De reis is georganiseerd door een activistische collega van Ummels, de Belgische Lieve de Haas. In Bagdad ontdekt Ummels dat De Haas er een dubbele agenda op nahoudt. Behalve vredesactiviste blijkt De Haas lid te zijn van de Belgische Arbeidspartij: een maoïstische splinterfractie die in de statuten sympathie aan Saddam betuigt.
Van der Keur: ‘Dat verklaarde waarom we er zo gemakkelijk heen konden. Toen Ummels er achter kwam, is ze De Haas te lijf gegaan. Van het doel van de reis, het nemen van grondmonsters, kwam niets meer terecht.’
In september 1992 lift Van der Keur naar Salzburg. Daar vindt een congres plaats waar de internationale vredesbeweging een vuist tegen de kernindustrie maakt. Het congres mondt uit in het boek Uranium Battlefields Home and Abroad, verplichte kost voor de beginnende atoomspecialist.
HET IS HELDER weer en de wind waait uit het noordoosten als de vijftienjarige Michael Bertholet en zijn vriend Erik Zwart op zondag 4 oktober 1992 op Schiphol arriveren. De jonge spotters hoeven maar een dagje vrij te zijn of ze zijn op de luchthaven te vinden, waar ze fanatiek plaatjes schieten van opstijgende en landende vliegtuigen. Als om een uur of half twee een wit-blauwe vrachtcarrier de landing op de Kaagbaan inzet, drukt Michael met zijn rechterwijsvinger af. Deze handeling zal het leven van Michael en met name dat van vader Louis Bertholet, die op dat moment thuis in Assendelft op de bank naar de televisie ligt te kijken, voorgoed veranderen.
OM 18.36 UUR stort een El Al-vrachtjumbo neer in de Amsterdamse Bijlmer. Vanaf het eerste moment tot op de dag van vandaag is de catastrofe met geheimzinnigheid omgeven. Voor complottheoretici is het een ongekende bron van inspiratie. De fanatieksten onder hen schreven zes jaar lang brieven, rapporten, aanbevelingen en struinden hoorzittingen af. Ze groeiden uit tot mediahelden die tot op CNN waren te zien. Deze week gaat de parlementaire enquête naar de Bijlmerramp van start. Opgeroepen worden als getuige zien deze privé-speurders als ‘een stukje waardering voor zes jaar ploeteren en zweten’.
Carel Boer, commandant bij de vrijwillige brandweer, is de bewuste zondag in de Amsterdamse amusementshal Play-In als bewaker aan het werk. Plots gaat zijn pieper. Er is groot alarm. Boer springt in zijn auto en met gierende banden en groot licht, de stoplichten negerend, begeeft hij zich naar de opkomstplaats in het havengebied. De volgende ochtend begint zijn reddingsploeg met het zoeken naar overlevenden.
Boer: ‘We waren al druk bezig toen ik van een man in een rood pak opdracht kreeg mijn ploeg terug te roepen. Vanuit een tunneltje zag ik hoe zes mannen in witte pakken in de brokken rommelden. Na vijf minuten tilden ze iets weg, afgedekt met een kleed. Dat kan heel goed de cockpit voice recorder zijn geweest. Daarna konden we weer aan de slag. We droegen geen beschermende kleding, alleen een onhandig kartonnen mondkapje. Op een gegeven moment heb ik, terwijl ik tussen de smeulende resten stond, mijn laars uitgedaan om een steentje eruit te halen.’
Carel Boer woont in Slotervaart. Bijna dagelijks komen er journalisten en cameraploegen bij hem langs om hem te horen over witte pakken en zijn slechte gezondheid. Vanavond wordt hij geïnterviewd door de Deense televisie. De camera zoomt in op zijn blote voet die een paar weken na de ramp begon te etteren. ‘Zes weken na de ramp kreeg ik uitslag, het kwam van binnenuit, grote blaren, stinken’, vertelt Boer de Denen in zijn beste Engels. ‘Bovendien bleek ik een chemische longontsteking te hebben.’ Hoestsalvo’s rollen door de kamer. ‘De instanties verklaren me voor gek als ik zeg dat ik aan tal van giftige stoffen blootgestaan heb.’
De parlementaire enquête is zijn laatste hoop. ‘Het zou een hele slechte zaak zijn als alleen de bobo’s gehoord gaan worden. Als er niets boven tafel komt, is wat mij betreft het boek dicht. Dan ga ik me alleen nog maar bezighouden met het trainen van de F-jes van Neerlandia en moet ik maar zien hoe oud ik word.’
EEN PAAR maanden na de crash krijgt Annemie Ummels het boek Uranium Battlefields Home and Abroad in handen. Ze bladert het door en stuit op een artikel van Paul Loewenstein, die technisch directeur is van een fabriek in contragewichten. In het artikel staat dat in de constructie van Boeings verarmd uranium is verwerkt.
