Aan het einde van de maand zullen de Iraniërs en Amerikanen op hun conferentie in Zwitserland een voorlopig akkoord over het Iraanse atoomprogramma moeten bereiken.

Dat is de afspraak. Deze zomer zou er dan een definitieve overeenkomst worden gesloten. Maar het is hoe langer hoe meer de vraag of die goede voornemens stand zullen houden.

Ten eerste is daar de herverkiezing in Israël van Netanyahu, die zich na zijn overwinning wel wat diplomatieker tegenover de Arabische wereld opstelt, maar zijn eerste daden nog bij zijn woorden moet voegen. Jaren van opgebouwd wantrouwen kunnen niet zomaar even ongedaan worden gemaakt. En ten tweede is het nog altijd de vraag wat de Iraniërs ondanks hun tegemoetkomende houding in dit overleg werkelijk van plan zijn. Ook dat zou na de conferentie metterdaad moeten worden bewezen. En sinds deze week is het opnieuw de vraag of ze zich wel aan overeenkomsten zullen houden, als de partijen het tenminste nog eens zouden worden.

Het was al eerder bekend dat de Amerikanen een cyberoorlog tegen Iran voeren. Details daarover waren schaars. In The International New York Times (23 maart) worden voor het eerst veel meer details gemeld. Een Amerikaanse inlichtingendienst waarvan de naam niet wordt vermeld, ontdekte dat een Iraanse zakenman pogingen deed in de Verenigde Staten aluminium buizen van de hoogste kwaliteit te kopen, het soort dat in kerncentrifuges voor verrijking van uranium wordt gebruikt. De Amerikaanse regering heeft verboden die buizen te exporteren. Bovendien is dit het materiaal waarover op het ogenblik in Zwitserland wordt onderhandeld.

De zakenman kreeg de indruk dat hij de hand had weten te leggen op het begeerde materiaal. Maar in plaats van de export te verhinderen, verwisselden geheim agenten de begeerde buizen voor materiaal van inferieure kwaliteit. Als die buizen in Iran waren geïnstalleerd zouden ze bij supersonische snelheid uit elkaar zijn gevlogen, waardoor de centrifuges verwoest zouden worden.

Is er nog kans op een duurzame overeenkomst?

De Iraniërs hebben de verwisseling bijtijds ontdekt. In plaats van verder te vertrouwen op illegaal geïmporteerd materiaal wordt daar nu gewerkt aan een centrifuge van een verder gevorderd ontwerp waarmee de kernbrandstof veel sneller kan worden geproduceerd. De productie van deze machine vormt een punt van onderhandeling op de conferentie die nu aan de gang is. Aldus de berichtgeving van David E. Sanger, een van de beste journalisten van The New York Times.

Strikt moreel gezien is het een walgelijke vertoning: dat je door middel van ingewikkelde leugens en een doortrapte voorstelling van zaken de tegenstanders in de lucht wil laten vliegen. Waarna deze vijand de opzet doorziet en plannen maakt die bij uitvoering nog gevaarlijker zijn dan wat je had willen voorkomen. In werkelijkheid is het een symptomatische gang van zaken die opnieuw laat zien hoe diep het wantrouwen geworteld is. Als je zo ver gaat met het bedrog in de onderhandelingen, is er dan nog kans op een duurzame overeenkomst?

Het bezit van de kernbom is onderdeel van de Iraanse buitenlandse politiek die al jaren wordt gekenmerkt door het streven naar expansie zoniet een overwicht in de regio. De onderhandelingen in Zwitserland zijn van Iraanse kant niet op een mislukking gericht, zodat ze na afloop de schuld aan de Amerikanen kunnen geven. Niet een ‘zie je wel: Washington wilde niet!’ Er is Teheran veel aan gelegen dat de economische sancties verlicht zullen worden.

Bovendien gaat het naar Iraanse maatstaven niet slecht met de buitenlandse politiek in de regio. In Irak en Libanon groeit de invloed, het land profiteert van de radeloosheid in Syrië en ziet door de burgeroorlog in Jemen een mogelijkheid om ook daar een voet aan de grond te krijgen. Van het grootste belang is misschien het nieuwe koningschap in Saoedi-Arabië dat onzekerheden vertoont die misschien na verloop van tijd door Teheran geëxploiteerd kunnen worden.

Hoe deze conferentie ook zal aflopen, Iran zal ernaar blijven streven de supermacht van het Midden-Oosten te worden. Zouden de ayatollahs daarin slagen, dan zouden daarmee de verhoudingen niet alleen in de regio maar in de hele wereld volstrekt veranderen. Een kernmacht die Amerika en Israël haat betekent een dodelijk gevaar voor de wereldvrede. Daarom moet de internationale druk op Teheran onverminderd gehandhaafd worden.