Maria, zijn moeder, vervloekt zijn charisma. In het middendeel van de voorstelling zeult ze achter hem aan, voor een afspraak. Ze krijgt hem niet te spreken. Hij is te druk met ‘de beweging’. Maria schrikt van die bende hersenloze types, die de inspirerend bedoelde teksten van haar zoon zonder meer napapegaaien. In het derde deel spuugt Geert de Jongs bittere Maria het eruit: ‘Jullie geloven dat hij wonderen kan doen/ dat hij jullie naar de rechtvaardigheid brengt/ en om die illusie gaat mijn zoon nu dood.’

Erik-Ward Geerlings schreef de toneelbewerking van de epische passages uit het Nieuwe Testament, Zie de mens. Het was afgelopen voorjaar de openingsvoorstelling van Toneelgroep De Appel, onder de nieuwe artistieke leiding van Arie de Mol. Helemaal in het begin van zijn loopbaan maakte hij al eens een geestig drieluik over ‘geloven’ – tableaux vivants op basis van bijbelschoolplaten, een scène in Lourdes vóór de dompeling in heilig water, poppenspeler Jozef van den Berg als de mysticus van Neerijnen. Nu is de timmermanszoon uit Nazareth aan zet.

We beginnen in het oog van de orkaan, bij Jezus’ luidruchtig spattende voorganger, zijn volle neef Johannes, die ‘de Doper’ werd genoemd, verklankt door Iwan Walhain. Alle protagonisten verzamelen zich rond zijn ondiepe beek. Al even slim van Geerlings is het dat de ontmoeting tussen die twee profeten niet gaat over het rare religieuze inzicht op de bijbelplaten uit mijn jeugd, maar over een dijk van een geloofscrisis. In het slot van dit deel overheersen rust en kalmte, als antwoord op zelotenlawaai. Het middendeel van Zie de mens is gereserveerd voor de verwarring over hoe eenvoud en daadkracht kunnen gaan ontsporen in de warhoofdigheid die we ‘geloof’ noemen. Aan tafel – er wordt tussen de delen van de toneelmarathon gegeten wat de pot van het beloofde land schaft – veroorzaakte dit deel een heftig dispuut onder de aanwezige bible belt-gelovigen. Dat was wel vreemd thuiskomen trouwens, een heus bijbels discours midden in een theateravond over goedgelovigheid.

In Jezus’ ‘beweging’ roeren de vrouwen zich krachtiger dan in de kerk die op zijn rotsen zegt te zijn gebouwd. ‘Rots’ Petrus is hier trouwens een schilderachtig discipel, in handen van good old Hugo Maerten, die ook Pilatus voor zijn rekening neemt, in de cruciale ‘Ecce Homo’-scène. Theo Tienhoven deed de vormgeving en dat deed-ie sterk. David Geysen speelt Jezus zonder reminiscenties aan die vervloekte EO-Passion. Een duistere duivel is hij zelfs af en toe, zeker in de harde confrontaties met Maria en in de korte versie van veertig dagen vasten in de woestijn. De muziek speelt een hoofdrol in de vertelling. Carl Beukman met een Hitchcock-soundscape. Erik Vandenberge weeft daar ter plekke een muzikaal tapijt bij, waarop de blues handen schudt met berber-country, met af en toe een gelovig harmonium voor de afdronk. De Katwijker Arie de Mol gaat verder bij De Appel met Heijermans’ Op hoop van zegen. Deze avond smaakt sowieso naar meer. Veel meer.

Zie de mens, 2 t/m 11 oktober, toneelgroepdeappel.nl


Beeld: David Geysen (op de rug) als Jezus omarmd door Iwan Walhain als Johannes in Zie de mens van Toneelgroep De Appel. Foto Leo van Velzen