Op een geheime locatie zegt Ummels: ‘Ik ben direct naar het gemeentehuis gegaan. Van Thijn en de voorlichters hadden zich verschanst in een kantoor. Ik weet dat ze er waren, ik hoorde geschuifel. Ik heb het artikel en documentatie over lange-termijngevolgen achtergelaten.’
Schichtig kijkt ze om zich heen. ‘Officieel is er nooit op gereageerd. Maar bronnen bevestigden dat er grote paniek is ontstaan. Vanaf dat moment wist ik: er moet wel iets heel ernstigs aan de hand zijn. Ik heb me er volledig op gestort. Al mijn geld en tijd gaan op aan het bovenhalen van de waarheid. Waarschijnlijk is het veel erger dan een wapentransport. Ik heb informatie waaruit blijkt dat er honderden kilo’s uranium zijn verbrand. In de toekomst krijgen we Tsjernobylachtige taferelen. Misvormde baby’s, mensen met zes tenen, noem maar op.’
HENK VAN DER KEUR is in die tijd ook al op de kwestie verarmd-uranium-in-constructie gestoten. Op 13 oktober 1993 belegt de stichting Laka een persconferentie en wordt het gegeven, tot woede van Ummels, onder grote mediabelangstelling naar buiten gebracht.
Een jaar later komt een van de medewerkers van het boek Uranium Battlefields, de Amerikaanse hoogleraar Kemp Houck, naar Nederland. Ummels: ‘Kemp Houck in Nederland! Ik wilde de milieuwinkel twintig exemplaren van Uranium Battlefields laten bestellen. Deden ze niet, vonden ze te riskant. Woest was ik. Ik ben als een gek gaan kopiëren. Van der Keur had het zo geregeld dat Houck bij hem zou overnachten. Vreselijk, een hoogleraar in een shabby ruimte onderbrengen, in die subcultuur van Laka. Houck had hier een definitief wetenschappelijk bewijs van de verbranding van uranium willen aantonen, maar hij is door die bejaarde krakers bij Laka over zijn toeren geraakt.’
Van der Keur: ‘Houck was zwaar alcoholist. Maar hij had zeker kennis van zaken. Nadat ik terug was uit Irak, ben ik met hem gaan corresponderen. Hij kwam helemaal niet om iets te bewijzen, daarvoor was hij te ver heen. Hij kwam om te solliciteren bij Wise, een autonoom centrum. Hij werd niet aangenomen en was daar woedend over. Het had te maken met zijn houding naar vrouwen toe.
We hadden een kamertje voor Houck gevonden, daar is hij totaal geflipt. Als hij bij Laka kwam, deed hij paranoïde. Dirk, een medewerker, zag hij aan voor een spion. Uiteindelijk hebben we hem maar weer op het vliegtuig gezet.’
IN EEN SOBER ingericht rijtjeshuis te Assendelft zit Louis Bertholet over een lichtbak gebogen. In de afgelopen zes jaar heeft hij de foto die zijn zoon die zondagmiddag van het ramptoestel maakte, korrel voor korrel bekeken. Zijn conclusie: motor drie staat zeven graden scheef ten opzichte van motor vier. Bertholet stuurt de foto’s vervolgens naar de Rijksluchtvaartdienst (RLD). ‘Ze belden al snel terug: niks aan de hand. Waarschijnlijk een lensafwijking. Toen ik kon bewijzen dat het geen lensafwijking was, gooide de RLD het over een andere boeg: het kwam door turbulentie. Motoren horen inderdaad speling te hebben, dat klopt. Maar nooit ten opzichte van elkaar.’
Bertholet stelt Boeing van zijn bevindingen op de hoogte. ‘Boeing gaf toe dat de motor scheef stond, maar slechts drie graden en dat was binnen de marge. Met hulp van een doctor in de fysica heb ik kunnen aantonen dat het niet binnen de marge was.’
Bertholet krijgt het gevoel dat hij niet serieus genomen wordt. ‘Ik besloot de zaak naar buiten te brengen, via RTL4. Autoriteiten waren razend. Nederland en Israel zijn gezworen vrienden, een package-deal is niet ondenkbaar.’
De bal wordt hard teruggekaatst. ‘Ik zou de foto gemanipuleerd hebben. Ze wisten dat ik kunstfotograaf was. Ik zou dat nooit doen. Zo ben ik niet. Dat ik paranormaal begaafd ben, hebben ze later ook tegen me gebruikt.’
Ook Bertholet heeft zijn hoop gevestigd op de parlementaire enquête. ‘Ze kunnen niet om me heen. Ik heb zes jaar van mijn leven opgeofferd. Ik was een succesvol kunstfotograaf. Galeries hingen vol met mijn werk. Dat geef je niet zomaar op. Ik heb tienduizenden guldens geïnvesteerd in onderzoeken, ik heb leningen afgesloten en fotoapparatuur moeten verkopen. Mijn leven staat op het spel. Ik word geschaduwd door geheime diensten. Mijn telefoon wordt afgeluisterd en ook word ik soms gevolgd.’
