Zo ongeveer eens in de zes weken belandt bij mij in de bus De Blauwe Fedde, curieus Friestalig tijdschrift, half A4-formaat, dat eruitziet alsof het in 1962 op de stencilmachine van de buren in elkaar is geflanst. Ik ben vanaf de start abonnee, waarom weet ik niet zeker. Het blad, misschien moeten we dit een blaadje noemen, ziet er onbehoorlijk primitief uit. De samenstellers doen hun best geen enkele les over DeskTopPublishing in de praktijk te brengen, alle verhalen, voor zover het verhalen zijn, zijn in verschillende typografie gezet, er is geen sprake van een consistente bladspiegel en ook de stukken erin zijn van een enorme diversiteit: verslagen over kroegtochten en flauwekul, belevenissen in studentenkamers, dranktaferelen, de avonturen van Kristlike Henkie, verslagen over promoties van schrijvende medewerkers, vaak stukken van een hoog meligheids- en ongeingehalte waarvan je niet zeker kunt vaststellen of we hier te maken hebben met banale onzin, ontroerende zelfbevlekking of gewoon jongensdromen.

Ik begin de laatste tijd naar De Blauwe Fedde te verlangen, dit moet nu maar eens gezegd. De redactie bestaat uit Meindert Talma (ook bekend van de popgroep Meindert Talma en De Negroes), schrijver van het eigenaardige werk Dammen met Ome Hajo en Nyk de Vries, wiens roman Rezineknyn kortgeleden verscheen. De Blauwe Fedde werkt niet met beginselverklaringen en literaire ontboezemingen, het woord aanstormend talent is niet op z’n plaats omdat de makers niet met begrippen als «talent» en «literatuur» werken. De makers doen in alles maar dan ook alles hun best af te wijken van wat in Nederland als «goed gedrag» geldt binnen de letteren. Dit is dus geen sjiek uitgegeven blad vol sjieke meningen en sjieke literaire beweringen, er staan geen bewonderende stukken in over voorgangers, geen literatuur-uitgeleg, geen hoge verwachtingen, geen meedoegedrag met literaire modes, hypes, bobo’s. De Blauwe Fedde doet niet meer mee, dit zou de beginselverklaring kunnen zijn van dit opzettelijk rommelige blaadje.

Het nieuwste nummer bevat een uitvoerig en meeslepend interview met Atte Bouma, de voormalige trainer van Sportclub Cambuur, die lang geleden furore maakte met zijn esoterische levenshouding en daar nog steeds aan vasthoudt. Hij vertelt zijn leven met alle ups en downs daarvan. Schitterend is de foto op de achterkant van Bouma met Frans de Munck en de wonderbaarlijk jonge Johan Cruijff. Daarnaast ook het korte en ontroerende verhaal «Neils» van Meindert Talma, een mooie jongensdroom van Jaap Krol, barre ongein over de mobilisatie in Stellingwerven met Harry en Gerda, en Nyk de Vries schreef een sprookje over een vogel die heel hoog boven alles uitvloog. JBG Halma en De Kesanova schreven een ongemeen flauwe briefwisseling die toch niet flauw is omdat ze tegelijkertijd zo flauw is dat het weer leuk wordt. En gelukkig staan er deze keer geen echte gedichten in. Ik wil als abonnee van het eerste uur toch ook nog even klagen. Ik mis in dit nummer de vaste ontboezeming van of over Kristlike Henkie van Meindert Talma, kan dat er de volgende keer weer in?

De Blauwe Fedde, nr. 25, Jannewaris 2001, abonnementsgeld van ƒ25,- overmaken op nr. 162279825 van de Rabobank in Groningen.