Londen – Er zijn de afgelopen weken twee veelzeggende records gebroken: weekblad The Spectator en het satirische magazine Private Eye hebben recordoplages bereikt. Het zijn goede tijden voor gedrukte tijdschriften, mede dankzij al het nepnieuws.

Met 189 jaar is The Spectator ’s werelds oudste nog bestaande periodiek. Een voorganger van het conservatieve weekblad dateert zelfs uit begin achttiende eeuw, en zou Justus van Effen ertoe brengen om de Hollandsche Spectator op te richten. In Engeland staat het bekend als een gezellig en soms subversief weekblad dat graag tegen het tij in zwemt, zoals in 1975 toen het als een van de weinige publicaties tegen de Britse toetreding tot de eeg was. Het kende begin deze eeuw een levendige en succesvolle periode onder de bekende hoofdredacteur Boris Johnson.

Onlangs maakte hoofdredacteur Fraser Nelson, een zacht sprekende Schot, bekend dat er met 67.147 een recordverkoop is bereikt, waarvan 59.950 gedrukte exemplaren. De printoplage steeg afgelopen jaar met meer dan tien procent. Volgens Nelson is dat een gevolg van de artistieke vormgeving en vooral van de bereidheid van mensen om te betalen voor erudiete stukken van goed schrijvende opinieleiders als Charles Moore, Rod Liddle en Matthew Parris.

Daarnaast profiteert The Spectator, net als de linkse New Statesman en de liberale Economist, van het nepnieuws, dat epidemische vormen begint aan te nemen. Tegenover de goede tijding bij de weekbladen staan magere cijfers van de Engelse dagbladen, met name de massakranten die niet bekendstaan om hun betrouwbaarheid. Het News of the World-schandaal heeft de naam van de Britse pers geen goed gedaan en tevens groeit het wantrouwen tegenover persbaronnen als Murdoch en de Barclay-broers die hun kranten gebruiken voor politiek en zakelijk gewin.

Behalve aan kwaliteitsjournalistiek bestaat er in deze tijden behoefte aan satire, die soms wordt verward met nepnieuws. Daarom is het niet vreemd dat een magazine dat deze twee zaken combineert floreert. Het kerstnummer van Private Eye vond zijn weg naar liefst 287.334 kopers, een record in het 55-jarige bestaan. Het magazine, dat geen website van betekenis heeft, doet veel aan onderzoeksjournalistiek, is politiek neutraal en heeft een groot gevoel voor humor. Volgens Ian Hislop, die al dertig jaar hoofdredacteur is, is Brexit een goudmijn gebleken voor zijn blad. ‘We hebben een premier die het niet zo had op Brexit en nu Brexit door de strot probeert te drukken van een oppositie die Brexit eigenlijk wel ziet zitten… Je bedenkt het niet. Is het niet geweldig?’