© Milo Rottinghuis

‘Ik hoop niet dat dit in het Oekraïens vertaald wordt’, vatte Kamerlid Pieter Omtzigt het debat samen. De Kamer is wel vaker boos of verbolgen, maar het sentiment in de plenaire zaal was ditmaal anders. De Oekraïense president Volodimir Zelenski had het parlement net toegesproken, waarop een debat volgde over de implementatie van de sancties tegen Rusland. Onder het toeziend oog van de Oekraïense ambassadeur verschoof het debat van de verschrikkelijke realiteit in Oekraïne naar de politieke realiteit in Den Haag.

Kamerleden waren gefrustreerd dat Nederland niet in staat lijkt de Europese sancties snel in praktijk te brengen. Want Nederland doet het aanzienlijk slechter dan de andere Europese landen, vindt ook Omtzigt. Zwitserland heeft zes miljard Russisch geld in beslag genomen, België tien en Frankrijk 22 (21 miljard hiervan bleek een tegoed van de Russische centrale bank) somde hij op, en Nederland kwam slechts tot 516 miljoen. ‘We staan er echt bizar op’, zei hij, ‘en we weten wat er allemaal op onze Zuidas zit.’

Maar weten we dat wel? ‘Als minister van Financiën beschik ik niet over data betreffende Russisch vermogen in Nederlandse brievenbusfirma’s’, antwoordde minister van Financiën Sigrid Kaag eind maart op een schriftelijke Kamervraag van GroenLinks. In andere woorden: we hebben geen enkel idee wat er op onze Zuidas zit aan Russisch geld, behalve dat we denken dat het om véél zal gaan. Zolang dat het geval is, zal elke gerichte aanval op Russisch geld in Nederlandse brievenbussen (zoals de recent ingediende spoedwetgeving voor het verbod op ‘het verlenen van trustdiensten aan personen en bedrijven die gevestigd zijn of een uiteindelijk belanghebbende (ubo) woonachtig in Rusland of Wit-Rusland heeft’ vergeefs blijken.

Op zoek naar een orde van grootte van Russisch geld in Nederland wordt vaak gerept van de 27 miljard euro die vanuit Rusland direct naar Nederland vloeit – de foreign direct investment. Maar een beetje zichzelf respecterende oligarch zal een ingewikkeldere constructie hebben opgetuigd om zijn geld veilig te stellen: eentje die op z’n minst loopt via verschillende landen en daarmee buiten dit cijfer zal vallen.

We weten niet precies hoeveel fout geld er door Nederlandse brievenbussen stroomt, concludeerde ook de Commissie-doorstroomvennootschappen vorig jaar oktober in opdracht van het ministerie van Financiën – ‘het bestaande onderzoek hierover is beperkt en het verkrijgen van de gegevens die nodig zijn voor een goede analyse is complex’ – en adviseerde daarom tot een vervolgonderzoek naar witwassen. Om onderscheid te maken tussen crimineel of Russisch geld en ‘legitieme’ geldstromen moet je helemaal terug naar de oorsprong van het geld. ‘Dat is nog knap lastig’, vertelt Martin Bergwerff, die als onafhankelijk belastingconsulent zitting nam in de commissie. ‘Het vraagt veel onderzoek en dus ook veel tijd. Binnen het tijdsbestek dat stond voor het rapport kregen we daar niet de vinger achter.’

Wel kreeg de commissie een beeld van de totale omvang van doorstroomland Nederland: in 2019 stond er 4500 miljard euro op de balansen van trustkantoren, ruim vijf keer de omvang van de Nederlandse economie. En dan wordt het geld dat via Nederland direct weer doorstroomt naar een ander land nog buiten beschouwing gelaten.

Brigitte Unger geldt als de éminence grise van het witwasonderzoek in Nederland. Begin jaren 2000 dook de hoogleraar economie van de publieke sector aan de Universiteit Utrecht in de wereld van het criminele geld en werd zo de eerste échte witwasonderzoeker van Nederland. Gezien haar staat van dienst was het dan ook logisch dat het ministerie van Financiën haar in 2020 benaderde om zitting te nemen in de zeskoppige Commissie-doorstroomvennootschappen. Ze had er zin in, want dit was een uitgelezen kans om eindelijk eens inzichtelijk te maken hoeveel crimineel geld er daadwerkelijk in Nederland zit, dacht ze, maar echt ver kwam ze nooit. Toen bleek dat de nadruk van de commissie lag op de fiscale kant van Nederland doorstroomland, en er onvoldoende tijd was om het witwassen te onderzoeken, trok ze zich teleurgesteld weer terug.

