
Van alle Woody Allen-films is Husbands and Wives (1992) altijd het minst ‘des Woody Allens’ geweest. Het is een significante stijlbreuk met zijn films daarvoor, en eigenlijk ook met zijn films daarna. Opeens geen kalme, gekaderde shots, maar een bewegende, trillende camera. Het maakt alles in de film meer hectisch, je draait met de personages mee, en je wordt meegetrokken de onrust van de plot in, alhoewel die onrust meer in de hoofden van de personages zit dan in de verhaallijn.
Twee bevriende echtparen komen bij elkaar om te dineren, waarop het ene koppel op een toon alsof het een vakantiehuisje heeft gekocht vertelt dat ze gaan scheiden. De kinderen zijn uit huis, ze zijn het erover eens, no hard feelings. Het maakte de schok bij het andere koppel alleen maar groter, en terwijl Jack en Sally nieuwe relaties aangaan en elkaar het beste proberen te gunnen, vragen Gabe en Judy zich af hoe sterk hun eigen relatie eigenlijk is.
Een tweede stijlbreuk van Allen is dat hij gebruik maakt van mockumentary-technieken: hij laat zijn personages tussen de scènes door in de camera praten, schijnbaar tegen een interviewer. Hoe verwerk je dat naar toneel?
Simpel genoeg, laat Simon Stone’s regie van Toneelgroep Amsterdam zien. Ramsey Nasr en Halina Reijn zijn Gabe en Judy, Aus Greidanus jr. en Marieke Heebink zijn Jack en Sally. Alle andere personages worden gespeeld door Robert de Hoog en Helne Devos. Vanuit de zaal becommentariëren en interviewen ze de vier echtelieden. Verder lijkt de regie van Stone eruit te bestaan dat er bijna geen regie is. Dat is een compliment; de personages praten door elkaar heen, lachen om elkaar, dansen, rennen idioot veel over het podium, schreeuwen tegen de bezoekers op de eerste rijen. De acteurs lijken allemaal vetter te spelen dan gebruikelijk, losser, ironischer. Ik kan me niet herinneren dat ik de zaal zo hard om een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam heb horen lachen als om Husbands and Wives. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit zelf zo heb zitten lachen in de Rabozaal.

Het stuk werkt wel degelijk naar een paar verstilde momenten van zelfinzicht toe, over hoe het huwelijksleven vrijheid inherent in de weg staat, waardoor je altijd nieuwsgierig blijft verlangen naar de mens die je zou zijn buiten de relatie, de onvervulde belofte. Zoals Gabe opmerkt: ‘Het is hard werken om jezelf te leren kennen, omdat degene die zich verschuilt en degene die zoekt een en dezelfde persoon zijn.’
Vooral de twee vrouwen zijn prachtige karakterstudies. Halina Reijns Judy is gruwelijk passief-agressief, een vrouw die elke man op zijn knieën krijgt door zichzelf als slachtoffer te presenteren, vervolgens alle hulp te weigeren, net zo lang tot hij die hulp smekend aanbiedt, en hij vervolgens dankbaar is als zij die hulp dan eindelijk ervaart. Net als Judy breekt ook Marieke Heebinks Sally elke man af, alleen niet passief – gewoon agressief. Zo’n beetje elke opmerking uit haar mond is veroordelend, zo’n beetje elk oordeel is negatief. Heebink heeft zichtbaar plezier in de manier waarop ze alle klachten uitspreekt alsof het goedbedoeld is. Na een bezoek aan het Concertgebouw: ‘Mahlers Negende (?) is mooi hoor, maar veel te lang natuurlijk. Ik heb bewondering van hoe de dirigent zich er doorheen zwoegde.’ Of na een diner in een hoog aangeschreven Italiaans restaurant: ‘Heerlijk gegeten hoor. Ik moet de kok alleen een keertje uitleggen hoe je alfredosaus maakt.’
Maar hoe sterk ze ook manipuleren en van zich af bijten, uiteindelijk zijn ze – net als hun mannen – kwetsbaar. Bang om alleen te zijn. Bang om niet gewild te worden. Hoezeer je jezelf ook zoekt, misschien vind je jezelf ook altijd het eerst in de blik van anderen.
Het heeft iets beangstigends om te zien hoe goed je blijkbaar Woody Allen op toneel kunt opvoeren. Beangstigend, omdat er hiermee een enorme lade van reservoir de toneelwereld in trekt. Omdat nu je dit weet, je alleen maar kunt gaan zitten verlangen dat jouw persoonlijke favoriete Woody Allen bewerkt gaat worden.
Zal ik het maar zeggen? Ik vond het toneelstuk beter dan de film.
Husbands and Wives is van 22 tot en met 26 juni te zien in de Stadsschouwburg in Amsterdam (ssba.nl) en keert eind september weer terug. Gaat dat zien!
Beeld: Husbands and Wives (Jan Versweyveld)