
De Volkskrant liet een onafhankelijke jury een canon van ‘de tien beste vaderlandse tv-series sinds 1990’ vaststellen. Ter gelegenheid van het Nederlands Filmfestival. Die aanleiding lijkt raar maar is het niet: film (voor de bioscoop gemaakt) en televisie waren inderdaad verschillende grootheden of genres, waarbij Majesteit Film lang neerkeek op Burgertrutje Televisie. Maar die hiërarchie is voorgoed doorbroken, eerst internationaal, later ook bij ons. Menige cineast(!) moet vaststellen dat er voor de televisie al behoorlijk vaak interessanter drama wordt gemaakt dan voor haar/zijn oude biotoop, die zaal met mensen. Met een Heilige Hal als Tuschinski en waar dat voor staat bedoel ik niets denigrerends: het grote doek, het superieure geluid (zij het dat dat regelmatig veel te hard staat), en zelfs de gedeelde beleving kunnen bijdragen aan een ervaring die je op de bank thuis minder snel hebt, al ben je daar hopelijk gevrijwaard van popcorn en commentaar gevende vriendinnen.
Maar het is niet anders: meer en meer geld, scenario-, regie- en acteer- en cameratalent gaan naar de series. (Halleluja, zeg ik als tv-recensent.) Dat geldt al langer voor de Amerikanen die een eindeloze reeks meesterwerken produceerden, van Mary Hartman tot The Sopranos. Voor de Britten met klassiekers als Brideshead Revisited en The Singing Detective. Voor Duitsland met Heimat en Die Manns: Ein Jahrhundertroman. En recenter voor Noord-Europa, waar vooral het misdaadgenre bloeit. Overigens heeft het Deens-Noors-Zweedse succes, aangestoken door The Killing onze serie-aankopers enigszins verblind: we krijgen nogal wat technisch knappe maar inhoudelijk zwaar tegenvallende Scandinavische series voor de kiezen. Series van eigen bodem zijn vaak beduidend sterker. En dus is ook het Filmfestival terecht meer aan televisie gaan doen en is zo een Volkskrant-initiatief adequaat. Al blijft een pijnlijke Utrechtse omissie bestaan: in de gouden regen van Kalveren ontbreekt er nog steeds eentje voor ‘beste scenario tv-drama’. Terwijl scenario de ruggengraat van alle drama is; en, op een enkele arthousefilm na, het tv-aanbod artistiek hoogwaardiger is dan wat er aan speelfilms wordt gemaakt. Dat geldt voor sommige Telefilms van speelfilmlengte of de kortere One Night Stand en Kort!, maar helemaal voor de serie. En eigenlijk is dat een mirakel. ‘Serie’ betekende immers lange tijd bovenal ‘soap’ – een methode om een zo groot mogelijk publiek met laagdrempelige middelen, eerder ontleend aan de Bouquetreeks dan aan literatuur, te binden. In goede tijden, slechte tijden onderweg naar morgen – of zo.
En kijk nu eens naar wat voorbeelden uit de Volkskrant-top-tien: 1. A’dam-E.V.A, een liefdevol portret van de stad en veel van haar inwoners, die samen een sociale kaart vormen terwijl ze in genuanceerdheid en complexiteit toch veel meer zijn dan prototypes (als die al bestaan). Een groot verhaal over jonge mensen doorweven met talloze kleine, geloofwaardige verhalen over alle lagen, kleuren en leeftijden. Met scherp maar tegelijk liefdevol oog voor het menselijk tekort en getob, met mededogen, maar vooral ook vol gein. ‘Wie lacht niet die de mens beziet’, maar dan in de totaal niet-cynische variant daarvan. 2. Oud geld. Een prachtige familiegeschiedenis in hoger kringen, een godenschemeringvariant, die, als ik hem ergens mee zou moeten vergelijken, qua niveau toch het dichtst in de buurt komt van een gedramatiseerde laat-twintigste-eeuwse Couperus. Met ongekend lef gemaakt. Alleen al de fameuze, eindeloos durende monoloog van Carine Crutzen over hoe de dood van het kind de ouders en hun relatie heeft uitgehold. Zoiets zie en hoor je, alleen al qua lengte, alleen op de planken – maar tegelijk was het bij uitstek tv-drama. 5. Dunya en Desie, die verrukkelijke vertelling over twee pubermeiden, die zo succesvol was dat meerdere reeksen volgden en je de personages, net als de heerlijke actrices zelf, zag opgroeien. O ja, Mokums en Marokkaans, Gutmensch-televisie uit de tijd dat dat nog geen pijnlijk scheldwoord was. 7. Ramses, dat onwaarschijnlijk knappe portret van een uitzonderlijk individu, van een stad en een tijdperk ineen. Alleen mogelijk door een fabelachtige Maarten Heijmans, maar ook in de breedte ijzersterk bezet. Met een prachtig scenario. En met het mirakel dat die Nipkow winnende serie nota bene het dramadebuut van documentairemaker Michiel van Erp was. 8. Pleidooi, de eerste ijzersterke advocatenserie van eigen bodem. Waarin de verschillende zaken die de partners te behandelen kregen kralen aan een ketting vormden, bijeengehouden door personages en collegiale betrekkingen op het kantoor en door privé-lotgevallen. Intelligent, geestig, ontroerend. 9. De Daltons. Jubel. Een van de mooiste kinderseries ooit (in de zin van ‘over kinderen’, want het bereikte ‘alle leeftijden’). Mijn kleinkinderen konden niets fijners bedenken dan de afleveringen weer en weer te zien. En toen moest het mirakel nog gebeuren dat de makers zich met dezelfde cast aan de puber-Daltons waagden. Mission impossible, leek me, maar weer werd het prachtig. En net iets weerbarstiger. 10. Annie MG. Een verrukkelijk soort totaaltelevisie met drama, zang en dans, die recht deed aan de enige koningin die geen Oranje heette. Die de gein, lenigheid van taal en geest en dwarsigheid van mevrouw Schmidt alle recht deed. De bibliothecaresse en documentaliste die in onze bedompte jaren-vijftighuishoudens de vensters wijd open gooide. Maar die niet terugdeinsde voor de zwaarte in en van haar bestaan, ondanks en door de liefde; en zeker de zwaarte die de ouderdom voor haar en ons in petto heeft.
Dat ik de nummers 3 (Penoza), 4 (De zaak Menten) en 6 (Gooische vrouwen) niet uitgebreid typeer, is niet omdat het geen verdienstelijk drama zou zijn, maar omdat ze mijn top tien niet zouden halen. Een volgende keer over wie en wat in de lijst, terecht of niet, ontbreekt. En over tendensen. Zoals: over geen onderwerp lijkt zoveel drama gemaakt als over het koningshuis. We hebben stoeten jonge en oude Wilhelmina’s, Juliana’s, Bernhards, Beatrixen en zussen, Willem-Alexanders, Máxima’s voorbij zien komen, met het uiterlijk van tientallen actrices en acteurs. Geen van die series haalde de top-tien. En hoewel ik beroerd werd van die obligate onderwerpkeus, en de aanpak varieerde van slaapverwekkend braaf tot wild-speculatief, vind ik dat niet eens helemaal terecht. Mooi Oranje-drama: het bestaat!
De vorige Nader bekeken ging ook over de beste Nederlandse dramaseries.