
Twee dagen nadat hij en zijn broer Saïd een slachting hadden aangericht onder de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo, hing Chérif Kouachi aan de telefoon met de tv-zender bfm tv: ‘Ik ben gezonden, ik, Chérif Kouachi, door al-Qaeda in Jemen. Ik ben daar geweest en sjeik Anwar Al-Awlaki heeft mijn reis gefinancierd.’
Anwar Al-Awlaki – ook wel de ‘Bin Laden van het internet’ genoemd vanwege de invloed die hij via de digitale weg uitoefent op jonge moslims – werd geboren op 21 april 1971 in Las Cruces, New Mexico. Zijn vader was een succesvol hoogleraar en oud-minister van Landbouw in Jemen. Zoon Anwar ontwikkelde zich in de jaren negentig tot een islamitische geestelijke. Als imam was hij verbonden aan verschillende Amerikaanse moskeeën en een enkele universiteit. Hij predikte in vlot Engels en gaf de gelovigen mee dat de islam een plek heeft in Amerika.
Na 9/11 koos hij echter voor de gewelddadige jihad. Hij verliet zijn geboorteland Amerika, leefde kort in Engeland en woonde de laatste zeven jaar van zijn leven in Jemen, waar hij het onversneden jihadisme zou onderwijzen aan een jonge generatie westerse moslims.
Twee weken na de terreurdaad in Parijs kwam de naam van Al-Awlaki weer in het nieuws. De Syrische burgerrechtenorganisatie Raqqa is Being Slaughtered Silently berichtte dat Islamitische Staat een nieuwe militaire eenheid had gecreëerd, het Anwar Al-Awlaki Battalion dat volledig zou bestaan uit Engelstalige jihadisten. Hun belangrijkste doel: aanslagen plegen in het Westen. Vorige week viel zijn naam weer, nu in het Belgische terrorismeproces tegen de jihadpropagandisten van Sharia4Belgium. Hij werd genoemd als een belangrijke inspiratiebron voor de Sharia4Belgium-leden.
Meer dan tien jaar heeft Al-Awlaki moslims direct of indirect geïnspireerd tot het plegen van aanslagen. Tussen 2008 en 2009 wisselde hij e-mails over het voeren van de jihad met de Egyptisch-Amerikaanse legerpsychiater Nidal Malik Hasan. Enkele maanden na dit contact schoot Hasan dertien Amerikaanse soldaten dood. Niet veel later werd de 23-jarige Nigeriaan Umar Farouk Abdulmutallab gearresteerd op het vliegveld van Detroit nadat hij had geprobeerd een passagiersvliegtuig op te blazen. Ook Abdulmutallab bleek in contact te hebben gestaan met Al-Awlaki en kreeg van hem de religieuze inspiratie en rechtvaardiging om een aanslag te plegen.
De lijst van moslims die aangespoord door Al-Awlaki’s opruiende internetlezingen overgingen tot terreur, of pogingen daartoe ondernamen, is inmiddels lang. Op 1 mei 2010 probeerde de Pakistaans-Amerikaanse lone wolf Faisal Shahzad een autobom in New York tot ontploffing te brengen. Hij werd gearresteerd en tijdens zijn ondervraging gaf hij zonder omwegen toe dat hij de inspiratie voor zijn daden had gevonden in het werk van Anwar Al-Awlaki.
Het succes van Al-Awlaki onder westerse moslims komt voort uit zijn vermogen om in taai Arabisch geschreven jihadistische teksten te ontsluiten voor een westers publiek. Bovendien is zijn levensloop in de ogen van westerse moslims exemplarisch voor de manier waarop het islamvijandige Westen moslims in het extremistische kamp dwingt.
Al-Awlaki gold lange tijd als een ‘gematigde’ islamitische geestelijke. The New York Times noemde hem kort na 9/11 nog iemand die in staat is ‘Oost en West met elkaar te verenigen’. Zijn latere radicalisering zou slechts een reactie zijn op ondoordacht Amerikaans optreden vanwege het opgevoerde anti-terreurbeleid. Toch klopt deze analyse niet helemaal. Misschien was Al-Awlaki voor 9/11 en de war on terror geen uitgesproken jihadist, maar van gematigdheid was ook geen sprake.
In de jaren negentig was hij een imam met een lastig vast te pinnen profiel. Hij was een aanhanger van het salafisme, de conservatieve islamitische stroming die een terugkeer naar de zuivere oorsprong van de islam predikt. Maar zijn preken hield hij in het Engels en hij doorspekte ze met humoristische verwijzingen naar westerse populaire cultuur (Michael Jackson) en denkers (Solzjenitsyn, Friedman). Hij predikte ook een vredige boodschap van goed nabuurschap. Tegelijkertijd spoorde hij in 1996 in Denver moskeebezoekers aan in Tsjetjsenië te gaan vechten.
