Naast klachten wegens enorme schade aan het servies en geluidsoverlast gold als voornaamste motief van de opzegging het feit dat Willem III zich tot grote consternatie van de inwoners van Montreux ontpopte als een exhibitionist. In het zicht van de opvarenden van raderboten maakte de koning er een gewoonte van om op het balkon zijn kamerjas te openen om de volle glorie van zijn vorstelijke geslacht te tonen. In de archieven van het gemeentehuis van Montreux trof Luthi een vuistdik politiedossier over het koninklijke wangedrag aan.
Twee jaar nadat Willem III de wacht werd aangezegd, werd Villa Richelieu verhuurd aan een al even flamboyante bewoner, de Russische componist Tsjaikovski, die er zijn beroemde vioolconcert schreef.
In diverse Nederlandse kranten werd uitvoerig bericht gedaan van de vondst van Luthi, van wier hand over drie maanden een boek zal verschijnen over het verblijf van tal van hooggeplaatste Europeanen aan het Meer van Geneve.
Toch is het niet de eerste keer dat er melding wordt gemaakt van het buitenissige karakter van het Zwitserse verblijf van Willem III. Integendeel: in het verre verleden werd er al uitvoerig melding van gemaakt in de Nederlandse pers. In het blad Recht voor Allen van de rode dominee Ferdinand Domela Nieuwenhuis werd al bij leven van Willem III geschreven over de balkonschandalen aan het Meer van Geneve. Uit het leven van Koning Gorilla, zo heette de toentertijd uiterst populaire schandaalkroniek, geschreven door een gefortuneerde buurman van de koning in Zwitserland, Seysda van Roordinga.
De kroniek werd toen vooral gezien als een uiterst vermakelijke, doch vooral op fictieve elementen gebaseerde polemiek. Dat blijkt achteraf bezien reuze mee te vallen. De geschilderde gebeurtenissen stonden wel degelijk dicht bij de realiteit. De toegebrachte schade aan het koningshuis zou dan ook worden gewroken met een jaar gevangenisstraf voor Domela Nieuwenhuis wegens majesteitsschennis.
De Zwitserse archiefvondst werpt ook nieuw licht op een illustere passage in de door journalist Paul van ‘t Veer gepubliceerde dagboeken van Willem III’s minister van Oorlog, A. W. P. Weitzel. Weitzel meldt in zijn dagboeken dat de koning hem op een dag woedend benaderde met het bevel dat hij bij zijn volgende verblijf aan het Meer van Geneve een fregat kanonneerboten van de Nederlandse vloot in zijn gevolg wenste. Als reden gaf de koning toen op dat hij in Montreux 'un peu trop familierement’ behandeld was. Liep Willem III met de gedachte rond om een militair-nautische vendetta uit te voeren jegens de puriteinse Zwitsers? We moeten er wel van uitgaan.
Voor Weitzel was het Zwitserse balkonincident en de koninklijke reactie daarop in ieder geval een motief om over te gaan tot een campagne waarin hij waarschuwde voor ‘verschijnselen van hoogmoedswaanzin’ in het Huis van Oranje. Dit deed hij via een publikatie over het trieste lot van de megalomane tsaren Peter III en Paul I, respectievelijk overgrootvader en grootvader van Willem III, gepubliceerd in de Psychiatrische Bladen van 1891, huisorgaan van de Nederlandse Vereniging voor de Psychiatrie. De woede-aanvallen van Willem III werden in dat wetenschappelijke model vooral gezien als het logische gevolg van de het vurige Romanov-bloed dat met psychedelische schuimkoppen door de koninklijke aderen vloeide.
Weitzels omzichtige waarschuwing werd in dankbaarheid aanvaard door koningin Emma, die via directeur Tellegen van het Haagse Krankzinnigeninstituut aan de minister liet weten dat zij ‘bij de opvoeding van de jonge Wilhelmina zeker uw verstandig advies niet in de wind zal slaan’.
Wilhelmina zou daar het nodige van merken. In haar autobiografie Eenzaam maar niet alleen heeft zij het over ‘antecedenten in de familie - er was weleens toegegeven aan de grillen en zwakheden van een kind, met als gevolg dat het niet voldoende weerstandsvermogen kreeg tegen verlokkingen van gemakzucht en egoisme - waarvan een herhaling tegen elke prijs vermeden moest worden, hebben hun invloed doen gelden op mijn vorming. Ieder slap optreden werd onmiddellijk aangepakt, soms zelfs met verwijzing naar bedoeld antecedent.’ (rene zwaap)
Ook elders is het Oranje-gevoel een ernstige kwetsuur toegebracht. De wijze waarop de vaderlandse pers zich heeft gestort op het bijna- echec van het Nederlands elftal tegen de woestijnridders van Saoedi- Arabie toont weer eens aan hoezeer lof en hoon uitwisselbare emoties kunnen zijn. Het bontst maakte Studio-Sporttelevisieverslaggever Eddy Poelman het. In het heetst van de strijd liet hij zich de historische woorden ontvallen dat Ronald Koeman ‘speelt als een wijf’, en daarmee was de toon gezet voor een collectieve verguizingsactie van het in zijn patriottische pathos danig gekwetste journaille.
Eerder deed de Belgische pers een duit in het zakje na de moeizame overwinning van de rode duivels op de Marokkanen. In beide gevallen lijkt er vooral sprake van een arabofobisch sentiment. Blijkbaar kan men het niet verkroppen dat ook onder Allah tegenwoordig gevoetbald wordt. Vandaar ook het eerdere voorstel van het Vlaams Blok om de wedstrijd Belgie- Marokko niet live uit te zenden, ter voorkoming van rassenrellen. Zo zie je maar weer: voetbal is oorlog. Heilige oorlog zelfs.