Sinds corona vervult Unger haar verplichtingen vanuit haar geboorteland Oostenrijk. Via een videoverbinding met Wenen vertelt ze dat ze niet helemaal op de hoogte is van de recente discussie over de Nederlandse sancties. Maar ze weet als geen ander hoe aantrekkelijk Nederland is voor ‘vies geld’. ‘Hoe makkelijker en goedkoper het is om geld door te laten stromen, des te aantrekkelijker het is voor criminelen’, legt ze uit.

We hebben geen enkel idee wat er op onze Zuidas zit aan Russisch geld

Zelf zette ze al eens een brievenbus op voor slechts vijftig euro. Met een paar simpele handelingen online was ze binnen vijf minuten eigenaar van haar eigen vennoot. ‘Het enige dat je nodig hebt is een adres.’ Dat alles kan uiterst anoniem. ‘Als crimineel maak je een hele rits van kleine bedrijfjes die je aan elkaar koppelt tot niemand meer weet bij wie het begon en de ultimate benificial owner (de echte eigenaar) uit het zicht verdwijnt. Nederland is daar echt heel zwak in. Op z’n best vind je een stroman. Russische oligarchen, ook Poetin, duiken zo nooit op.’

Witwassen was begin jaren 2000 geen thema in Nederland, merkte Unger toen ze in 2002 werd aangesteld als eerste hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht. Utrecht kende tot die tijd geen economiefaculteit en zij was aangetrokken om er een op poten te zetten. ‘Dat was ontzettend spannend om te doen!’ vertelt ze tussen twee slokjes thee door, maar de sfeer sloeg om toen ze als nieuweling dook in de wereld van het witwassen. ‘Witwasgeld werd in die tijd op slechts zo’n tweehonderd miljoen geschat’, zegt ze, maar zelf kwam ze veel hoger uit: zo’n achttien miljard (het negentigvoudige). Ze stuitte op heftige weerstand van vakgenoten. ‘Er ontstond ineens een debat over mij: ik was nieuw en wist van niets en ik had alles volledig overschat, want er was toch helemaal geen probleem!’

Twintig jaar later werkt Unger nog altijd voor de Universiteit Utrecht. Intussen wordt wel breed onderkend dat de omvang van het Nederlandse witwassen in de miljarden loopt, maar het gebrek aan precieze data en onderzoek laat zien dat het nog altijd geen prioriteit is. Want ook Ungers eigen cijfer van achttien miljard (‘Iedereen pikte die achttien op’, zegt ze daarover, eigenlijk was het een bandbreedte van achttien tot 25 miljard) is slechts een schatting. Geïnspireerd door Newtons graviteitsmodel maakte ze een model dat in kaart bracht waar de wereldwijde stroom crimineel geld zou neerslaan op basis van het beste ‘witwasvestigingsklimaat’. Nederland scoort ‘goed’ (onder meer door de hoogwaardige financiële dienstverlening) en dat terwijl haar grootste selling point in het model ontbreekt: de brievenbussen.

Ook in Ungers model is onderschatting daarom zeer waarschijnlijk en zolang data van de bron ontbreken, blijft de omvang van het foute geld in Nederland een blinde vlek, vertelt ze: ‘Het enige wat we zeker weten komt van lekken als de Panama en Paradise Papers.’

‘Het is ontzettend indrukwekkend om te horen over een land dat zich op fiscaal vlak écht ontwikkeld heeft’, zei de Franse Europarlementariër Aurore Lalucq namens de Europese sociaal-democratische partij S&D tijdens een openbare hoorzitting over de stand van zaken ‘Nederland belastingparadijs’ in het Europees Parlement (EP), georganiseerd door de voorzitter van de Europese belastingcommissie, pvda-Europarlementariër Paul Tang. Tang staat nou niet echt bekend als cheerleader van het Nederlandse fiscale beleid – zo diende hij in 2019 nog een motie in bij het EP om Nederland als belastingparadijs te oormerken, die werd aangenomen – maar de door hem uitgenodigde experts waren unaniem positief over de stappen die Nederland heeft gezet. Ja, er was nog wel wat te wensen over, maar het ingeslagen pad is ‘groundbreaking’, was de afdronk.

