelijk mocht vernemen met welk cadeau van Robbert voor Eva, door Eva doorgegeven aan Sharif, deze Sharif uiteindelijk als morele overwinnaar de wijde wereld in trekt, zakte de hele boel voor mij een beetje door het ijs. Het laatste gebaar van dit uur toneel, een net niet knippende schaar dicht in de buurt van het prachtkapsel van Keja Kwestro/Eva, deed voor mij de deur dicht.
Wat ik maar zeggen wil: misschien deed dat ‘vermoeden van meer’ mij wel de das om. Dus ga vooral zelf kijken. Ik heb daartoe in dit relaas voldoende raadsels intact gelaten. Schrijven kan Maaike Bergstra sowieso. Vervelen zult u zich ook niet, want spelen en de spanning erin houden kunnen deze drie toneelspelers super goed.
Uit diep blauw, lunchvoorstelling Theater Bellevue, t/m 17 oktober, van dinsdag t/m zaterdag 12.30 uur, theaterbellevue.nl
TELEVISIE – Walter van der Kooi
Wanneer het Kalveren-gala vrijdag geweest is – meestal een gênante vertoning en dit jaar al in het nieuws door geweldige bonje vooraf – volgt zaterdag zowaar nog een nastoot met ‘De avond van de korte film’. Negen tien-minutenfilms uit de onvolprezen NTR-reeks ‘Kort!’ die vorig jaar op het festival in première gingen, maar nu voor het eerst op de televisie komen (waarvoor ze gemaakt zijn). Acteur Robert de Hoog presenteert het nonet dat afgewisseld wordt met interviews met de vaak jonge makers. Je kunt het genre een leerschool voor veelbelovend talent noemen – sterker, dat is het ook – maar je zou het te kort doen als je het louter ziet als ‘vooropleiding’.
De korte film is een genre van zichzelf, zoals kort verhaal en novelle geen voorstadium van de roman zijn. En er zitten jaarlijks juwelen tussen. Dit jaar onder meer van de partij Sam de Jong (ook maker van de geprezen speelfilm Prins), Mees Peijnenburg (van One Night Stand Geen koningen in ons bloed) en Rob Lücker (van de bekroonde speelfilm Das Wad).
Avond van de korte film, NTR, zaterdag 3 oktober, NPO 3, 22.30 uur
Het uur van de wolf (NTR/VPRO) – met Avro’s Close Up de plek voor documentaires over kunst en cultuur, maar vaak weerbarstiger dan die beschaafde collega – bestaat twintig jaar. Dat volgende week in dat kader Het wolfsuur van Frans Weisz wordt uitgezonden zal geen toeval zijn. Zowel de jarige rubriek als de documentaire verwijzen in hun naam naar ‘het uur waarin de nacht overgaat in de dag en waarin de slapelozen overspoeld worden door angst’.
In zijn nieuwste documentaire, dinsdag op het Filmfestival in première gegaan, volgt Weisz beeldhouwer Lotta Blokker in haar atelier terwijl ze werkt met verschillende modellen aan meerdere beelden. Off-screen praat ze over haar Werdegang, motieven, werkwijze, inspiratie, relatie tot ‘model en beeld’ en thematiek. En die laatste – slapeloosheid, getob, angst, eenzaamheid – schreeuwt uit haar beelden die aan het eind van de film, van klei brons geworden, in de Zwolse Fundatie tentoongesteld staan. Dat haar inspirator Rodin was (tijdens Frans schoolreisje voor het eerst gezien en de trigger voor haar beroeps- en bestaanskeus) is te zien, al heeft ze een uitgesproken eigen stijl die zelfs ik als leek snel herken. Ik houd niet van het werk, maar de totstandkoming ervan, de overwegingen en veranderingen tijdens het maakproces, zijn fascinerend om te zien. Dankzij Blokker en haar modellen; dankzij Weisz.
Frans Weisz, Het wolfsuur in Het uur van de wolf, NTR, donderdag 8 oktober, NPO 2, 23.15 uur
Beeld: Stills uit Journey to shore. Foto’s IMDB