IN EEN VOORMALIG kraakpand aan de Da Costakade woont Hans de Jonge van de stichting Visie. Ook hij houdt zich als zelfbenoemd onderzoeker intensief bezig met de gevaren van nucleaire stoffen. Onder sputterend protest van stralingsdeskundigen toont hij september 1998 aan dat er wel degelijk uraniumdeeltjes vrijgekomen zijn bij de verwerking van de El Al-wrakstukken op Schiphol in hangar 8.
De Jonge: ‘Ik ben vanaf mijn twaalfde vergiftigd met amalgaam. Mijn tandarts vulde de ene kies na de andere. Toen ik de vullingen eruit heb laten halen, ging het stukken beter. Hoewel het wetenschappelijk bewijs ontbreekt, geloof ik in het verband.’
De Jonge heeft medicijnen gestudeerd maar is als gevolg van de amalgaamvergiftiging nooit aan afronden toegekomen. Hij is van begin af aan gefascineerd door de Bijlmerramp. ‘Ik weet hoe het is om vergiftigd te zijn zonder dat je weet waardoor.’
De Jonge gaat koortsachtig op zoek naar wetenschappelijk bewijs om het verband tussen ramp en ziekteverschijnselen aan te tonen. De Jonge: ‘Uranium krijgt kinetische energie als het plots wordt afgeremd, zoals bij de crash. Het gaat smeulen en in rook op. Deeltjes uraniumoxide van duizenden alfaemissies komen vrij. Dat belandt dan in je long. Eén deeltje is genoeg om een tumor te krijgen. Wat niet in de long komt, slaat elders neer, blijft voor eeuwig intact. Het komt ook in planten terecht. Je eet een tomaat en hup een hotspot in je darm. Nu beginnen de eerste longtumoren te groeien, over tien jaar verwacht ik een enorme piek.’
In december 1997 besluit Hans de Jonge een onderzoek in te stellen naar de ontlasting van mensen die de ramp van dichtbij hebben meegemaakt. Henk van der Keur distantieert zich direct van dit initiatief: ‘In de literatuur staat nergens dat uranium aan te tonen is via ontlastingsmonsters, ik heb het De Jonge nog gezegd. Dat wat je in ontlasting aantreft, kan alleen zijn van iets wat je recent hebt gegeten.’
Louis Bertholet wil De Jonge wel steunen. Bij Biospectron, een Zweeds laboratorium, heeft men ervaring met fecesonderzoek. Met twintig monsters vliegen Bertholet en De Jonge erheen. De resultaten vallen tegen. Een aantal blijkt wel ongezond te zijn, maar dat heeft meer te maken met bepaalde leefgewoonten dan met verbrande giftige stoffen. Bij slechts drie personen is een verhoogd percentage uranium te zien.
Een van die drie is Carel Boer: ‘Er werd 47 procent uranium in mijn ontlasting aangetroffen. In het AMC hebben ze nooit een diagnose kunnen stellen. Als ik vroeg: is dat van het vliegtuig, zeiden ze nee, u kunt evengoed allergisch zijn voor spaanplaten. Ineens bleek er dus wel een verband te zijn.’
De Jonge besluit, tegen de zin van Bertholet, het nieuws met veel tamtam naar buiten te brengen. Bertholet: ‘Onverantwoord. We hadden de onderzoeken moeten verbreden. Er waren alleen blanke mensen onderzocht. Bovendien hadden we mos geplukt op het dak van Kikkenstein waar zirkonium in bleek te zitten, wat duidt op uranium. Dat hadden we middels een isotopenonderzoek verder moeten uitzoeken. Ook wilde ik een bloedonderzoek doen, ik had mijn huisarts al bereid gevonden. Maar ja, ik had natuurlijk al veel publiciteit met de scheefhangende motor. De Jonge wilde ook wel eens scoren.’
Bozer is Bertholet over de begeleidende brief die De Jonge het besmette drietal zendt. ‘Zo ongelooflijk bot. Hij schreef de mensen met een verhoogd percentage: houd er rekening mee dat u doodgaat. Plus dat hij een videoband wilde bijsluiten met schokkende beelden van uraniumslachtoffers in Irak. Ik wilde geen kiekeboe spelen maar dit ging te ver. Vervolgens is De Jonge recepten gaan voorschrijven. Er was iemand bij met een schildklierafwijking, De Jonge heeft hem kelp laten slikken waar jodium in zit. Ik zei: hou het nou maar bij multivitaminen, wij weten hier veel te weinig van. De Jonge heeft zijn opleiding medicijnen niet eens afgemaakt.’
Op aanraden van Bertholet sloeg Carel Boer het doktersadvies van De Jonge in de wind. ‘Ik ga toch niet zomaar van alles slikken wat zo'n kwakzalver me voorschrijft. Magnesiumpillen en weet ik wat meer. Het leek mij niet kosjer.’
De enquêtecommissie Bijlmerramp laat weten dat Ummels, Van der Keur, Bertholet, De Jonge en Boer binnen afzienbare tijd te horen krijgen of hun getuigenis wel of niet op prijs wordt gesteld.