Unger is het daarmee eens. Op fiscaal vlak heeft Nederland echt goed werk verricht, vindt ze. Dat bleek vorig jaar al, toen Rusland het bilaterale belastingverdrag met Nederland verscheurde, waardoor je vanuit Rusland geen aanspraak meer kunt maken op de belastingvoordelen die je via Nederland kunt verkrijgen (maar die eenvoudig te omzeilen zijn door het geld via een ander land te laten stromen). ‘Dat was een signaal dat Poetin het niet meer interessant vond om geld via Nederland te laten stromen, waarna veel Russen naar Luxemburg zijn getrokken.’

Witwassen en fiscale voordelen hebben met elkaar te maken. Ook oligarchen houden van belastingontduiking en dat maakte Nederland jarenlang ontzettend aantrekkelijk als locatie voor fout geld. Maar je moet de twee niet op één hoop gooien. Nederland is in de afgelopen jaren een minder paradijselijke locatie geworden als internationale draaischijf voor belastingontduiking en -ontwijking (waardoor het niet ondenkbaar is dat al vóór de inval van Oekraïne en de start van de sancties wat Russische geldstromen verlegd zijn), maar is nog immer een paradijs voor witwassen. ‘Er is gesleuteld om de reputatie te verbeteren’, zegt Unger, ‘maar of het nou crimineel geld is of niet, dat wordt nog steeds niet serieus genomen.’

Dat breekt je op als je plotsklaps iets wilt doen aan Russisch geld in je land. Wat zouden de experts minister van Financiën Kaag adviseren als ze nu om hulp zou vragen? Op korte termijn is dat erg lastig, zegt zowel Unger als Bergwerff van de Commissie-doorstroomvennootschappen. > Je kunt proberen zo veel mogelijk informatie van betrokken partijen (banken, KvK, toezichthouders en trustsector) op elkaar te leggen in de hoop dat je wat wijzer wordt, maar uiteindelijk kun je niet zonder een ultimate beneficial ownership (ubo)-register op Europees maar het liefst internationaal niveau, waarin je verplicht vastlegt wie de echte eigenaar is.

‘Gaan we brievenbussen afkappen, dan heeft dat invloed op investeringen in en via Nederland’

De Nederlandsche Bank (dnb) belde Unger ook al voor advies. Vaak wordt naar de trustsector gewezen als facilitators van crimineel geld – zij leveren diensten aan eigenaren van brievenbussen om aan de minimale vestigingscriteria te voldoen – en dnb is hun toezichthouder. Als zij nou in kaart brengen wie hun klanten zijn, is het probleem uit de wereld, zo is de gedachte. Met dit doel is de trustsector in de laatste jaren ook steeds strenger gereguleerd, met een halvering van het aantal kantoren in slechts zeven jaar tot gevolg.

Tegelijkertijd schatte het onderzoekbureau seo vorig jaar dat ten minste vijftien procent van de trustsector zonder vergunning (lees: illegaal) opereert, en dnb heeft nou net geen zicht op deze schaduwtrustsector en houdt geen toezicht op de onderliggende brievenbussen. ‘Zij weten ook gewoon te weinig’, zegt Unger.

Maar je kunt ook een fundamentelere vraag stellen: waarom zou een bedrijf zich hier feitelijk mogen vestigen met de voordelen van dien, zonder daadwerkelijk een reële rol te spelen in of een positieve bijdrage te leveren aan de Nederlandse economie? De directe economische voordelen van brievenbussen zijn immers marginaal – zo’n drie- tot vierduizend banen en een belastingopbrengst van 650 miljoen euro – liet de Commissie-doorstroomvennootschappen al zien.

