São Paulo - De machtigste minister van Brazilië, Antonio Palocci, is deze maand aan zelfverrijking ten onder gegaan. President Dilma Rousseff dwong haar kabinetschef om af te treden, nadat de pers drie weken eerder had onthuld dat Palocci binnen vier jaar zijn vermogen twintig maal had vermenigvuldigd, met ‘adviezen aan de markt’. De snelste winst, ruim vijf miljoen euro, maakte Palocci nog snel voor zijn aantreden, eerder dit jaar, als minister van het Casa Civil. Dat ministerie is verantwoordelijk voor de onderhandelingen met de oppositie, de samenstelling van de regering en allerlei interessante (lees: lucratieve) sleutelposities.

Het is de tweede keer dat de vijftigjarige Antonio Palocci, arts en ex-burgemeester van Riberão Preto, zich uit de politiek moet terugtrekken. In 2006, als minister van Financiën onder president Lula, had hij het bankgeheim van een huisconciërge laten breken. De conciërge had Palocci ervan beschuldigd een lobbyhuis in hoofdstad Brasília te frequenteren. De wraak van Palocci (die wilde bewijzen dat de conciërge door de oppositie was omgekocht) keerde zich tegen hem. Ook toen waren de Brazilianen razend vanwege dit staaltje machtsmisbruik.De val van de machtige Palocci is niet zomaar een politiek evenement. Volgens Brazilië-analist Christopher Garman van de Washington Eurasia Group geeft de val van Palocci aan dat Brazilië een gezonde democratische ontwikkeling doormaakt. Het geduld van de samenleving met dit soort praktijken is volgens hem op. Ook Palocci’s voorganger op het Casa Civil, Erenice Guerra, moest na korte tijd aftreden vanwege zelfverrijking op die post.Dat is mooi, maar Braziliaanse politiek-analisten zien ook andere oorzaken voor de val van Palocci en zijn voorgangers. Het ministerie Casa Civil is een slangennest van tegengestelde belangen. Dat ministerie moet iedereen, oppositie en regering, te vriend zien te houden. Het gevaar is dan ook groot dat regelmatig een minister wordt geofferd, volgens politiek wetenschapper Roberto Romano.Ondanks alle publieke verontwaardiging zwijgt Palocci als het graf over zijn cliënten, over wie aan Palocci’s consultancybedrijf Projeto heeft betaald, hoeveel en waarvoor. Daarmee is de zaak wellicht ten einde, want tot een rechtszaak komt het in dit soort gevallen zelden. Romano: ‘Links of rechts: wanneer iemand in Brazilië eenmaal de macht bereikt, trekt niemand zich hier iets aan van ethische principes. In Brazilië vinden politici het een belediging om verantwoording af te moeten leggen aan hun kiezers. Ze zijn vooral op zoek naar steun van hun collega’s, om hun praktijken voort te kunnen zetten.’ En, zoals Palocci laat zien, het moet liefst ook een beetje discreet.