Ook de betrouwbaarheid van zijn veroordeling van 9/11 is moeilijk in te schatten. In de telefoon van een van de mannen achter de aanslag werden zijn gegevens aangetroffen. Daarnaast bleek hij in nauw contact te staan met twee van de vliegtuigkapers. Van een van hen zou Al-Awlaki zelfs een ‘spiritueel begeleider’ zijn geweest. Een directe link tussen Al-Awlaki en de aanslagen is nooit aangetoond, maar sommige fbi-agenten waren ervan overtuigd dat Al-Awlaki geweten moet hebben wat de twee van plan waren. De lezingen die Al-Awlaki gaf vlak voor en kort na 9/11 leveren een weinig voordelig beeld van hem op. Hij preekte toen al over de kapitalistische westerse cultuur die de islamitische identiteit wil vernietigen, de economische sancties tegen Irak en het Israël-Palestina-conflict. Hij was misschien nog geen jihadist, maar een ‘bruggenbouwer’ tussen Oost en West was hij evenmin. Zelfs 9/11 plaatste hij in het frame van een oorlog tegen de islam. Zes dagen na de aanslag herhaalde hij in een interview met islamonline.net een onder radicale moslims populaire antisemitische complottheorie: 9/11 als het werk van de Mossad, om de aandacht af te leiden van het onderdrukkende Israël.
De intolerante leerstellingen van het salafisme sleurden hem dieper het jihadisme in.
Tussen 2002 en 2004 leefde Al-Awlaki in Engeland. Hij werd er opgevangen door islamistische organisaties die in het hele land drukbezochte lezingen voor hem organiseerden. Zijn reputatie als criticus van het Westen was hem vooruit gesneld.
Hij vond aansluiting bij westers georiënteerde moslimjongeren die zijn tirades tegen de Britse politie zeer waardeerden. In het kader van anti-terreurbeleid had de Britse politie namelijk een groot aantal islamitische verdachten gearresteerd. Ook dit legde Al-Awlaki uit als een oorlog van het Westen tegen de islam. Geen enkele Britse moslim zou medewerking moeten verlenen aan dit beleid. Om zijn oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid een islamitisch-theoretische basis te geven maakte Al-Awlaki zijn jonge publiek bekend met het islamistische rechtsbegrip al wala’wal bara (loyaliteit en vermijding). Dit begrip houdt in dat moslims alleen loyaal aan andere moslims moeten zijn en niet aan ongelovigen. ‘De belangrijkste les is dat je nooit, nooit een kuffar (ongelovige) moet vertrouwen. Vertrouw ze niet! Ze zijn met een samenzwering bezig om de islam te doden. Ze plotten dag en nacht.’
Uiteraard was de toepassing van al wala’wal bara voor sommige Britse moslims een stap te ver. Zij hadden dagelijks vriendelijk en probleemloos contact met kuffar op werk, school, in de buurt. Al-Awlaki probeerde hen ervan te overtuigen dat ze zich geen zand in de ogen moesten laten strooien door de aardige ‘Joe six-pack’ en ‘Sally soccer mom’. Kijk maar naar Bosnië in de jaren negentig. Daar leefden moslims en christenen vredig naast elkaar, totdat de christenen van de ene op de andere dag de oorlog aan de moslims verklaarden en ze afslachtten. Ook ‘mensenrechten’ en ‘vrijheid van meningsuiting’ zullen westerse moslims niet beschermen tegen hun onvermijdelijke uitroeiing. Al-Awlaki wist een gevoelige snaar te raken. Hij gebruikte herkenbare culturele referenties (Joe six-pack), historische analogieën (Bosnië) en begrippen (vrijheid van meningsuiting). Het maakte zijn intolerante gedachtegoed behapbaar en relevant voor een westers publiek.
Begin 2004 emigreerde Al-Awlaki naar Jemen. Daar nam hij een lezingenserie op die als zijn belangrijkste werk zou gelden: Constants on the Path of Jihad. Hierin vertaalde en becommentarieerde hij een gelijknamig boek van de Saoedische jihad-ideoloog sjeik Yusuf al-Uyayri. Centraal staat de boodschap dat de jihad overal gevochten moet worden, tot het einde der dagen.
‘Je moet deze lezing horen, je moet het beluisteren, deze lezing van Anwar Al-Awlaki’, riep de Albanees-Amerikaanse Dritan Duka in 2007 uit. Duka maakte deel uit van een zestal jihadisten dat het (mislukte) plan had een bloedbad aan te richten in Fort Dix, een militaire standplaats. Een informant van de fbi luisterde hen af en registreerde hoe Duka zijn bewondering uitsprak. ‘Sinds ik deze lezing heb beluisterd wil ik dat iedereen hem beluistert. Het is rauw en onversneden. Het kan me niet schelen wat anderen zeggen. Dit is islam. Dit is de waarheid. Hij verbloemt niks. (…) Een van de beste lezingen die ik gehoord heb.’