‘Als je de Russen echt wilt treffen, zul je verscherpte substance-eisen moeten stellen’, zegt Bergwerff. Substance-eisen zijn de criteria waaraan je moet voldoen om je als bedrijf feitelijk te vestigen in een land en gebruik te maken van de fiscale voordelen. De bijvangst is dat je dan ook definitief een streep trekt door Nederland Brievenbusland. Je kunt dusdanig hoge eisen stellen aan bedrijven die zich in Nederland willen vestigen dat ze vanzelf in een volwaardig kantoor veranderen of hun heil elders zullen zoeken. Een optie is om te eisen dat élke beslissing en de benodigde voorbereiding voor financiële transacties in Nederland ook daadwerkelijk híer plaats moeten vinden door mensen die werken in Nederland, oppert Bergwerff. ‘Dan leg je een dermate hoge drempel op dat geen enkel concern in de wereld zegt: dat doe ik wel even. Zo jaag je de mensen weg die Nederland gebruiken als vehikel.’

Wanneer Brigitte Unger in mei van dit jaar met pensioen gaat, heeft ze een kleine twintig jaar onderzoek gedaan naar witwassen. Zoveel jaren later blijft het een ‘spannend’ onderwerp, vindt ze, omdat het zo ontzettend multidisciplinair is: het raakt aan rechten, criminologie, en economie tot aan politiek, en die laatste zou zich de aankomende tijd een beslissende rol kunnen toedichten.

Zelf vindt Unger het lastig om de precieze gevolgen van een sluiting van de brievenbussen te overzien, en dat maakt het een uitdagende stap voor een minister, denkt ze. ‘Vroeger dacht ik er wel zo over, maar wanneer je ouder wordt, word je toch minder radicaal. Nederland is een land dat honderden jaren lang zaken doet en zelfs de eerste beurs van de wereld heeft. Je wilt dat natuurlijk niet zomaar afdraaien.’

Ook Martin Bergwerff denkt dat er indirecte economische pijn voor Nederland zal zijn, vertelt hij aan de telefoon vanuit Kigali, de hoofdstad van Rwanda. ‘Nederland heeft een reputatie in de wereld als een betrouwbaar en stabiel land met een zeer goede financiële dienstverleningssector. Als we brievenbussen gaan afkappen, zal dat invloed hebben op investeringen in en via Nederland.’ Toch adviseert hij deze stap wél te zetten; 22 jaar lang werkte Bergwerff bij de Belastingdienst, maar sinds hij daar de deur achter zich dicht trok en zich aansloot bij Tax Inspectors Without Borders en vervolgens werkte in Mongolië, Moldavië en Rwanda namens internationale organisaties als de EU en de VN, is hij geleidelijk met andere ogen gaan kijken naar het Nederlandse fiscale systeem en de verantwoordelijkheid die Nederland draagt in het internationale debat.

‘Brievenbusmaatschappijen zullen internationaal niet lang meer bestaan’, denkt hij. ‘Misschien duurt het nog vijf, zes, zeven of tien jaar voor ze definitief de nek wordt omgedraaid, maar de internationale teneur is duidelijk: dit moet afgelopen zijn. Je kunt het misschien nog een jaar rekken maar je kunt beter een voortrekkersrol pakken en de norm zetten.’

Aan het einde van zijn termijn als minister van Financiën speelde Wopke Hoekstra al eens met het idee om de gehele trustsector op te doeken uit frustratie over hun illegale praktijken. En na de zoveelste aanval van een Kamerlid tijdens het recente debat over de trage Nederlandse implementatie van de sancties benadrukte hij nog maar eens dat ‘voor Nederland echt alles bespreekbaar is’, om vervolgens een ‘sanctiecoördinator’ aan te stellen.

Als de Kamer ontevreden is over de daadkracht van de regering kan ze de woorden van Hoekstra als een uitnodiging zien. Niet om een rits moties of Kamervragen te schrijven, maar een ouderwetse wet. Wie er de verkiezingsprogramma’s en publieke uitingen op naslaat, nog voordat er een gemeenschappelijke vijand in het Kremlin was gevonden, lijkt een meerderheid tegemoet te kunnen zien. ‘Nederland belastingparadijs’ was ooit een politieke keuze, de bijl aan de brievenbus is er ook een.

© Milo Rottinghuis