Duka’s enthousiasme werd mede veroorzaakt door het gemak waarmee Al-Awlaki in de lezing de jihad toegankelijk maakte voor westerse moslims. Dat deed hij onder meer door de aanval in te zetten op het begrip ‘terrorisme’. Dat woord geeft een valse voorstelling van zaken. Het is alleen bedoeld om de heiligheid van de jihad in een kwaad daglicht te stellen. Ook krachtig in Al-Awlaki’s lezing was zijn kritiek op de islamitische stromingen die stellen dat de jihad alleen mogelijk is als een individu beschikt over voldoende tarbiyah, onderwijs. Hij hief die voorwaarde op door de jihad net zoveel belang toe te dichten als de andere vijf verplichte islamitische zuilen (geloofsbelijdenis, gebed, liefdadigheid, vasten en pelgrimage). Niemand hoeft zichzelf te onderwijzen om aan die vijf zuilen vast te houden, dus waarom zou dat wel voor de jihad moeten gelden? Voor westerse moslims die het Arabisch niet machtig zijn was dit een welkom geluid. Al-Awlaki gaf ze een vrijbrief om direct aan de jihad deel te nemen. In de lezing betoogde hij bovendien dat de jihad niet alleen gevochten hoeft te worden in gebieden waar moslims onder directe militaire dreiging staan. De jihad heeft ook geldigheid op westers grondgebied omdat daar per slot van rekening via media en politieke besluitvorming een oorlog tegen de islam wordt gevoerd. ‘Jihad is mondiaal. Jihad is geen lokaal fenomeen. Jihad wordt niet belemmerd door grenzen en barrières.’
In 2006 werd Al-Awlaki door de Jemenitische autoriteiten gearresteerd. Ze verdachten hem ervan lid te zijn van al-Qaeda. Amerika stak geen vinger uit naar deze onderdaan en zag hem liever nog langer opgesloten worden. Eind 2007 kwam hij na tussenkomst van zijn machtige Al-Awlaki-stam vrij. Een half jaar daarna gaf hij de lezing The Dust Will Never Settle Down waarin hij inging op de Europese cartoons die de profeet Mohammed ridiculiseerden. Hij bekritiseerde de lethargie van westerse moslims. Volgens hem moest men de profeet navolgen en degenen doden die spotten met het geloof. Het was een directe aanval op de ‘vrijheid van meningsuiting’. Dit concept diende alleen het islam-vijandige Westen en hield weinig rekening met de gevoeligheden van westerse moslims.
Al-Awlaki legitimeerde de wraak op spotters door te stellen dat religieuze geboden belangrijker zijn dan een concept als de vrijheid van meningsuiting. De directe invloed van deze lezing is te zien bij de Amerikaanse bekeerling Zachary Adam Chesser, die de makers van de satirische tekenfilmserie South Park zou doden als ze hun plan om in een aflevering Mohammed af te beelden zouden doorzetten. Chessers dreigement op internet was een directe verwijzing naar Al-Awlaki’s lezing: ‘Join us in this campaign to let Matt Stone Trey Parker (makers South Park – hb) know that… the dust will never settle down.’

In 2008 begon Al-Awlaki het succesvolle blog anwar-alawlaki.com. Daar verscheen een ander invloedrijk werk van hem, het essay 44 manieren om de jihad te ondersteunen. Het was een vertaling van de Arabische tekst 39 manieren om de jihad te ondersteunen. Het merendeel van de opgesomde manieren betrof de financiële en spirituele ondersteuning van de jihad en jihadisten. De vijf aanwijzingen die Al-Awlaki toevoegde waren expliciet gericht op moslims in het Westen. Zo spoorde hij hen aan zich verder te verdiepen in al wala’wal bara. Al-Awlaki benadrukte hartstochtelijk dat men alleen in Allah’s gunst kan vallen als men al wala’wal bara omarmt. ‘De profeten van Allah en zijn volk wisten alleen te overwinnen toen hun loyaliteit aan Allah onvoorwaardelijk was en ook hun afwijzing van de kuffar onvoorwaardelijk was.’
‘Beste sjeik, ik laat mijn broer altijd weten hoe deprimerend ik het leven in Engeland vind’, zo begint de Brits-Bengaalse Rajib Karim in januari 2010 een e-mail aan Al-Awlaki. Karim was een computerexpert bij British Airways die op advies van Al-Awlaki een bom in een vliegtuig probeerde te plaatsen. In de e-mail laat Karim blijken dat hij goed naar Al-Awlaki’s boodschap heeft geluisterd om alleen loyaliteit aan moslims te tonen en de ongelovigen te haten. ‘Vanaf het moment dat ik dit land binnenkwam was het mijn intentie om iets te doen voor de islam, het was absoluut niet mijn intentie om van het leven in dit land te genieten. (…) Ik woon hier nu al drie jaar, ver weg van goede broeders. Het grootste deel van de dag breng ik door in het gezelschap van kuffar.’
Vanaf maart 2009 werden de internetbijdragen van Al-Awlaki zeldzamer. Hij was in onderduik gegaan nadat hij door Jemenitische autoriteiten van terroristische activiteiten werd beschuldigd. Zowel Jemen als Amerika beschouwde hem als rekruteerder en woordvoerder van al-Qaeda. Een formeel verband tussen Al-Awlaki en al-Qaeda is nooit aangetoond. Maar al-Qaeda-lid of niet, Al-Awlaki’s betrokkenheid bij terreur in het Westen nam tijdens zijn onderduik een opmerkelijk hoge vlucht. Er waren de mensen met wie hij in direct contact stond (Hasan, Abdulmutallab) en er waren de mensen die zeiden door zijn internetlezingen te zijn geïnspireerd. Enkele voorbeelden: in september 2009 werd de Albanees-Amerikaanse Betim Kaziu opgepakt op verdenking van het beramen van een moordaanslag op Amerikaanse soldaten. In de rechtbank bekende hij sterk beïnvloed te zijn door Al-Awlaki’s lezingen. In 2010 werd in Alaska de bekeerling Paul Rockwood jr. gearresteerd nadat hij tegen de infiltranten van de fbi valselijk beweerde dat hij een dodenlijst van vijanden van de islam had opgesteld. Ook Rockwood verklaarde in de rechtbank zijn ideeën bij Al-Awlaki te hebben gehaald.
In 2010 publiceerde Al-Awlaki nog twee korte (audio)lezingen. De eerste heet A Call to Jihad. Daarin vertelt hij zijn westers-islamitische publiek dat hij ook in het Westen heeft geleefd. Via de niet-gewelddadige weg probeerde hij het Westen ervan te weerhouden ‘het licht van Allah te doven’. Vergeefs. Nu was hij ervan overtuigd dat alleen de jihad het islamvijandige Westen kan stoppen. De tweede lezing heette Western Jihad Is Here to Stay. Meer dan een lezing is het een viering van het feit dat het jihadisme nu eindelijk stevig voet aan de grond heeft gekregen. Het was geen grootspraak. De voorbeelden van westerse moslims met terreurplannen die direct of indirect door hem geïnspireerd waren stapelden zich op. ‘Jihad begint net zo Amerikaans als appeltaart te worden en net zo Brits als thee in de middag.’
De Amerikaanse regering erkende het succes van Al-Awlaki. Een maand later, in april 2010, gaf president Obama toestemming voor de eliminatie van Al-Awlaki. Op 30 september 2011 werd hij in het diepe binnenland van Jemen gedood bij een drone-aanval.
Zijn invloed duurt echter voort. In 2013 brachten de Tsjetsjeens-Amerikaanse broers Tsarnaev twee bommen tot ontploffing tijdens de marathon van Boston. Dzhokhar Tsarnaev verklaarde tegenover de autoriteiten dat hij en zijn broer grotendeels radicaliseerden door het beluisteren van Al-Awlaki’s lezingen. Afgelopen januari kwam Al-Awlaki’s desastreuze invloed ook tot uiting bij twee andere broers, de Kouachi’s in Parijs.
Westerse moslims zijn nog altijd gefrustreerd over het vermeend islamvijandige karakter van westerse regeringen, media en bevolkingen. Het maakt ze ontvankelijk voor een radicale respons. Al-Awlaki’s succes ligt daarin dat hij precies weet hoe die respons eruit moet zien: de jihad. In zijn uitleg is de jihad geen vreemd militair concept uit verre landen. Hij presenteert het als een individuele religieuze plicht die overal en op elk moment vervuld kan worden, zonder toestemming of voldoende kennis vooraf.
Vooral jonge, wrokkige, westerse moslims met weinig kennis van het Arabisch en een internetverbinding zullen vatbaar zijn. Al-Awlaki’s digitale teksten en lezingen leven voort en zijn onvernietigbaar.
Beeld: (1) Anwar Al-Awlaki als imam in de Dar al Hijrah-moskee in Falls Church, Virginia, 2001 (Tracy Woodward / The Washington Post / Getty Images). (2) Al-Awlaki poseert als jihadist in Jemen, ongedateerd (Balkis Press / Abaca / Reporters)